Evolutietheorie 3HV

1 / 50
suivant
Slide 1: Vidéo
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 13 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Evolutietheorie

Slide 2 - Diapositive

De evolutietheorie ...
A
is onzin
B
Ik weet niet zo goed wat deze inhoud
C
Ik geloof er niet zo in
D
Ik weet zeker dat deze klopt

Slide 3 - Quiz

Darwin 1809 - 1882

Slide 4 - Diapositive

Reis van Darwin
Evolutietheorie

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Natuurlijke selectie
  • Variatie in genotypen
  • Sommige genotypen grotere kans op overleving (selectiedruk), krijgen meer nakomelingen
  • Na veel generaties kan nieuwe soort ontstaan

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Lactose-intolerantie

Slide 11 - Diapositive

Evolutietheorie
De miljoenen levende soorten organismen op aarde zien er allemaal verschillend uit. 

Biologen vinden dat de organismen op aarde in de loop van miljoenen jaren zijn ontstaan en zijn veranderd. 

Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde.
Tijdens de evolutie ontstaan, veranderen en/of verdwijnen soorten.

Slide 12 - Diapositive

2 typen evolutie

Micro evolutie:

Het veranderen van de soorten op aarde.

Macro evolutie:

Het ontstaan van de aarde en het ontstaan van nieuwe levensvormen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Isolatie
Als verschillende vormen van een soort van elkaar gescheiden raken noem je dat isolatie. Dit kan bijvoorbeeld komen door een rivier, een zee, ijs, bergen of een woestijn. 

De vormen zullen dat steeds meer van elkaar verschillen omdat ze zich gedurende lange tijd aanpassen aan de omgeving.

Zo ontstaan er twee verschillende soorten. Deze kunnen geen vruchtbare nakomelingen voortbrengen.                (zie filmpje over beren)

Slide 15 - Diapositive

ontstaan nieuwe soort 

Slide 16 - Diapositive

De grondlegger van de evolutietheorie
A
Lamarck
B
De Vink
C
Darwin
D
Beethoven

Slide 17 - Quiz

Natuurlijke selectie
A
individuen met een betere aanpassing aan het milieu hebben een grotere overlevingskans en een grotere kans op nakomelingen
B
Twee soorten worden raken eerst geisoleerd van elkaar en komen daarna weer samen.
C
Natuurlijke selectie vindt plaats in dierentuinen
D
In MH2J vindt natuurlijke selectie plaats door de eeuwen heen

Slide 18 - Quiz

Variatie in genotypen
Wat is waar?
A
Ontstaan door verandering in het fenotype
B
Ontstaan in de nakomelingen door geslachtelijke voortplanting

Slide 19 - Quiz

Rassen
Wat is waar?
A
Rassen van 1 soort kunnen onderling geen vruchtbare nakomelingen krijgen
B
verschillende vormen van één soort organisme

Slide 20 - Quiz

Evolutie
A
Theorie die uitgaat van variaties in genotypen, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten
B
ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen

Slide 21 - Quiz

Evolutietheorie
A
De theorie die uitgaat van dezelfde genotypen, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten
B
Theorie die uitgaat van variaties in genotypen, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 22 - Quiz

Bij een diersoort komen veel variaties in genotypen voor. Wat is waar?
A
Dat soort heeft een grotere overlevingskans
B
Dit is een probleem bij verandering in de milieuomstandigheden

Slide 23 - Quiz

Als bij een soort veel verschillende genotypen voorkomen, heeft deze soort een ... (vul in) ... overlevingskans.
A
kleinere
B
grotere

Slide 24 - Quiz

Welk dier heeft een grotere kans op veel nakomelingen?
A
Het dier met een gunstig (beter) genotype
B
Het dier met een gunstig (beter) fenotype
C
Dat maak niet uit

Slide 25 - Quiz

Door veel variatie in genotypen zijn er ook meer verschillende fenotypen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Waarbij behoren organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen?
A
dezelfde soort
B
dezelfde stam
C
alleen hetzelfde ras
D
Hetzelfde rijk

Slide 27 - Quiz

Lamarck en Darwin
Bovenste rij van links naar rechts: 
Het ontstaan van de lange nek bij de giraffe volgens Lamarck. De giraffe krijgt tijdens zijn leven een langere nek door het strekken van de nek naar hogere blaadjes. 

Onderste rij van links naar rechts: 
Het ontstaan van de lange nek bij de giraffe volgens Darwin. De giraffen met de korte nek gaan dood, zodat er steeds meer giraffen komen met lange nekken.
Lamarck
een andere verklaring (theorie) dan Darwin

Slide 28 - Diapositive

Isolatie
A
groepen organismen van dezelfde soort leven samen
B
groepen organismen van verschillende soorten leven samen
C
groepen organismen van dezelfde soort trekken naar elkaar toe
D
groepen organismen van dezelfde soort raken van elkaar gescheiden

Slide 29 - Quiz

Hoe noem je het proces dat ervoor zorgt dat organismen van dezelfde soort steeds meer van elkaar gaan verschillen?
A
evolutie
B
evolutietheorie
C
isolatie

Slide 30 - Quiz

Enkele kenmerken van dieren zijn:
1. Een sneeuwhaas is wit in de winter en bruin in de zomer.
2. Een kameleon kan van kleur veranderen.
3. Planteneters hebben plooikiezen om moeilijk te verteren planten fijn te malen.

Wat zijn aanpassingen?
A
Alle drie
B
De sneeuwhaas
C
De sneeuwhaas en de kameleon
D
De sneeuwhaas en de planteneters

Slide 31 - Quiz

De evolutietheorie ...
A
is onzin
B
Ik weet niet zo goed wat deze inhoud
C
Ik geloof er niet zo in
D
Ik weet zeker dat deze klopt

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Lien

Verwantschap
Stamboom

Slide 34 - Diapositive

Evolutie gaat over ..
  • Het ontstaan van nieuwe soorten (alle organismen)
  • De manier waarop deze soorten ontstaan
  • Bepalen welke soorten aan elkaar verwant zijn 

Slide 35 - Diapositive

Evolutie gaat niet over ..
  • Hoe leven is ontstaan/ontstaat
  • Hoe het heelal/zonnestelsel/aarde/etc is ontstaan
  • Waarom God niet zou kunnen bestaan

Slide 36 - Diapositive

3 Hoofdpunten
Evolutie houdt zich voornamelijk bezig met 3 hoofdonderwerpen:
  1. Verandering van genotypen
  2. Natuurlijke selectie
  3. Ontstaan van nieuwe soorten

Slide 37 - Diapositive

Verandering van genotype
  • Geslachtelijke voortplanting > nieuwe genotypen
  • > Nieuwe fenotypen
  • Meer verandering in genotypen ontstaan andere organismen

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Natuurlijke selectie
  • Soorten die het best zijn aangepast overleven en planten zich voort
  • 'Beste' genen blijven bestaan
  • 'Slechte' genen verdwijnen

Slide 40 - Diapositive

Overeenkomst in bouw
De bouw van bepaalde organen/lichaamsdelen komt bij veel organismen sterk overeen. 
Rudimentaire organen
Organismen hebben overblijfselen van organen zonder functie (= rudimentair)
Overeenkomsten bij embryo's
Fossielen
Fossielen zijn versteende resten van organismen.
Ze laten zien hoe organismen er ooit uitzagen.
Verschillende stappen in evolutie worden zo zichtbaar
Argumenten voor evolutie

Slide 41 - Diapositive

Bij dit plaatje denk ik .........

Slide 42 - Question ouverte

Wat gaan we doen?
  • Wat is evolutie?
  • Wat is evolutie niet
  • 3 hoofdpunten
  • Argumenten voor

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen waar evolutie over gaat
  • Je kent de 3 hoofdpunten van evolutie
  • Je kunt argumenten noemen voor de evolutietheorie

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Vidéo

Slide 45 - Vidéo

Slide 46 - Vidéo

Slide 47 - Vidéo

Slide 48 - Vidéo

Slide 49 - Vidéo

Slide 50 - Vidéo