2-7 Verwarmen (4.1)

Hoofdstuk 4 Energie -herhaling
In de les herhalingsopdrachten 7, 8 en 9 en een aantal test je zelf opgaven: 1 t/m 4 maken. EN Opgave A Zonneschoorsteen en B rekenwerk.
Gebruik de oplossingsstrategie, GGFBA. Je kunt altijd uit de tekst-verhaal-plaatje de gegevens en de gevraagd noteren.
Maak flitskaartjes van de begrippen van par. 1 en par. 2 de formules met grootheden en eenheden. Of gebruik Quizlet (voorbeeld flitskaartjes staan bij de inlever(t)huiswerkopdracht in teams)
Zelf maken en in je schrift noteren. Inleveren 11-1 om 9:00 uur.

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 Energie -herhaling
In de les herhalingsopdrachten 7, 8 en 9 en een aantal test je zelf opgaven: 1 t/m 4 maken. EN Opgave A Zonneschoorsteen en B rekenwerk.
Gebruik de oplossingsstrategie, GGFBA. Je kunt altijd uit de tekst-verhaal-plaatje de gegevens en de gevraagd noteren.
Maak flitskaartjes van de begrippen van par. 1 en par. 2 de formules met grootheden en eenheden. Of gebruik Quizlet (voorbeeld flitskaartjes staan bij de inlever(t)huiswerkopdracht in teams)
Zelf maken en in je schrift noteren. Inleveren 11-1 om 9:00 uur.

Slide 1 - Diapositive

Warmtebronnen
  • In een verwarmingsketel wordt aardgas verbrand. DUS:
  • Chemische energie wordt omgezet in warmte energie.
  • Dit kun je weergeven in 
       een energiestroomdiagram:

Slide 2 - Diapositive

Energie blijft behouden
  • De hoeveelheid energie verandert niet, maar bepaalde soorten energie verdwijnen, en anderen komen in de plaats. 
  • Totale energie blijft 
       even groot, en 
       daarom zijn de pijlen 
       even breed.

Slide 3 - Diapositive

Warmtemeter- Joulemeter
  • Met een warmtemeter kun je meten hoeveel warmte nodig is voor het verwarmen van bepaalde hoeveelheid water, maar ook een blokje metaal in het water.
  • Een warmtemeter is goed 
       geïsoleerd, dus alle energie 
       wordt omgezet in warmte.

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld 1 (blz 145)

Slide 5 - Diapositive

Soortelijke warmte
De soortelijke warmte van een stof is de hoeveelheid energie wat nodig is om 1 gram van een stof met 1 graad omhoog te laten stijgen.

Van water is dat: 4,18 J/g °C

Het symbool is c w

Slide 6 - Diapositive

Rekenen met soortelijke warmte



Q is de hoeveelheid warmte in J
c is de soortelijke warmte van de stof
m is de massa in gram
            is de verandering in temperatuur ( 0C /K)
ΔT

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Maak nu opgaven 7 (blz. 149)
timer
7:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

             MAAK NOGMAALS DE VOLGENDE OPGAVE
                 8, 9 (blz. 150)
ALS JE KLAAR BENT: 
timer
13:00
REGELS:
  • Schrijven in je schrift met altijd gegeven, gevraagd en formule, berekening, antwoord met grootheid en eenheid te gebruiken


  • Hulp: je boek
Voor extra oefening maak opgave 10 (blz. 150). Het antwoord is op de laatste dia van deze presentatie.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Samenvatting:
  • Wet van behoud van energie: Energie gaat nooit verloren. Met een energiestroomdiagram kun je dit aantonen.
  • Met een warmtemeter kun je meten hoeveel warmte nodig is voor het verwarmen van een bepaalde hoeveelheid water, of vloeistof of een blokje (= materiaal) dat in het water ligt
  • Met de formule Q = m . c . ΔT
       kun je de warmte, soortelijke warmte (van de stof), massa of 
       verandering in temperatuur bepalen.
  • Met de formule : E = P . t kun je de inkomende energie bepalen.
  • Met de formule van dichtheid kun je het materiaal, stofeigenschap bepalen: massa (g) delen door Volume (cm3)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

A: Zonneschoorsteen
In het Technisch Weekblad van mei 2020 staat een  artikel over zonneschoorstenen. Deze voeren geen rookgassen af maar lucht uit het gebouw. Ze kunnen zo een duurzame en energiezuinige manier zijn om gebouwen te koelen en/of te verwarmen. Ook zou deze techniek in geval van een brand mensenlevens kunnen redden .
Een zonneschoorsteen is gebruikt in een nieuw, moderne gebouw in Melbourne in Australië.
Zonlicht valt in de speciale schoorsteenkolom die overigens  niet bedoeld is voor de afvoer van rookgassen. Dankzij goed geïsoleerd glas wordt de warmte van het zonlicht opgenomen door een absorberende plaat bovenin de schoorsteen. Daardoor wordt de lucht bovenin de schoorsteen bloedheet.
Als het warm weer is, blijft de bovenkant van de schoorsteen open.

Slide 21 - Diapositive

A Zonneschoorsteen: vragen
a) Leg uit wat er gebeurt met de hete lucht boven in de schoorsteen.
b) Leg uit wat er gebeurt met de lucht in de hele schoorsteen.
Als het koud is, wordt de bovenkant van de zonneschoorsteen afgesloten.
c) Leg uit wat er nu gebeurt met de hete lucht in de schoorsteen.

Slide 22 - Diapositive

A Zonneschoorsteen
De Australische zonneschoorsteen kan de tijd die mensen  hebben om tijdens een brand uit het gebouw te ontsnappen flink verlengen.
d) Leg uit of de schoorsteen dan aan de bovenkant open moet zijn of gesloten.
Er bestaat ook een gevaar bij deze toepassing.
e) Leg uit welk gevaar dat kan zijn.

Slide 23 - Diapositive

B Rekenwerk:
Reken om en noteer de berekeningen:
273 °C =..................K                                        
100°C = ...................K
20°C =.....................K
11 K =.......................°C
220 K = ...................°C
-273 K = ..................°C

Slide 24 - Diapositive

B Rekenwerk
Zet de getallen om in tot de macht EN gebruik de voorvoegsels (vaardigheid achterin je boek) TIP: bij omzetten gebruik altijd een getal tussen de 1 en de 10.
107, 856 J =........................=................_J          12 L water = ...............g
987453 kJ = .....................= ..............._J           1, 1 L water = ................g
7653,9876 GJ =................=..............._J            0,25 L water =............g
0,0000756 mJ = ..............=..............._J

Slide 25 - Diapositive