Evaluatie grammatica H1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Formatieve evaluatie

 

Grammatica zinsdelen

en 

woordsoorten H1

Vul het juiste voorzetsel in.

Heb vertrouwen ...... (je ouders)

1. in
2. onder
3. aan
4. op

Vul het juiste voorzetsel in.

streven ...... (een mooi cijfer)

1. in
2. onder
3. aan
4. naar

Vul het juiste voorzetsel in.

hopen ..... (een mooi cijfer)

1. over
2. op
3. aan
4. om

Vul het juiste voorzetsel in.

klagen..... (een slecht cijfer)

1. over
2. op
3. aan
4. om

Vul het juiste voorzetsel in.

Verlangen ..... (de herfstvakantie)

1. over
2. op
3. naar
4. om

Wij voetbalden vroeger altijd (op straat).

Tussen haakjes =

1. voorzetselvoorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

Hij hangt erg (aan zijn moeder).

Tussen haakjes =

1. voorzetselvoorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

Een voorzetselvoorwerp begint altijd met een voorzetsel.

1. juist
2. onjuist

Wij vertrouwen (op uw medewerking).

Tussen haakjes =

1. voorzetselvoorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

Bevat deze zin een voorzetselvoorwerp?

Om twee uur 's middags wachtte de oppas op het schoolplein op haar oppaskinderen.

1. Nee, de zin bevat geen voorzetselvoorwerp.
2. Ja, de zin bevat één voorzetselvoorwerp.
3. Ja, de zin bevat twee voorzetselvoorwerpen.
4. Ja, de zin bevat drie voorzetselvoorwerpen.

Wat is het voorzetselvoorwerp in de volgende zin?

Voor haar vertrek waarschuwden haar ouders haar voor de gevolgen.

1. voor haar vertrek
2. voor (1e keer)
3. voor de gevolgen
4. voor (2e keer)

De docent Nederlands heeft geen medelijden (met leerlingen die niet leren).

Tussen haakjes =

1. voorzetselvoorwerp
2. bijwoordelijke bepaling

zinsdelen

Benoem de onderstreepte zinsdelen. 

Kies uit: wg – ow – lv – mv – vzv – bwb. 

wg – ow – lv – mv – vzv – bwb?

De Nederlandse Spoorwegen hebben voor morgen een staking aangekondigd.

Een deel van het personeel, zo’n 100 werknemers, die ontevreden zijn over de salarisonderhandelingen en betere arbeidsomstandigheden wensen, legt het werk neer.

wg – ow – lv – mv – vzv – bwb?

Een deel van het personeel, zo’n 100 werknemers, die ontevreden zijn over de salarisonderhandelingen en betere arbeidsomstandigheden wensen, legt het werk neer.

wg – ow – lv – mv – vzv – bwb?

wg – ow – lv – mv – vzv – bwb?

Na de zoveelste mislukte onderhandeling lijkt een oplossing ver weg.

wg – ow – lv – mv – vzv – bwb?

Na de zoveelste mislukte onderhandeling kunnen ze nog niet tot een oplossing komen.

wg – ow – lv – mv – vzv – bwb?

Ook voor volgende week zijn acties aangekondigd.

wg – ow – lv – mv – vzv – bwb?

De NS biedt de reizigers bij voorbaat excuses aan.

wg – ow – lv – mv – vzv – bwb?

De NS biedt de reizigers bij voorbaat excuses aan.

Ontleed de zinnen.

Benoem van de volgende zin elk zinsdeel. Zet onder elkaar:
wg =
ond =
lv =

In het park heeft een aantal kinderen de prachtige bloemperken volledig vernield.

mv = 

bwb =

Benoem van de volgende zin elk zinsdeel. Zet onder elkaar:
wg =
ond =
lv =

Geef je me die rapporten aan het eind van de dag mee?

mv = 

bwb =

Noteer het voorzetselvoorwerp (vzv). Kort het zinsdeel niet in. Let op! Niet in elke zin zit een vzv, zet dan een X als antwoord neer.

Noteer het vzv.

Vanaf de zijlijn spoorde de coach het team aan tot betere prestaties.

Noteer het vzv.

Tijdens zijn wandeling verbaasde de boswachter zich over de vele paddenstoelen.

Noteer het vzv.

Geeft u ook iets aan de hulporganisatie Artsen zonder Grenzen?

Noteer het vzv.

Bekroont Sven zijn kampioenschap met een overwinning op de 10 kilometer?

Noteer het vzv.

Tegen die gemene beschuldigingen moet je je zo goed mogelijk verweren.

Voornaamwoorden

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden. Zet tussen de woorden een streepje - .

In mijn vakantie zijn we naar Zeeland geweest. Wat ga jij doen in die van jou?

Noteer de bezittelijke voornaamwoorden. Zet tussen de woorden een streepje - .

Zijn zoontje heeft zich enorm verwonderd over dat rare gedrag van hem tijdens hun vakantie.

Kies de juiste woordsoort voor het onderstreepte woord.

Als je je werkstuk laat zien, kan ik misschien mijn mening geven.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. vragend vnw

Kies de juiste woordsoort voor het onderstreepte woord.

Als je je werkstuk laat zien, kan ik misschien mijn mening geven.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. vragend vnw

Kies de juiste woordsoort voor het onderstreepte woord.

Als je je werkstuk laat zien, kan ik misschien mijn mening geven.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. vragend vnw

Kies de juiste woordsoort voor het onderstreepte woord.

Ik heb dat proefwerk volledig verknald, omdat ik het niet geleerd heb.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. vragend vnw

Kies de juiste woordsoort voor het onderstreepte woord.

Ik heb dat proefwerk volledig verknald, omdat ik het niet geleerd heb.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. lidwoord

Kies de juiste woordsoort voor het onderstreepte woord.

Dat mobieltje is van haar; geef hem direct terug.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. vragend vnw

Kies de juiste woordsoort voor het onderstreepte woord.

Dat mobieltje is van haar; geef hem direct terug.

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. vragend vnw

Kies de juiste woordsoort voor het onderstreepte woord.

Weet je al wat je vanavond wil eten?

1. persoonlijk vnw
2. bezittelijk vnw
3. aanwijzend vnw
4. vragend vnw

Andere woordsoorten

Benoem de vier dikgedrukte woorden in de volgende zin. Kies uit: lw – zn – bn – hww – zww – vz
Noteer het als volgt: lw - bn - zn - vz (je hoeft de woorden dus niet over te typen).

Heeft mevrouw Broeren bewijzen laten zien tijdens het verhoor bij de politie?

Benoem de vier dikgedrukte woorden in de volgende zin. Kies uit: lw – zn – bn – hww – zww – vz
Noteer het als volgt: lw - bn - zn - vz (je hoeft de woorden dus niet over te typen).

Heeft mevrouw Broeren bewijzen laten zien tijdens het verhoor bij de politie?

Benoem de vier dikgedrukte woorden in de volgende zin. Kies uit: lw – zn – bn – hww – zww – vz
Noteer het als volgt: lw - bn - zn - vz (je hoeft de woorden dus niet over te typen).

Heeft mevrouw Broeren bewijzen laten zien tijdens het verhoor bij de politie?

Woordsoorten

Benoem de onderstreepte woorden. Kies uit: zn – bn – vz – zww – hww – psv – bzv – vrv – awv – bw

Noteer alleen de letter en de benoeming. Zet tussen je antwoorden een schuine streep: zn / bn

zn – bn – vz – zww – hww – psv – bzv – vrv – awv – bw

Volgens een behoorlijk oude, Chinese wijsheid is de stilte de hoogste openbaring.

zn – bn – vz – zww – hww – psv – bzv – vrv – awv – bw

Moet die secretaresse van u  haar  verouderde laptop ook in uw nieuwe kantoor gaan gebruiken?

zn – bn – vz – zww – hww – psv – bzv – vrv – awv – bw

Wanneer  zijn  hij en zijn klasgenoten in Elburg  blijven kamperen?