Wiederholung Kapitel 2 Grammatik 1MH

Vul de du-vorm in van: haben
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Vul de du-vorm in van: haben

Slide 1 - Question ouverte

Welke woorden
zijn in het Duits
mannelijk (der) ?

Slide 2 - Carte mentale

Welke werkwoordsvorm is ONJUIST?
A
du hast
B
ich habe
C
ihr habt
D
er habt

Slide 3 - Quiz

Schrijf voluit in het Duits:
676

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf voluit in het Duits:
38

Slide 5 - Question ouverte

Welk woord is mannelijk?
A
Sommer
B
Katze
C
September
D
Heizung

Slide 6 - Quiz

Welk woord is vrouwelijk?
A
Gesundheit
B
Mädchen
C
Buch
D
Museum

Slide 7 - Quiz

Welk woord is onzijdig?
A
Hund
B
Haus
C
Jungen
D
Kinder

Slide 8 - Quiz

Vervang het zelfstandig naamwoord door het persoonlijk naamwoord:
Meine Mutter ist nett. ______ ist nett.

Slide 9 - Question ouverte

Vervang het zelfstandig naamwoord door het persoonlijk naamwoord:
Das Buch ist gut. ______ ist gut.

Slide 10 - Question ouverte

Vervang het zelfstandig naamwoord door het persoonlijk naamwoord:
Der Baum ist grün. ______ ist grün.

Slide 11 - Question ouverte

Vervang het zelfstandig naamwoord door het persoonlijk naamwoord:
Die Kinder sind da. ______ sind da.

Slide 12 - Question ouverte