Examentraining 5H/V

Examentraining 5H/V
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Examentraining 5H/V

Slide 1 - Diapositive

Stappenplan

Slide 2 - Diapositive

Woordenboekgebruik
Gebruik NIET meteen je woordenboek.
Anders raak je echt in tijdnood!

Kijk eerst of je de betekenis van een woord op een andere manier kunt achterhalen. Misschien lijkt het woord op een andere taal die je kent, wordt de betekenis in een voetnoot gegeven of kun je de betekenis uit de context afleiden.

Slide 3 - Diapositive

Traduis les connecteurs
ook
ten eerste
inderdaad
ongetwijfeld
zelfs
dus
également
d'abord
en effet
sans aucun doute
même
donc

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Open vragen
Open vragen worden in het Cito-examen altijd in het Nederlands gesteld. Je beantwoordt deze vragen ook in het Nederlands, tenzij er om een citaat gevraagd wordt uit de tekst.
Er zijn drie soorten open vragen die je kunt tegenkomen in het examen:
- open vraag waarbij je in het Nederlands een antwoord moet formuleren
- open vraag waarbij je antwoordt met een citaat uit de tekst
- open vraag waarbij je één gegeven (bijvoorbeeld de naam van een persoon) moet geven

Slide 8 - Diapositive

Open vragen: aanpak
1. Lees de open vraag nauwkeurig. Vertaal eventuele citaten. 
2. Ga na welke informatie wordt gevraagd in de opdracht en benoem dit voor jezelf. Bedenk vervolgens naar wat voor soort informatie je moet zoeken in de tekst. Structuurwoorden (oorzaak, voorbeeld)? Woorden met een positieve of negatieve strekking? Een bepaald thema?
3. Ga vervolgens op zoek naar die informatie in de tekst en onderstreep het tekstgedeelte waar je denkt dat het antwoord zich bevindt.
4. Formuleer je antwoord.
- Als je in het Nederlands een antwoord moet formuleren, vertaal je eerst letterlijk het tekstgedeelte. Zet daarna de letterlijk vertaalde zin om naar een lopende zin in correct Ned.
- Als er om een citaat wordt gevraagd, schrijf je de eerste (twee) woorden van het citaat op.
- Als er om één gegeven wordt gevraagd, schrijf je alléén dat ene gegeven op.

Slide 9 - Diapositive

TIPS & TRUCS

om in te zetten bij het eindexamen Frans

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

parce que
mais
pourtant
par exemple
si
par contre
donc
ensuite
bref
en plus
daarentegen
dus
bovendien
omdat
kortom
vervolgens
toch
bijvoorbeeld
maar
als

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Vidéo