H2A 12-09-2017

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Deze les

• Huiswerkcontrole

• Woordenschat afronden

• Beginnen met Grammatica Zinsdelen
  

Huiswerk voor vandaag

Woordenschat H1 (p. 23)

Maak: Opdracht 5, 6 en 7

+ neem je leesboek mee

Opdracht 5: Typ één van je zinnen met een letterlijke betekenis!

Opdracht 5: Typ één van je zinnen met een figuurlijke betekenis!

Opdracht 6

1 opoffering

2 moreel

3 front

4 perspectief

5 defensief

6 onderscheppen

7 munitie

8 escalatie

9 subtiel

10 strategie

Je houdt over: afhandig maken, arsenaal, expansie, offensief, ondermijnen.

Opdracht 7: Typ hier één van je zinnen!

Grammatica Zinsdelen

Stappenplan: p. 26

Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.


Wat is de persoonsvorm?

1. hebben gegeven
2. hebben
3. gegeven
4. we

Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.


Wat is het onderwerp?

1. zijn
2. hebben
3. we
4. mijn opa

Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.


Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. hebben gegeven
2. hebben we gegeven
3. zijn
4. gegeven

Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.


Wat is het lijdend voorwerp?

1. zijn verjaardag
2. opa
3. mijn opa
4. een fles wijn

Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.


Wat is het meewerkend voorwerp?

1. zijn verjaardag
2. opa
3. mijn opa
4. een fles wijn

Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.


Wat is de bijwoordelijke bepaling?

1. Op zijn verjaardag
2. zijn verjaardag
3. verjaardag
4. gegeven

Huiswerk voor morgen (3e uur)

Grammatica Zinsdelen H1 (p. 26-27)

Maak: Opdracht 1, 2 en 3