Week 2

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Week 2 - les 1

Groeten 

Korte klanken, lange klanken, dubbelklanken

open en gesloten lettergrepen 

uit het boekje: [pagina 12 tm 18

vandaag:

Groeten in de klas: filmpje + oefening

Filmpje kijken + aantekeningen maken

Oefening: hoe gaat het

extra oefening: wie ben jij?

doelen:

Je weet hoe je elkaar begroet in het Nederlands.

Je weet welke andere vragen je aan klasgenoten/docenten kunt stellen.

Je kunt elkaar begroeten en je kunt elkaar vragen stellen.

Drag the recordings to the right situation.

You enter the classroom in the morning 

You arrive at your friends parents place for dinner. 

You enter the school directors office at lunch time. 

You pass a peer in the hallway of the school. . 

you say goodbye to your friend after school. 

Aantekeningen maken

Bekijk het filmpje. Maak twee kolommen. Links schrijf je de gesprekjes met een positief antwoord. Rechts de gesprekjes met een negatief antwoord. 

Vragen hoe het gaat 

Loop rond in klas. Wanneer de docent stop zegt, vraag je hoe gaat aan de dichtstbijzijnde persoon. De ene keer antwoord je positief, de andere keer negatief. 

opdracht: Wie ben jij? ( blz. 12)

Andere vragen die je kunt stellen:

Wie ben jij?

Waar woon jij?

Waar kom jij vandaan?

Hoe oud ben jij?

Vul jouw antwoorden in op blz. 12.

opdracht

Ga in een rij staan:

- Op volgorde van voornaam: gebruik Wie ben jij?

in groepjes:

- woonplaats: Waar woon jij?

- land van herkomst: Waar kom jij vandaan?

- leeftijd: Hoe oud ben jij?

Week 2 - les 2

Groeten 

Korte klanken, lange klanken, dubbelklanken

open en gesloten lettergrepen 

uit het boekje: [pagina 12 tm 18

vandaag:

uitleg: korte en lange klanken

dictee

uitleg: open en gesloten lettergrepen + korte oefening

dubbelklanken

oefening

doelen:

Je kunt korte en lange klanken herkennen.

Je weet wat open en gesloten lettergrepen zijn.

Je herkent de dubbelklanken in het Nederlands.

korte klanken en lange klanken 

Watch and listen to the following two videos. Try to hear the difference between the long and short vowels. 

dictee 

Listen to your teacher and write the right vowels in your booklet. 

blz. 7-8

sleutel klanken

A

bal

taal

naam

nam

rat

paal

schaap

al

baan

mat

taak

kat

gas

maand

zak

B

vind

lig

drie

hier

stip

in

diep

fiets

tien

bril

kil

lieg

bier

til

grip

C

beest

been

heel

pet

belt

beer

met

stel

wanneer

les

telefoneer

deel

ver

nek

hel

D

woord

droom

pols

boord

knop

zoon

stoom

kop

troost

stop

tom

goot

door

woon

bos

E

rust

cursus

vuur

druk

muur

buk

huur

munt

uur

kust

mug

stuur

vlug

punt

universiteit (niet doen!)

lettergrepen: open of gesloten

open lettergrepen: lettergrepen die eindigen op een klinker 

vla, ta-fel, be-ren 

Gesloten lettergrepen: lettergrepen die eindigen op een medeklinker 

tak-ken, man-nen, maan, kan

Korte oefening

Laat groepjes drie woorden met daarin open lettergreep en drie woorden met daarin gesloten lettergreep bedenken.

Daarna delen met de klas.

extra: dubbelklanken

ui ei eu oe au ou

oefenen met verschillende woorden, studenten woorden laten uitspreken. 

oefening

In tweetallen,

leerling 1: pagina 9

leerling 2: pagina 10

1: lees woorden op pagina 9, leerling 2 noteert die op pagina 10

2: lees woorden op pagina 10, leerling 1 noteert die op pagina 9

klanken 

Klanken in je eigen taal, die moeilijk zijn. 

Leer je buurman een moeilijk uit te spreken woord.