PSY-A Herhaling H3

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Rachael Demir-Mutlu

PSY-A Periode 4

HERHALING periode 2 - H3: Denken en leren

Planning

• Herhaling H3: Denken en leren (cognitieve ontwikkeling)
• Afsluiten

Okay....... overhoring!!!

Periode 2: Cognitieve ontwikkeling

Hoofdstuk 3: Denken en leren

Wat versta jij onder geheugen?

Vraag 4. Men zegt dat kinderen veel sneller dingen kunnen leren dan oudere mensen. Noem twee dingen die volgens jou moeilijker te leren zijn als je ouder bent.

Hersengebieden

We zijn geboren als....

1. een onbeschreven blaadje (alles wordt aangeleerd)
2. We leren alles aan van onze omgeving
3. Het is een combinatie van A en B

Vraag 1A. Over welke hersenhelft gaat het?
Je komt de klas binnen en ruikt een vreemde lucht:

1. Linker hersenhelft
2. Rechter hersenhelft

vraag 1C. Over welke hersenhelft gaat het?
Je controleert je uitgaven door de bedragen van drie kassabonnen bij elkaar te tellen.

1. Linker hersenhelft
2. Rechter hersenhelft

2. Je hersenen bestaan uit regelkamers. Leg uit wat hiermee bedoelt wordt

vraag 4. Leg uit wat voor je hersenen één van de belangrijkste manieren is om informatie langere tijd te kunnen vasthouden.

vraag 6. Hersenen van jonge kinderen reageren nauwelijks op negatieve feedback en sterk op positieve feedback. Wat kun je hieruit concluderen over het communiceren met jonge kinderen.

BEHAVIORISME

Behavioristen gaan ervan uit dat een kind start
als een "obeschreven blad" .

Schrijf voor jezelf op wat conditioneren is
Pavlov en Skinner

Hersengebieden

3.1 Over welke hersenhelft gaat het?
Je komt de klas binnen en ruikt een vreemde lucht:

1. Linkerhersenhelft
2. Rechterhersenhelft

3.1 Leg uit wat voor je hersenen één van de belangrijkste manieren is om informatie langere tijd te kunnen vasthouden.

3.1 Wat is een 'Tabula Rasa'?

1. Geschreven blaadje
2. Blanco A4tje
3. Onbeschreven blaadje
4. Omgevingsinvloed

Hieronder zijn 3 belangrijke aspecten van de cognitieve ontw. toegevoegd. Welke uitleg hoort bij welk aspect?

Onthouden en weer herinneren van informatie

Hoe je waarneemt, herinnert, denkt, redeneert en begrijpt

Controle hebben over waar je op let en concentratie (een voorwaarde voor cognitie)

Het geheugen

De cognitie

De aandacht

Normen en waarden zijn belangrijk in het dagelijks leven. Welke van onderstaande antwoorden is een norm?

1. Eerlijkheid
2. Bij Rachael thuis doe je je schoenen uit voordat je de woonruimte inloopt.
3. Respect
4. Vrijheid

Behavioristen gaan er vanuit dat.....

1. een kind nog geen vaste gewoonten en gedragingen heeft als het net geboren is.
2. een kind leert door te experimenteren.
3. kinderen leren door samen ervaringen op te doen met de omgeving waarin ze opgroeien.

Jean Piaget

Kinderen ontw. zich in 4 fasen

1.  Sesomotorische fase (0-2 jaar)
   ontdekken met zintuigen (vb. lichtknop ontdekken)
2. Preoprationele fase (2-6 jaar)
   leren spreken: 3-woordzinnen + besef van echtheid afbeelding
3. Concreet operationele fase (6-12 jaar)
   ordenen, tellen, rekenen, leren reflecteren (sorry zeggen)
4. Formeel operationele fase (12-15 jaar
   logisch redeneren, ruimtelijk en abstract denken (empathie en toekomst)

H3.2 vraag 3: Welke stelling is waar?
1. Het gedrag van een kind zegt iets over zijn cognitieve ontwikkeling.
2. Het stellen van vragen door een kleuter zegt iets over zijn cognitieve ontwikkeling.
3. Cognitieve ontwikkeling vindt vooral op school plaats.
4. Dingen leren, onthouden en toepassen zijn voorbeelden van cognitieve ontwikkeling.

1. Stelling 1, 2, 3 en 4 zijn waar
2. Stelling 2 en 3 zijn waar
3. Stelling 1, 2 en 4 zijn waar
4. Stelling 2 is waar

H3.2 vraag 4B Geef een voorbeeld van waarde en norm.

Waarden zijn ideeën over wat goed en fout gedrag is en normen zijn regels voor gedrag die vanuit deze waarden komen.

H3.2 vraag 5A
Behavioristen gaan er vanuit dat.....

1. een kind nog geen vaste gewoonten en gedragingen heeft als het net geboren is.
2. een kind leert door te experimenteren.
3. kinderen leren door samen ervaringen op te doen met de omgeving waarin ze opgroeien.

Hoe noemen we het honden-experiment van Ivan Pavlov?

1. Constructivisme
2. Cognitie
3. Conditioneren
4. Conditioneel

Volgens Piaget ontwikkelen kinderen zich in 4 fasen. Wat is de eerste fase?

1. Preoperationele fase
2. Concreet operationele fase
3. Formeel operationele fase
4. Sensomotorische fase

Volgens Piaget ontwikkelen kinderen zich in 4 fasen. Hoe oud is een kind die in de concreet operationele fase zit?

1. 0-2 jaar
2. 2-6 jaar
3. 6-12 jaar
4. 12-15 jaar

Volgens Piaget ontwikkelen kinderen zich in 4 fasen. Bij welke fase hoort de volgende uitleg:

Ruimtelijk en abstract denken is in ontwikkeling. Logisch denken ontwikkelt zich.

1. Formeel operationele fase
2. Sensomotorische fase
3. Concreet operationele fase
4. Preoperationele fase

Zone van de naaste ontwikkeling

Wat is de zone van de actuele ontwikkeling?

Wat is de zone van de naaste ontwikkeling?

Afbeelding 1                                         Afbeelding 2

casus 1

Matieu beschikt nog niet over het vermogen om volumedimensies als breedte en hoogte mentaal te combineren. Hij let alleen op de hoogte van een glas.

Casus 2
Matieu ziet 2 even grote glazen met evenveel water. Het water van 1 glas wordt overgeschonken in lang smal glas. Het water in dit glas ligt hoger dan het andere glas, maar Matieu kan niet inzien dat de verandering van vorm invloed heeft op de hoeveelheid van het water. Hij is van mening dat in het hoge smalle glas meer water zit. 

Centratie

Conservatie

Abstract denken

Een kind van 10 - 12 jaar kan steeds beter abstract denken, bijvoorbeeld over situaties die het niet zelf heeft meegemaakt. Abstract denken is het kunnen denken over dingen die je niet direct kunt zien of voelen. Het kind kan zich inleven in verschillende standpunten, het valt op dat deze kinderen nadenken over de gevolgen van gedrag (reflecteren) en ze zijn zich erg bewust van wat anderen doen en denken. Daarom worden rollenspellen voor deze leeftijdsgroep aantrekkelijk. 

Wat moet je weten?

• Mijlpalen van de baby
• Grove/fijne motoriek + activiteiten
• Fasen Piaget
• Behaviorisme, Cognitivisme, Constructivisme
  Pavlov, Gagne, Piaget, Bruner, Vygotsky, Skinner
• Exploratiedrang, bewegingsdrang, slungelachtig lichaam
• Animistisch en egocentrisch denken
• Hersenhelft
• Foetushouding, babyvet, reflex-soorten
• Cognitieve ontw. in leeftijden