2.1 Bid en werk

1 / 27
suivant
Slide 1: Vidéo
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Voordat je begint met je aantekeningen maak je linksboven een vierkant vlak van ongeveer 10 bij 10 cm. !!!

Slide 2 - Diapositive

2.1 
Bid en werk 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Ora et Labora = bid en werk

(Benedictijnse) monniken baden rond het jaar 1000 zeven keer per dag.
De rest van de tijd werd besteed aan werken op het land of in het scriptorium. 

Scriptorium: De schrijfkamer in het klooster waar boeken gekopieerd werden en bewaard.

Slide 5 - Diapositive

Om toe te treden tot een klooster moesten kloosterlingen 3 geloftes afleggen:

  1. Gehoorzaamheid (Obedientia): Kloosterlingen beloven gehoorzaamheid aan de regels en autoriteit van het klooster, evenals aan hun oversten. Dit impliceert het volgen van de regels en voorschriften van het kloosterleven en het gehoorzamen van de bevelen van hogere autoriteiten binnen de kloostergemeenschap.
  2. Armoede (Paupertas): Deze gelofte betekent dat kloosterlingen afstand doen van persoonlijke bezittingen en materiële rijkdom. Ze leven eenvoudig en delen gemeenschappelijke middelen binnen het klooster. Het idee achter deze gelofte is het streven naar spirituele rijkdom en een focus op geestelijke waarden in plaats van wereldse bezittingen.
  3. Kuisheid (Castitas): Kloosterlingen beloven een leven van kuisheid, wat betekent dat ze afzien van seksuele relaties en huwelijk. Deze gelofte is bedoeld om volledige toewijding aan God mogelijk te maken en afleidingen van het spirituele pad te vermijden.




Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

In manuscripten wordt de tekst versierd of 'verluchtigd' met miniaturen.

  • Manuscript: met de hand geschreven document vóór uitvinding boekdrukkunst. 
  • Handschriften gebundeld tot boek = codex

Slide 9 - Diapositive

Codex Calixtinus

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

  • Miniatuur: illustratie (afbeelding) bij manuscript
  • Initiaal: versierde beginletter bij manuscript

Slide 13 - Diapositive

In Kloosters zijn en waren op vaste tijden gebedsmomenten.

Gebedsmomenten op vaste tijden = getijden
In getijden worden volgens een vast rooster de 150 Psalmen uit de Bijbel gezongen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

In veel kloosters en kerken werd Gregoriaans gezongen: eenstemmige Latijnse onbegeleide kerkzang in de Katholieke Kerk.

Syllabisch zingen: 
per lettergreep (syllabe) wordt er slechts één noot gezongen.

Melismatisch zingen: zingen met meerdere noten per lettergreep

Slide 18 - Diapositive

Neumen: vroege vorm van muzieknotatie. Ontstaan vóór de notenbalknotatie. De vorm van de neumen geven het stijgen of dalen van de melodie aan.

Slide 19 - Diapositive

Visioenen van Hildegard von Bingen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Mystiek: het streven naar -en de persoonlijke ervaring van- éénwording met God.

In het Quam mirabilis van Hildegard von Bingen gaat het over de ontmoeting van God en de mens en wordt het de mens duidelijk dat het de kroon op Gods schepping is.

Het is éénstemmige muziek, maar wel met meerdere noten per lettergreep en variatie in hoog en laag om de verbinding tussen de Hemelse God en de aardse mens duidelijk te maken.

Slide 22 - Diapositive

Verwerking

  • Maak een initiaal van je eerste letter van je naam
  • Maak een miniatuur die bij je naam past

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Verdieping:

Ora et Labora (bid en werk) is een uitgangspunt voor veel middeleeuwse kloosters. Beschrijf welke activiteiten plaatsvinden in de kloosters rond het jaar 1000 waarmee het motto Ora et Labora in de praktijk wordt gebracht.

Slide 25 - Diapositive

Ora (bidden)
Het religieuze aspect van het kloosterleven speelde zich vooral af in de vorm van gebeden en kerkdiensten. De monniken volgden de Regel van Benedictus, waarin het getijdengebed centraal stond. Deze gebedenstructuur verdeelde de dag in zeven vaste momenten voor gebed (de “getijden”), naast de dagelijkse mis:

Metten (nachtgebed) – vroeg in de ochtend, vaak rond 2 uur.
Lauden (ochtendgebed) – bij zonsopgang.
Priem – rond 6 uur in de ochtend.
Terts – rond 9 uur.
Sext – rond 12 uur (middaggebed).
None – in de namiddag, rond 15 uur.
Vespers – bij zonsondergang.
Completen – afsluitend avondgebed voor de nachtrust.

Slide 26 - Diapositive

Uit welke bronnen verdienden kloosters hun inkomen? Labora

Landbouw bedrijven: Ze verbouwden gewassen, hielden vee en beheerden landbouwgronden om in hun eigen behoeften te voorzien en overschotten te verhandelen.
Landbouwgrond verhuren: Kloosters konden land verhuren aan boeren in ruil voor pachtgeld of een deel van de opbrengst. 
Ambachten en Handel: Sommige kloosters waren betrokken bij ambachtelijke activiteiten zoals het maken van manuscripten, kaarsen, bier, wijn of andere producten. Ze konden deze goederen produceren en verhandelen voor inkomsten.
Donaties en Schenkingen: Kloosters ontvingen vaak giften en schenkingen van gelovigen, landheren of edelen.
Pelgrims en Gasten: Kloosters, vooral die langs belangrijke pelgrimsroutes, konden inkomsten genereren door pelgrims en reizigers te ontvangen. Ze zorgden voor onderdak en maaltijden tegen betaling.






Slide 27 - Diapositive