Hoofdstuk 4: Ondersteunen bij Persoonlijke Verzorging

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Communiceren met de zorgvrager

Vandaag 22-09-2023

- Huiswerk en boek controle 

- opdracht 3.10 

na bespreken

- Begin maken met hoofdstuk 4  

Hoofdstuk 4. 

Ondersteunen bij persoonlijke verzorging 

Doelstellingen

Weet je wat er wordt er verstaan onder de volgende begrippen:

• Basiszorg
• Hygienisch werken
• Privacy en intimiteit
• Persoonlijke verzorging
• Autonomie en zelfredzaamheid
• Sociaal netwerk

Wie en wanneer heeft iemand persoonlijke ondersteuning nodig?

In de thuiszorg, gehandicaptenzorg, jeugdinstelling, verpleeg - verzorgingshuis

Hulp en ondersteuning nodig bij hun persoonlijke verzorging. 

Basiszorg: tandenpoetsen, douchen en het aantrekken van schone kleding. 

Wat is basiszorg?
Voorbeelden?

Basiszorg

Medische zorg

Tanden Poetsen

Douchen

aantrekken van schone kleren

Medicijnen toedienen

Wonden verzorgen

Hygiëne tijdens basiszorg  

Waarom is persoonlijke verzorging zo belangrijk? 

- Belangrijk om je goed te voelen en gezond te blijven , je ruikt weer lekker als je gewassen bent! 

Wat wordt bedoeld met hygiëne?

Handhygiëne

Handen  wassen

Handen desinfecteren

(Dood meer ziektekiemen dan bij het wassen)

Handen verzorgen

(aanbrengen van handcrème en handlotion)

Wanneer was jij je handen?

Toilet bent geweest

Als je handen zichtbaar vuil zijn

Als je een zorgvrager/patiënt gaat verzorgen

Hoe noem je dit?

Richtlijnen handhygiene in de zorg
Wat mag NIET?

1. Korte nagels
2. Horloge mag je om laten
3. Sieraden af en geen kunstnagels
4. Trouwring mag je om laten

Wat is het verschil tussen handen wassen en desinfecteren?

Maken

Opdrachten uit het boek

4.01 + 4.04 + 4.05 + 4.06 

bladzijde 183 t/m 191

28 september opdracht bespreken

Bladzijde 185 

4.01 + 4.04 + 4.05 + 4.06 

Opdracht 4.01 

A. Handen wassen na het toilet gaan

Afwassen 

Sporten, gezond eten 

C. lichaamsgeur van Carlo, wat vind je daarvan? 

D.  Dat je hygiëne-voorschriften van de instelling opvolgt.

 Dat je jezelf goed verzorgd

 Dat je op tijd bent en afspraken nakomt.

e. Maatregelen zijn:

Hygiënisch werken – regelmatig handen wassen.

Geen vuile spullen op de kamer laten liggen.

 Als je verkouden bent gebruik maken van papieren zakdoeken.

Opdracht 4.04

A. Het doel van handhygiëne is het voorkomen van verspreiding van micro-organismen via de handen. Tijdens de verzorging van zorgvragers komen er allerlei bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers op de handen. Wanneer zorgmedewerkers hun handen niet goed wassen/desinfecteren, kunnen de micro-organismen zich verspreiden van zorgvrager naar zorgvrager. Dit kan infecties, zoals diarree, een luchtweginfectie of wondinfecties veroorzaken bij zorgvragers. Daarnaast kunnen zorgmedewerkers zelf besmet raken. Bij het goed volgen van de richtlijnen zou een flink deel van de ziekenhuisinfecties kunnen worden voorkomen en daarmee ook levens gespaard kunnen worden.

b. Antwoord afhankelijk van inbreng van leerling.

c. Antwoord afhankelijk van inbreng van leerling.

Opdracht 4.05

Desinfecteren = Grondig reinigen, Ontsmetten, Steriliseren, Bacterie- en ziektekiemvrij maken

Met alcohol!! 

Opdracht 4.06

a. Via de handen

b. Met handen wassen wordt vuil verwijderd. Met handen desinfecteren worden ziektekiemen gedood.

c. Zet de antwoorden op de juiste plaats.

Handen wassen als je hebt gegeten – als je handen zichtbaar vuil zijn

Handen desinfecteren als je een wond hebt verzorgd – als je een zorgvrager geholpen hebt naar het toilet te gaan.

d. Je gebruikt handschoenen tijdens alle aangegeven situaties

e. Nee, je moet dan ook nog je handen wassen of desinfecteren. Het dragen van handschoenen is geen vervanging voor handhygiëne. Handschoenen kunnen kapot gaan en tijdens het uittrekken kunnen de handen toch nog worden besmet.

f. Sieraden dragen =   Nee

Een piercing =  Toegestaan mits dit geen hinder geeft tijdens de verzorging of in contact komt met de zorgvrager.

Kunstnagels =  Nee

Tattoo Is toegestaan. = Als je gaat werken in de zorg moet je er wel rekening mee houden dat het bovenstuk van de dienstkleding (i.v.m. hygiëne) korte mouwen heeft.

4.6 Omgaan met privacy & intimiteit

Bladzijde: 192

Privacy (in de zorg)

Privacy en Intimiteit

• Privacy = je eigen plek hebben, waar je geen last hebt van anderen
• Intimiteit = lichamelijk dicht bij elkaar zijn
• Intieme zone = minder dan 45cm afstand tussen jou en de zorgvrager

Samen maken: blz. 192, 193 en 194

Opdracht: 4.07 + 4.08 

Persoonlijke verzorging

• Verzorging van de huid
• Haarverzorging
• Mondverzorging
• Hulp bij het aan- en uitkleden
• Hulp bij naar het toilet gaan
• Hulp bij het eten en drinken

Bladzijde: 195 t/m 205

Groepjes

Vragen beantwoorden:

Waarom zo belangrijk? 

Waar let je op? 

Bij wie pas je deze zorg toe, voorbeeld? 

Onderwerpen: 

1. Verzorging van de huid

2. Haarverzorging

3. Mondverzorging

4. Hulp bij het aan- en uitkleden

5. Hulp bij naar het toilet gaan / wat betekend incontinent? 

6. Hulp bij het eten en drinken

TIP pak boek / presenteer 

Huiswerk

Bladzijde: 195 

4.07 + 4.08 + 4.09  en 4.12 en 4.15 en 4.16 

Huiswerk na bespreken

Opdracht 4.07

a. Privacy veel of weinig behoefte en waarom? 

b. Wanneer heb je privacy nodig zelf? 

c. In de zorg is het gebruikelijk dat je klopt en wacht totdat de zorgvrager aangeeft dat je binnen mag komen. Als de zorgvrager niet in staat is dit aan te geven (denk vb. aan ernstig verstandelijk beperkte- en dementerende zorgvragers) dan maak je hierover afspraken binnen het team en met de contactpersonen van de zorgvragers.

Opdracht 4.08

a.  Voorbeelden: met je familie, vriend/vriendin, tandarts- of arts controle.

b. Tijdens het uitoefenen van een (contact)sport / in een overvolle lift / bij een popconcert.

c. Hoe ervaar jij dit? 

d. Tobias voelt zich ongemakkelijk met de situatie. Hij vertoont schaamte. Voor Tobias kan het extra ongemakkelijk zijn omdat Nadine van zijn leeftijd is.

e.  Mogelijk antwoord kan zijn: Tobias vragen of hij het goed vindt dat je hem komt verzorgen of dat hij liever heeft dat een bekende verzorgende hem helpt.

Opdracht 4.09 Wassen

a. 5 cm is al voldoende, badje van de baby! 

b. Zorg dat het water niet warmer is dan 37 graden (controleer dit met een badthermometer). Droog de baby goed af. Je moet de huid tussen de plooien goed droogmaken. Laat de baby niet alleen in bad of op de commode liggen.

c. Prettig of niet prettig? 

d. Ooit zelf al meegemaakt? Gewassen door iemand anders? 

e. Welke persoonlijke wensen moet jouw zorgverlener dan rekening mee houden? 

Opdracht 4.12 

a. Meneer donders 

b. Het kan zijn dat meneer Donders bang is en niet weet wat er gaat gebeuren.

c. De manier waarop Monique meneer Donders benadert is een goede manier. Het is belangrijk dat je goed uitlegt wat je gaat doen of wat er gaat gebeuren. Wees kort en duidelijk in je verhaal. Blijf vriendelijk, ga niet dwingen of aan de arm trekken.

Opdracht 4.15

opdracht 4.16 

a. De warme maaltijd voor een peuter zou bestaan uit: Antwoord is afhankelijk van inbreng van leerling. Mogelijk antwoord is: een warme en gevarieerde maaltijd die uit groente, aardappelen/rijst/pasta en vlees/gevogelte/vis bestaat. Hoeveelheid: 2 opscheplepels groente, 2 opscheplepels aardappelen en ongeveer 1 opscheplepel vlees. Als nagerecht kun je een 

toetje geven.

B. Welke eet gewoonte heb jij? Ik laat bijvoorbeeld altijd iets liggen. 

c. Bespreken bij B. 

4.6 Autonomie en Zelfredzaamheid

blz. 209 t/m 213

Wat betekend het? 

2 lastige woorden, maar wat betekend het nou eigenlijk: 

• Autonomie = zelfstandigheid en zelfbeschikking (voor jezelf kunnen kiezen) Zelf keuzes maken en keuzes van anderen respecteren. Zelf nadenken over je manier van werken. Vertrouwen geven en ontvangen. Verantwoordelijkheid nemen.
• Zelfredzaamheid = wanneer je voor jezelf kan zorgen  

Bladzijde 209 

Opdracht 4.19 

Eigenwaarde

Betekend dat je jezelf waardevol vindt, los van wat anderen ervan denken (zelfrespect)

Als een zorgvrager minder afhankelijk is van een andere zal hij zich prettiger voelen

Vergrijzing? 

Sociale steun

In het contact met andere zijn 

Sociale steun

In het contact met anderen ontvang je liefde, vriendschap, genegenheid en het gevoel dat je erbij hoort.

Insta 

= voorbeeld van een 

Sociaal netwerk 

Sociale steun krijg je vanuit dit netwerk. 

Sociaal netwerk (omgeving)

Je familie, ouders, opa en oma, vrienden, klasgenoten

Mantelzorg 

Drie miljoen mensen in Nederland zorgen voor hun zieke of gehandicapte, vader, moeder, oma of opa, broer, zus of andere familie lid, vriend of buurman/vrouw 

Maken

Bladzijde 213 t/m 218

Opdrachten 4.22 + 4.23 + 4.24

Klaar? Laten aftekenen

Begrippenlijst maken

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃