H3.2 - Verwarmen (les 3)

Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat en een gesloten laptop op tafel hebt liggen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat en een gesloten laptop op tafel hebt liggen

Slide 1 - Diapositive

Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek gaat en een gesloten laptop op tafel hebt liggen

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 3 Energie
Paragraaf 2 Verwarmen
Deel-2

Slide 3 - Diapositive

Warmte en temperatuur
Temperatuur stijging -> gemiddelde snelheid van de moleculen neemt toe
De temperatuur is dus een maat voor de gemiddelde snelheid van de moleculen
De warmte die het water opneemt wordt gebruikt om de watermoleculen sneller te laten bewegen, ze hebben meer bewegingsenergie

Slide 4 - Diapositive

Energieomzetting
Elektrische energie -> warmte

Is het rendement 100%?

Dan -> E  = Q

Slide 5 - Diapositive

Warmtemeter (calorimeter)
  • Met een warmtemeter kun je meten hoeveel warmte nodig is voor het verwarmen van bepaalde hoeveelheid water.
  • Een warmtemeter is goed 
       geïsoleerd, dus alle energie 
       wordt omgezet in warmte.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Rekenen met (soortelijke) warmte

Formule :   Q = c x m x ΔT
Q = warmte in Joule (J)
c = soortelijke warmte (J/g.oC)
m = massa in gram (g)
ΔT= temperatuurstijging: = Teind - Tbegin (oC)

Slide 8 - Diapositive

c = SOORTELIJKE WARMTE
h
Soortelijke warmte = de warmte die nodig is om 1 gram stof 1 graden Celsius in temperatuur te laten stijgen.

Slide 9 - Diapositive

Welke stof heeft de grootste soortelijke warmte?

Slide 10 - Diapositive

Formule

E = P x t
Q = c x m x ΔT

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 1
Hoeveel warmte heb je nodig om 20 g water te laten koken wat een begintemperatuur heeft van 23 graden Celsius en een soortelijke warmte van 4,2 J/(g.oC)

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 2
Een waterkoker heeft een vermogen van 900 W en staat 4 minuten aan. In de waterkoker zit 700 gram water. Hoeveel stijgt de temperatuur als de soortelijke warmte 4,2 j/g*oC) is?

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 3
Een waterkoker (1600 W) verwarmt 1,5 L water van 20 tot 100 graden Celsius. Bereken hoeveel minuten de waterkoker daarover doet. Ga ervan uit dat alle elektrische energie wordt omgezet naar warmte.

Slide 14 - Diapositive

k
Een waterkoker (1600 W) verwarmt 1,5 L water van 20 tot 100 graden. Bereken hoeveel minuten de waterkoker daarover doet. Ga ervan uit dat alle elektrische energie wordt omgezet naar warmte.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak alle opdrachten van H3.2 + de test jezelf

Hoe? De eerste 10 minuten werk je individueel zonder overleg. Daarna mag je fluisterend overleggen

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Test jezelf af? Maak de opdrachten met een plusje of sterretje.

Slide 18 - Diapositive