bloedsuiker meten

Bloedsuikers prikken.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
VTHPMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bloedsuikers prikken.

Slide 1 - Diapositive

Programma
Theorie bloedsuiker
Praktijk oefenen 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Je kunt  benoemen wat de normaal waarden van een bloedsuiker zijn.
  2. Je kunt  onder begeleiding de vaardigheid bloedsuikerprikken volgens protocol uitvoeren.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al van bloedsuiker prikken?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een bloedsuikerwaarde?

De hoeveelheid glucose in je bloed
Koolhydraten voorzien de cellen van energie, zij komen als glucose in ons bloed
Normaliter zorgt ons lichaam voor evenwicht van glucosespiegel


Slide 5 - Diapositive

Wat zijn normaal waarden van een bloedsuiker?

Slide 6 - Carte mentale

Hypo= te laag bloedsuiker spiegel (lager dan 4)
Hyper= te hoog bloedsuiker spiegel (hoger dan 10)

Slide 7 - Diapositive

Nuchter bloedprikken doe je alleen in de ochtend?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz


De waarde van bloedglucose wanneer de cliënt acht uur niet gegeten en gedronken ( behalve water) heeft, heet de nuchtere waarde!

  • Dagcurve  1 tot 8 metingen per 24 uur.
  • Voor de hoofdmaaltijden.
  • Na de hoofdmaaltijden.
  • Op gezette tijden.

Slide 9 - Diapositive

Je kan op de volgende plaatsen bloedsuikersprikken.
A
wijsvinger, middelvinger en ringvinger
B
wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink
C
middelvinger, ringvinger en pink
D
duim, wijsvinger, middelvinger

Slide 10 - Quiz

Benodigdheden bloedsuikers prikken: 
  • zeep en schone handdoek cliënt
  • prikpen + lancet (naaldje)of de lancet van Accu Check
  • glucosemeter + teststrip  (gebruiksinstructie)
  • handschoenen
  • 2 gaasjes en evt. pleister
  • naaldenbeker
  • afvalbak

Slide 11 - Diapositive

De eerste druppel bloed veeg je altijd weg.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Vragen?

Slide 13 - Diapositive

Een bloedsuikerwaarde van 6,0 is:
A
te laag
B
te hoog
C
goed

Slide 14 - Quiz

Een bloedsuikeraarde van 3,8 is
A
te hoog
B
te laag
C
goed

Slide 15 - Quiz