2-2 Lijn en draaisymmetrie

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

2-2 Lijn en draaisymmetrie

      (blz. 34)

SPOORBOEKJE

5 min - Huiswerk bespreken

                 6, E1 (blz. 32)

5 min - Lesdoelen uitleggen

5 min - Uitleg: Berekeningen met draaisymmetrie

8 min - Docent doet een voorbeeld (13)

5 min - Digitale toets (10, 11)

17 min - Oefenopdracht (14)

Zelfstandig werken/ huiswerk (9, 15)

Wat heb je nodig? Pen, potlood, schrift, leerboek, telefoon, rekenmachine, geodriehoek

Lesdoelen

- Ik kan onderscheiden tussen lijn en draaisymmetrie.

- Ik kan berekeningen maken door gebruik te maken van lijn en draaisymmetrie.

Wat is de grote van hoek C?

1. 30
2. 60
3. 100
4. 120

Wat is de grote van hoek B2?

1. 25
2. 30
3. 32
4. 42

Welke driehoek is draaisymmetrisch?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de kleinste hoek waarvoor de driehoek draaisymmetrisch is?

1. 30
2. 60
3. 90
4. 120

oefenvraag

Plak hier een foto van de je uitwerking van de oefenvraag

HUISWERK:

9, 15

ZELFSTANDIG WERKEN

EXTRA: 

E2 en E3 (blz. 46)

Digitale methode 2-2

Huiswerk afspraken: Huiswerk maken, nakijken en een dag van tevoren een foto in lessonup inleveren. 

Wat heb je geleerd?

Plak hier een foto van huiswerkopdracht 9
Check: Eerst nakijken en daarna een foto inleveren.

Plak hier een foto van huiswerkopdracht 15
Check: Eerst nakijken en daarna een foto inleveren.

Uitwerkingen extra opdrachten

Uitwerkingen extra opdrachten

Uitwerkingen extra opdrachten