Bij een eenparige cirkelbeweging staat de snelheid altijd loodrecht op de straal van de cirkel.
A
waar
B
niet waar
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Bij een eenparige cirkelbeweging staat de snelheid altijd loodrecht op de straal van de cirkel.
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quiz
Bij een eenparige cirkelbeweging is de grootte van de snelheid constant.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
Bij een eenparige cirkelbeweging is de Fres = 0 N.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Bij een eenparige cirkelbeweging is er een versnelling naar het middelpunt van de cirkel gericht.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Bij deze looping is de snelheid is overal hetzelfde. De normaalkracht is dan ook overal het zelfde.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Als de schuifweerstand groter is dan de benodigde middelpuntzoekende kracht, dan vliegt de schaatser uit de bocht.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Als in het hoogste punt de zwaartekracht op de bal groter is dan de benodigde middelpuntzoekende kracht, dan valt de bal naar beneden.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Als de baansnelheid 2x zo groot wordt en de baanstraal blijft hetzelfde, dan wordt de middelpuntzoekende kracht 2x zo groot.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
De aarde cirkelt om de zon. De aantrekkingskracht van de zon op de aarde is groter dan de aantrekkingskracht van de aarde op de zon.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Twee satellieten A en B cirkelen om de aarde met een zelfde snelheid. De massa van A is groter dan de massa van B. Er geldt dan dat beide satellieten op dezelfde hoogte boven de aarde staan.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Welke kracht(en) levert/leveren de middelpuntzoekende kracht op het stoeltje van een zweefmolen?
A
Zwaartekracht, voorwaartse kracht, spankracht
B
Zwaartekracht, spankracht
C
Zwaartekracht,
middelpuntzoekende kracht
D
Spankracht
Slide 11 - Quiz
De aarde beweegt in een cirkelbaan om de zon. Welke van deze krachten is de oorzaak van deze beweging?
A
Fvw
B
Fg
C
Fg en Fmpz samen
D
Fmpz
Slide 12 - Quiz
De maan valt niet op de aarde, omdat
A
De resulterende kracht op de maan 0 N is.
B
de maan niet alleen door de aarde, maar ook door de zon wordt aangetrokken.
C
Antwoorden A en B zijn beide juist.
D
Geen van de andere antwoorden is juist.
Slide 13 - Quiz
Een motorrijder maakt een schuine bocht. Welke kracht(en) werken er op hem?
A
Normaalkracht, zwaartekracht en wrijvingskracht
B
Normaalkracht, zwaartekracht, wrijvingskracht en middelpuntzoekende kracht