H4 Past simple versus present perfect

Learning Intentions
  1. I know the difference between the past simple and the present perfect (rules)
  2. I know when to use which tense (signal words)
  3. I know how to form the two tenses
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Learning Intentions
  1. I know the difference between the past simple and the present perfect (rules)
  2. I know when to use which tense (signal words)
  3. I know how to form the two tenses

Slide 1 - Diapositive

What is the difference?
I worked here for three years.
I have worked here for three years.

Slide 2 - Diapositive

past simple: rules, form and key words
*Duidelijke tijdsaanduiding - iets is in het verleden gebeurd en ook afgerond

I met my wife in 1983.
When I was a boy, I walked a mile to school every day.
We didn't go to school by bus.
Did you go out yesterday evening?

*Key words LADY + when:  Last ... , Ago, Days/Dates, Yesterday/Year/when

 

Slide 3 - Diapositive

PRESENT PERFECT (v.t.t)
Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.               Relatie met heden!

Voorbeelden: 
Bob and Tom have known each other since 2007. 
 Sharon has broken her leg.  --> now she can't walk without crutches

Slide 4 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN present perfect
Ezelsbrug: "Styf Harnasje"
  • SO FAR - TOT DUSVER
  • TILL NOW - TOT NU
  • YET - AL (IN VRAAGZINNEN) OF NOG NIET (ONTKENNINGEN)
  • FOR - VOOR TIJDSDUUR  (LET OP: KAN OOK PAST SIMPLE)

  • HOW LONG? - HOE LANG
  • ALWAYS - ALTIJD (AL) (LET OP: OOK PRES. SIMPLE)
  • RECENTLY - DE LAATSTE TIJD
  • NEVER - NOOIT (LET OP: OOK PRES. SIMPLE)
  • ALREADY - AL
  • SINCE - SINDS
  • JUST - NET
  • EVER - OOIT

Slide 5 - Diapositive

Verschil met NL 1: Hoe vertaal je....?
Ik speel hockey vanaf 2017.

Slide 6 - Question ouverte

Verschil met NL 2: Hoe vertaal je....?

Zij zijn vorige week vrijdag verhuisd.

Slide 7 - Question ouverte

School ... (not/start) yet.
(gebruik korte vorm met ...n't)

Slide 8 - Question ouverte

Peter ____ (not/play) football yesterday.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Lien

TODAY'S PROGRAMME

INDIVIDUAL TALKS ON PROGRESS WHILE THE REST IS WORKING OR READING TYRELL (SEE STUDY GUIDE)

Slide 15 - Diapositive