TL Ordening basisstof 3 4 en 5 (Plant schimmels bacterie)

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
Terugkijken naar
-Basisstof 3: planten
-de 2 groepen planten
Uitleg basisstof 4: schimmels
vooruitblik basisstof 5: bacteriën

Slide 2 - Diapositive

Het rijk van de planten

Slide 3 - Diapositive

de 6 onderdelen van een plantencel?!

Slide 4 - Carte mentale

Alle cellen op een rijtje

Slide 5 - Diapositive

Alle planten kunnen we in 2 groepen indelen. hoe heten deze 2 groepen ook alweer?

Slide 6 - Question ouverte

Zaadplanten
  • Wortels, stengels, bladeren
  • Wel bloemen
  • Voortplanting door zaden


Slide 7 - Diapositive

Sporenplanten
  • Wortels, stengels, bladeren
  • geen bloemen
  • Voortplanting door sporen
  • Indeling:

      - Mossen (haarmos)

      - Paardenstaarten (heermoes)

      - Varens (mannetjesvaren)

Slide 8 - Diapositive

opdrachten 2 3 5 7 en 9 van 3.3
GELUKT?!?!

Slide 9 - Diapositive

Het rijk van de schimmels BS 4

Slide 10 - Diapositive

Schimmels
  • hebben celkernen
  • hebben celwanden
  • hebben geen bladgroenkorrels
  • opgebouwd uit dunne schimmeldraden
  • planten zich voort door sporen

Slide 11 - Diapositive

Paddenstoelen zijn voortplantingsorganen van schimmels

Slide 12 - Diapositive

Nuttig
  • ruimen dode resten op van organismen
  • van de penseelschimmel wordt antibiotica ( penicilline) gemaakt (maken bacteriën dood)
  • sommige paddenstoelen kun je eten

Slide 13 - Diapositive

Schadelijke schimmels
  • kunnen voedsel bederven
  • veroorzaken zwemmerseczeem

Slide 14 - Diapositive

Bereiding van voedsel
  • gist in brood
  • franse schimmelkaas
  • bier
  • wijn

Slide 15 - Diapositive

Hebben schimmels een celkern?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Voor de bereiding van brood gebruiken we gist
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Schimmels horen bij het rijk van planten
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

In de ondergrondse kamers kunnen de mieren wel schimmels kweken maar geen planten. Leg uit (denk aan de celkenmerken van plantencel)

Slide 20 - Question ouverte

Waardoor kunnen de schimmels zich niet voortplanten in de schimmeltuinen?

Slide 21 - Question ouverte

Waardoor is het in stukjes gekauwde blad geschikt als voedsel voor de schimmels?

Slide 22 - Question ouverte

opdrachten 1,2 4 EN 8

Slide 23 - Diapositive

3.5 bacteriën
Bacteriën zijn eencellig en hebben geen celkern, wel een celwand.

ze planten zich voort door middel van delingen.

Slide 24 - Diapositive

Bacteriën
 Met een gewone microscoop alleen als 
 kleine puntjes of streepjes ziet. 
je moet een speciale elektronenmicroscoop hebben om ze goed te zien.
                                         
Alleen als je ze honderdduizenden keren vergroot, kun je zien hoe ze 
er in werkelijkheid uitzien.

Slide 25 - Diapositive

Een bacterie
A
bestaat uit een bacteriekolonie
B
bestaat uit een klein groepje cellen
C
bestaat uit 1 cel
D
is geen cel

Slide 26 - Quiz

Voortplanting 
van bacteriën
Bacteriën planten zich voort door te delen.
Hoe ze dat doen?

1.  Eén bacterie deelt in tweeën.
2.  Die 2 groeien totdat ze weer even groot zijn.
3.  Dan gaan die 2 zich ook weer delen.
4.  Dan zijn er 4 en die gaan zich ook weer delen......

Bij gunstige omstandigheden delen ze zich elk half uur. 
Er moet dan voedsel en vocht zijn en de temperatuur moet goed zijn. 
Er ontstaat dan een hele grote groep, zo'n groep noem je een bacteriekolonie. 
Een bacteriekolonie kun je met het blote oog zien.


Slide 27 - Diapositive

bacteriën
vermenigvuldigen door:
 delen, groeien, delen, groeien, delen, groeien, delen............




Slide 28 - Diapositive

De meeste bacteriën voeden zich met resten van dode organismen. 
Zo ruimen bacteriën andere organismen op. 
Het menselijk lichaam telt 10 x meer bacteriën dan cellen
Het menselijk lichaam telt 10x meer bacterien dan cellen
In de darmen zitten ontzettend veel bacteriën. De meeste zijn nuttig. 
Ze helpen bij het verteren van voedsel.
Door de goede, nuttige bacteriën hebben schadelijke bacteriën geen kans. Nuttige bacteriën beschermen de huid.
In je mond zitten 25 x meer bacteriën 
dan er mensen op de aarde leven.
Het zijn veel nuttige bacteriën maar er zijn ook schadelijke bacteriën.
Nuttige bacteriën

Slide 29 - Diapositive

Voortplanting van Bacteriën:
Bacteriën planten zich voort
door te delen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 30 - Quiz

Voedsel maken

Bacteriën kunnen een rol hebben bij het maken van voedsel.

Die speciale bacteriën worden gebruikt bij het maken van voedingsmiddelen.

Slide 31 - Diapositive



Dit product is gemaakt
met bacteriën.

zuurkool
A
ja
B
nee, juist met schimmels
C
soms wel
D
soms niet

Slide 32 - Quiz

Schadelijke bacteriën
Voedsel bestaat uit (delen van) organismen.

Voorbeelden hiervan zijn: vlees, vis, fruit en groenten. 

Voor bacteriën is dat voedsel, daarom kunnen ze daar 
goed op leven. 

Het voedsel gaat daardoor bederven. Als wij bedorven voedsel eten, kunnen we daarvan ziek worden.

Er zijn bepaalde soorten bacteriën die mensen ziek kunnen maken. De huisarts zal dan een antibioticum voorschrijven.
Dat antibioticum dood de schadelijke bacteriën.
Een voorbeeld is penicilline maar er zijn meer antibiotica.
longontsteking
blaasontsteking

Slide 33 - Diapositive

Praktijk
Bacteriekolonies
(niet mogelijk in 2021)
Je moet wel snappen en kunnen uitleggen hoe het zit

Slide 34 - Diapositive

Petrischaal met voedingsbodem.

Dit kunnen we helaas in januari 2021 niet uitvoeren
Met een wattenstaafje met bacteriën, wordt over de voedingsbodem gestreken

THUIS NIET uitvoeren!

Slide 35 - Diapositive

Bacterie kolonie
Meerdere bacteriën bij elkaar. 
Te zien zonder microscoop

Met een wattenstaafje (met bacteriën) is zachtjes 
in de voeding gedrukt. 

De bacteriën delen, ze vermeerderen zich.
Je ziet hier verschillende bacterie kolonies.

Met een wattenstaafje (met bacteriën) is zachtjes in de voeding gedrukt en zijn er 'streepjes'  over de voeding getrokken.

De bacteriën delen, ze vermeerderen zich.

Je ziet bacterie kolonies (een kolonie wordt gevormd door heel veel bacteriën bij elkaar. 

Slide 36 - Diapositive

Bacteriën hebben
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 37 - Quiz

Roy zegt: Bacteriën planten
zich voort door deling

Emily zegt dat bacteriën zich voeden met dode resten van organismen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Roy: waar Emily: niet waar
D
Roy: niet waar Emily: waar

Slide 38 - Quiz

Bacteriën
A
zijn nuttig omdat ze een beschermende laag op je huid vormen
B
zijn nuttig voor de natuur, ruimen (resten) van organismen op
C
zijn nuttig omdat ze voorkomen dat het glazuur van je tanden wordt aangetast
D
A, B en C zijn waar

Slide 39 - Quiz

Bacteriën kunnen zich elke 30 minuten delen. Als er één is:

Roy zegt: Na 2 uur zijn er dan al 16
Tess zegt:
Na 4 uur zijn er dan al 256

A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Roy: waar Tess: nietwaar
D
Roy: nietwaar Tess: waar

Slide 40 - Quiz

Antibiotica doodt alle bacteriën
Wat is daarvan het nadeel?
Leg uit!

Slide 41 - Question ouverte

opdrachten 1,2 en 3

Slide 42 - Diapositive