Samenvatting Hoofdstuk 6

Vandaag Leerstrategie Hoofdstuk 6
Samenvatten HD. 6
Middels mindmap
zie vb. Paragraaf 1
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vandaag Leerstrategie Hoofdstuk 6
Samenvatten HD. 6
Middels mindmap
zie vb. Paragraaf 1

Slide 1 - Diapositive

paragraaf 1

Slide 2 - Diapositive

Waardoor neemt vraag naar producten toe?
A
Door groei bevolking en inkomens
B
Door afname bevolking
C
Door lagere inkomens
D
Door milieumaatregelen

Slide 3 - Quiz

Wat is geen gevolg van economische groei?
A
Minder overheidsuitgaven
B
Minder welvaart
C
Meer geld naar infrastructuur
D
Meer subsidie voor bedrijven

Slide 4 - Quiz

Wat is NIET nodig voor economische groei?

A
Een bedrijf neemt extra personeel aan
B
Een bedrijf koopt meer machines
C
Een bedrijf bouwt een extra bedrijfshal
D
Een bedrijf ontslaat de helft van het personeel

Slide 5 - Quiz

paragraaf 2

Slide 6 - Diapositive

Combineer de vormen van milieuschade met de kenmerken van economische groei
Een groter verbruik van energie
Een groter verbruik van tropisch hardhout
meer wegen en meer bedrijventerreinen
vervuiling door fossiele brandstoffen
verlies aan ruimte voor natuur
ontbossing

Slide 7 - Question de remorquage

Economische groei zorgt voor meer mobiliteit. Wat is dat??
A
Meer mobiele telefoons
B
Groei van bomen
C
Groei van afval
D
Groei van vervoer goederen en personen

Slide 8 - Quiz

Wat is het gevolg van deze toenemende mobiliteit?
A
Meer luchtvervuiling
B
Hogere benzineprijzen
C
Minder auto's
D
Meer fietsen in de binnenstad

Slide 9 - Quiz

Geen voorbeeld van klimaatverandering is:
A
Zeespiegelstijging
B
Opwarming van de aarde
C
Smelten van landijs en gletsjers
D
Afslijten van de bergen

Slide 10 - Quiz

Sleep naar de juiste plek.
Gevolgen milieuschade
Geen gevolgen milieuschade
Natuurgebieden worden groter
Veel vogels verlaten Amazonegebied
Mensen krijgen het benauwd en gebruiken meer medicijnen
Mensen hebben geen geld voor vakanties
Meer orkanen en tornado's

Slide 11 - Question de remorquage

Rosa gooit het afval van haar junkfoodmaaltijd uit haar auto op de parkeerplaats. Petter ruimt de poep van zijn hond niet op van de straat. Zo zijn er meer voorbeelden van milieuvervuiling die de overheid op kosten jagen. Want de straat moet schoongemaakt worden en dat kost geld.

Wie betaalt uiteindelijk de rekening van deze maatschappelijke kosten ?
A
de belastingbetalers
B
de kauwgomfabrikanten
C
de sigarettenfabrikanten
D
de vervuilers

Slide 12 - Quiz

paragraaf 3

Slide 13 - Diapositive

Sleep naar de juiste plek.
Concurrentiepositie
Maatschappelijke baten (positieve externe effecten
Maatschappelijke kosten (negatieve externe affecten)
Beter/goedkoper produceren dan concurrenten
Voordelen van productie en consumptie voor de samenleving
Nadelen van productie en consumptie voor de samenleving

Slide 14 - Question de remorquage

Wat zijn maatschappelijke kosten?
A
Die betaal je als je een auto koopt.
B
Een ander woord voor rente.
C
Kosten om afvalwater te verwijderen.
D
Een ander woord voor recycling.

Slide 15 - Quiz

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
Vraag 5 (gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Wat is indexcijfer van jaar 2016?

Vraag 11 alle kosten optellen en delen door 5000

Slide 16 - Diapositive

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Wat is indexcijfer van jaar 2016?
(€ 2,78 : € 2,75)   x 100 = 101

Slide 17 - Diapositive

Vraag 17 Schrijf op
Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Slide 18 - Diapositive


Wat is het indexcijfer van 2015?
A
90
B
91
C
92
D
93

Slide 19 - Quiz

Indexcijfer loon 2020: 100
Indexcijfer loon 2021: 105
Indexcijfer loon 2022: 113

Bereken het indexcijfer van 2020 met 2021 als basisjaar.
A
95
B
95,2
C
92,9
D
92

Slide 20 - Quiz


Wat is het indexcijfer van 2013?
A
94
B
95
C
96
D
97

Slide 21 - Quiz

Wat zijn maatschappelijke kosten?
A
Die betaal je als je een auto koopt.
B
Een ander woord voor rente.
C
Kosten om afvalwater te verwijderen.
D
Een ander woord voor recycling.

Slide 22 - Quiz

paragraaf 4

Slide 23 - Diapositive

Heeft de overheid hier invloed door subsidie te geven of door accijns te heffen?
Subsidie
Accijns
De overheid wil meer zonnepanelen op daken van woningen. 
Het gebruik van alcohol moet omlaag.
Jongeren moeten meer in hun eigen buurt kunnen sporten.
We moeten streven naar een generatie die niet meer rookt.

Slide 24 - Question de remorquage

Theatervoorstellingen
Alcohol 
Zonnepanelen
Sigaretten
Subsidie
Accijns

Slide 25 - Question de remorquage

Geef (door middel van slepen) aan wat wel / niet gevolgen zijn van economische groei. 
Wel
Niet
Minder overheidsuitgaven
Meer subsidie voor bedrijven
Meer subsidie voor bedrijven
Minder welvaart

Slide 26 - Question de remorquage

Een belasting die de overheid instelt om duurzame productie te bevorderen, noem je ...
A
Milieuheffing
B
Milieusubsidie
C
Biologische productie

Slide 27 - Quiz

Noteer wat de energieheffing is.
A
een milieubelasting die het gas duurder maakt
B
een milieubelasting die het gas goedkoper maakt
C
een milieusubsidie die het gas duurder maakt
D
een milieusubsidie die het gas goedkoper maakt

Slide 28 - Quiz

Wat betekent duurzaam produceren?
A
Produceren tegen een zo laag mogelijke kostprijs per product
B
Produceren op een manier dat het product langer blijft werken
C
Exportproducten produceren
D
Produceren zonder schade voor mens en milieu

Slide 29 - Quiz

De overheid kan met subsidies en heffingen milieuvriendelijk gedrag stimuleren.

Op welke manier kan de overheid dat nog meer doen?
A
Voorlichting geven aan producenten over duurzaam produceren
B
Door de markt van elektrische auto's af te remmen
C
Door zich niet al te veel met het milieu te bemoeien

Slide 30 - Quiz

paragraaf 5

Slide 31 - Diapositive

Recycling is
A
Een cola flesje weer met water vullen en hergebruiken
B
Je onderbroek twee dagen dragen
C
Afval gebruiken om nieuw materiaal van te maken
D
Produceren voor het milieu

Slide 32 - Quiz

Milieuvervuiling is vaak afkomstig van bedrijven. De overheid wil bedrijven stimuleren schoner te produceren, om zo een schonere wereld te krijgen. Daarvoor zijn de volgende tussenstappen nodig.
Welke volgorde van tussenstappen geldt voor een vervuilend bedrijf dat van de overheid schoner moet gaan produceren?
1
2
3
Duurzaam produceren
Milieuregels
Investeren in milieuvriendelijke aanpassingen 

Slide 33 - Question de remorquage

Noteer wat de energieheffing is.
A
een milieubelasting die het gas duurder maakt
B
een milieubelasting die het gas goedkoper maakt
C
een milieusubsidie die het gas duurder maakt
D
een milieusubsidie die het gas goedkoper maakt

Slide 34 - Quiz

Wat betekent duurzaam produceren?
A
Produceren tegen een zo laag mogelijke kostprijs per product
B
Produceren op een manier dat het product langer blijft werken
C
Exportproducten produceren
D
Produceren zonder schade voor mens en milieu

Slide 35 - Quiz

Bij biologische veeteelt zijn de kosten per dier voor voeding, gezondheid enzovoort ongeveer hetzelfde als bij gewone veeteelt. Toch hebben biologische boeren het financieel moeilijker dan gewone boeren.
Wat kan een oorzaak zijn?
A
De boer heeft meer werk per dier
B
De andere bedrijfskosten zijn hoger
C
De boer moet meer heffingen betalen

Slide 36 - Quiz

paragraaf 6

Slide 37 - Diapositive

Waarom is er internationale samenwerking nodig om luchtvervuiling aan te pakken?
A
Luchtvervuiling kent geen grenzen
B
Het is alleen een probleem voor NL
C
Amerika en China zijn de grootste vervuilers

Slide 38 - Quiz

De overheid kan met subsidies en heffingen milieuvriendelijk gedrag stimuleren.

Op welke manier kan de overheid dat nog meer doen?
A
Voorlichting geven aan producenten over duurzaam produceren
B
Door de markt van elektrische auto's af te remmen
C
Door zich niet al te veel met het milieu te bemoeien

Slide 39 - Quiz