Persoonlijke verzorging

• basiszorg
• MBO
• Studiejaar 1

Persoonlijke verzorging

Terugblik

Vorige les:

Zelfredzaamheid

Leerdoel

Je kunt uitleggen hoe je ondersteuning biedt bij persoonlijke verzorging.

Persoonlijke verzorging

Persoonlijke verzorging is alles wat je dagelijks doet om jezelf schoon en verzorgd te houden. 

Persoonlijke verzorging: Het verzorgen van de huid, slijmvliezen, haren, nagels, mondhygiëne en uiterlijke verzorging

Persoonlijke verzorging

Het is belangrijk voor:

• Een goede gezondheid --> kleinere kans op infectieziekten;
• De invloed op andere mensen --> sociale contacten;
• Het gevoel --> je voelt je vaak opgeknapt en fris na een wasbeurt.

Geef drie voorbeelden van persoonlijke verzorging

Aandachtspunten bij persoonlijke verzorging:

- Protocollen volgen: Zorg voor de juiste materialen en volg de stappenplannen.

- Handhygiëne: Was en desinfecteer je handen; gebruik handschoenen bij lichaamsvloeistoffen.

- Veilige omgeving: Controleer watertemperatuur, hulpmiddelen en ruimte.

- Milieubewust: Gebruik alleen wat nodig is, voorkom verspilling.

- Stimuleer zelfredzaamheid: Laat cliënten zoveel mogelijk zelf doen.

- Privacy waarborgen: Dek de cliënt af en sluit deuren of gordijnen.

- Huid observeren: Let op wondjes of verkleuringen, met toestemming.

- Voorkom verwondingen: Geen sieraden, korte nagels.

- Ergonomisch werken: Gebruik hulpmiddelen en til met je benen.  

             Hulp bij aan- en uitkleden

- Wensen van de cliënt: Laat de cliënt zelf kleding kiezen; vraag zo nodig hulp van naasten.

- Schoon en heel: Zorg dat de kleding schoon en onbeschadigd is.

- Zelfredzaamheid stimuleren: Moedig de cliënt aan om zoveel mogelijk zelf te doen.

- Privacy waarborgen: Sluit deuren of gordijnen en dek de cliënt af.

- Comfort: Zorg voor een aangename temperatuur in de kamer.

- Zorgplan volgen: Bied hulp op maat, afhankelijk van de behoeften van de cliënt.  

Bijzondere situaties bij aan- en uitkleden

- Pijn: Bij uittrekken, begin met de gezonde arm. Bij aantrekken, start met de pijnlijke arm.

- Verlamming: Eerst de verlamde kant aankleden, bij uitkleden andersom.

- Spasticiteit: Blijf rustig en vermijd stress om verergering te voorkomen.

- Dementie: Werk gestructureerd, volg de juiste volgorde en bescherm kleding bij incontinentie.  

Aanpassingen en hulpmiddelen bij aankleden

- Aangepaste kleding: Wijdere kleding, grotere knopen, klittenband en elastische veters maken aankleden makkelijker.

- Hulpmiddelen: Knopenhaak, kleedstok, kousenhulp, ritssluitinghulp, en verlengde schoenlepel.

- Steunkousen: Gebruik een glijzak om steunkousen gemakkelijker aan- en uit te trekken.

- Zelfredzaamheid: Aanpassingen bevorderen de zelfstandigheid van de cliënt.  

Hulp bieden bij het wassen

- Plaats: Wassen kan aan de wastafel, in de douche, in bad of op bed, afhankelijk van de cliënt.

- Wastafel: Geschikt voor cliënten die deels zelfstandig zijn; assisteer waar nodig.

- Douche/bad: Let op veiligheid: controleer watertemperatuur, gebruik antislipmatten en help       bij in- en uitstappen.

- Bed: Kies voor verzorgend wassen bij cliënten die niet kunnen bewegen.

- Rol van de helpende: Assisteren, toezicht houden, veiligheid waarborgen en comfort bieden.  

Les van volgende week

Verzorgend wassen

Aandachtspunten bij het verzorgend wassen

Hulp bieden bij mondzorg

Hulp bieden bij uiterlijke verzorging

Opdracht

Its Learning

Evaluatie van de les