H6§4FE

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, vwo
• Leerjaar 3

§4 Mensen in het zand- en lösslandschap

Grove korrels
Onvruchtbaar
Water zakt snel weg

Kenmerken van:

1. Zand
2. Löss
3. Klei
4. Veen

Vezels
Vruchtbaar
Houdt water vast

Kenmerken van:

1. Zand
2. Löss
3. Klei
4. Veen

Heel fijn zand
Vruchtbaar
Houdt water vast

Kenmerken van:

1. Zand
2. Löss
3. Klei
4. Veen

Heel fijne structuur
Vruchtbaar
Water zakt niet weg

Kenmerken van:

1. Zand
2. Löss
3. Klei
4. Veen

Hiernaast afgebeeld zie je een zandlandschap. Zand is onvruchtbaar. Hoe lukte het men om hier toch gewassen te verbouwen?

Drie begrippen kenmerken de verandering in de landbouw na 1950.
Welk begrip hoort hier niet bij.

1. biodiversiteit
2. intensivering
3. schaalvergroting
4. specialisatie

Wat wordt er bedoeld als
men zegt, dat de veeteelt
in dienst staat van de
akkerbouw?

Waarom is de grote invoer van veevoer (soja) in de landbouw niet duurzaam?

Wat is de meest
voorkomende
grondsoort in
Zuid-Limburg?

1. zand
2. klei
3. löss
4. veen

De Vaalserberg is het
hoogste punt van
Nederland.
Hoe hoog is deze 'berg'?

1. 62m
2. 4850m
3. 112,32m
4. 322m

Welke van onderstaande
maatregelen tegen
bodemerosie wordt niet
door boeren in
Zuid-Limburg toegepast?

1. ploegen langs hoogtelijnen
2. monocultuur
3. stalmest in plaats van kunstmest
4. terrassen aanleggen