Les 5

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Mardi 17 septembre
Le programme pour aujourd'hui :
- Jij kunt zeggen en schrijven hoe je heet, waar je woont en hoe gaat het met jou;
- Jij kunt lidwoorden aanpassen;
- Jij kunt korte teksten begrijpen over personen en hun omgeving.

Slide 2 - Diapositive

Objectif numéro 1
Jij kunt zeggen hoe je heet, hoe oud ben jij, waar je bent en hoe gaat het met jou.

Slide 3 - Diapositive

Antwoord de vraag: hoe heet je? (Ik heet... - in het Frans)

Slide 4 - Question ouverte

Antwoord de vraag: waar woon jij? (ik woon in... - in het Frans)

Slide 5 - Question ouverte

Antwoord de vraag: Hoe gaat het? (Het gaat... - in het Frans)

Slide 6 - Question ouverte

Objectif numéro 2
Jij kunt lidwoorden aanpassen

Slide 7 - Diapositive

Sleep het woord naar het juiste vakje. 
Mannelijk
Vrouwelijk
Meervoud 
Le garçon
Les quartiers
La fille

Slide 8 - Question de remorquage

Enkelvoud / meervoud
Regarde bien :
Le collège (enkelvoud) - les collèges (meervoud)
La fille (enkelvoud) - les filles (meervoud)

Wat is de meervoud van "le" of "la"? 
En hoe maak jij het meervoud van een zelfstandig naamwoord?

Slide 9 - Diapositive

Enkelvoud / meervoud
Regarde bien :

Le collège (enkelvoud) - les collèges (meervoud)
La fille (enkelvoud) - les filles (meervoud)


Slide 10 - Diapositive

"la classe" in de meervoud:

Slide 11 - Question ouverte

"un" ou "une" ?
  • le garçon francais = "un" ou "une" garçon francais ?
  • un garçon francais 
  • la fille néerlandaise = "un" ou "une" fille néerlandaise ?
  • une fille néerlandaise
  • le collège = "un" ou "une" collège ?
  • un collège

Slide 12 - Diapositive

un
une
la fille
la passion
le camping
La tante
La soeur
Le garçon

Slide 13 - Question de remorquage

Objectif numéro 3
Jij kunt de klinkerbotsing begrijpen en aanpassen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Klinkerbotsing
le hôtel 
le océan

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Klinkerbotsing
le hôtel = l'hôtel
le océan = l'océan

Slide 18 - Diapositive

"le aéroport" ou "l'aéroport"? Pourquoi/ waarom?

Slide 19 - Question ouverte

Klinkerbotsing : Pouf ! Apostrophe !
klinker + klinker
of
klinker + "h"
= Pouf ! Apostrophe !
le ami (de vriend) = l'ami

Slide 20 - Diapositive

Madame Baichere habite à Amsterdam. Et toi, tu habites où ?

Slide 21 - Question ouverte

Objectif numéro 4
Jij kunt korte teksten begrijpen over personen en hun omgeving.

Slide 22 - Diapositive

Objectif numéro 4

1/ Ouvre le livre page 16. La classe lit / leest;

2/ Zelfstandig werken: alle opdrachten t/m exercice 6, vraag 9 (pages 17 et 18).

Klaar? Oefen met Quizlet de woorden van Apprendre 1 en 2 (zie links in Magister).

Slide 23 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
- Jij kunt zeggen hoe je heet, waar je woont en hoe gaat het met jou;
- Jij kunt lidwoorden aanpassen;
- Jij kunt korte teksten begrijpen over personen en hun omgeving.

Slide 24 - Diapositive

Heb je de lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage