NaSk1 jaar 3 - Les 40: Energie (5.3)

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:

Welke auto's gebruiken fossiele brandstoffen?

En welke auto's gebruiken andere vromen van energie?





 
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:

Welke auto's gebruiken fossiele brandstoffen?

En welke auto's gebruiken andere vromen van energie?





 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Lesdoelen
  • Hoofdstuk 5.2: Verwarmen
  • ZS
  • Afsluiting


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Waarom wordt het op aarde steeds warmer?
  • Zijn er meer nadelen aan het gebruik van fossiele brandstoffen?
  • Hoe kun je je huis ook verwarmen?
  • Zijn er alternatieven voor het verkeer?












































Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat en is het stil
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 4 - Diapositive

Nu absenties
Toets nabespreken
a.s. vrijdag 31 maart tijdens i-uur
Schrijf je in!
Iedereen met een onvoldoende wordt verwacht

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H3.2: Warme en Milieu
5.3: Brandstof en milieu

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmte verlies door stroming
  •  Warmte verlies door stroming kun je tegen houden door:

  1.  Kieren dichtmaken en ramen en deuren gesloten houden
  2. Gebruik maken van materialen die stilstaande lucht bevatten. door stilstaande lucht kan geen warmte stromen. 
Warmteverlies door stroming
Warmteverlies door stroming kun je verkomen door: 


  • Kieren dichtmaken en deuren en ramen sluiten: warmte van binnen stroomt niet naar buiten waar het koud is. 

  • Gebruik maken van materialen die stilstaande lucht bevatten: wol, piepschuim, glaswol, dubbelglas 

  • In stilstaande lucht kan warmte niet stromen. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

warmteverlies door straling
warmteverlies door straling
    Warmteverlies door straling hou je tegen door: 

    • Gebruik maken van witte en glanzende materialen --> de glanzende en witte materialen kaatsen de warmte terug. 

    • Radiatorfolie, Aluminiumfolie, spiegelend glas in thermoskan.  




    Slide 8 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    warmte verlies door geleiding
    Geleiding hou je tegen door gebruik te maken van isolatoren

    Isolatoren geleiden warmte slecht 

    isolatoren gebruik je in koudebruggen -> plaatsen waar door geleiding warmte gaat verloren. 
    Geleiding hou je tegen door gebruik te maken van isolatoren

    Isolatoren zijn materialen die warmte slecht geleiden. Hoe kleiner de λ-waarde (lambda-waarden)(binas tabel 21) hoe beter de stof isoleert. 


    isolatoren gebruik je in koudenbruggen -> Koudebruggen zijn plaatsen waar door geleiding warmte gaat verloren. 
    warmteverlies door geleiding

    Slide 9 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Broeikaseffect
    Versterkt broeikaseffect 
    door:
    - Meer CO2 in de lucht 
    - Minder bomen
    Gevolg: 
    - Opwarming van de aarde
    - ijs smelt: zeespiegel stijgt







    Slide 10 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 11 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Maak opdracht 17, 18, 19, 21, 22 op pagina 51

    Maak opdracht 3, 5, 7, 8, 9, 10 op pagina 55

    Slide 12 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    H3.2: Warme en Milieu
    5.3: Brandstof en milieu
    Pak je mobiel en log in in de LessonUp!

    Slide 13 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Fossiele brandstoffen
    - Aardgas
    - Aardolie
    - Steenkool

    Slide 14 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 15 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Geef de betekenis van het broeikaseffect?
    A
    Het verbouwen van planten in kassen.
    B
    Gaslaag in de atmosfeer die ons beschermt tegen zonnestraling.
    C
    Het vasthouden van koude lucht door koolzuurgas.
    D
    Het vasthouden van warme lucht door gassen in de dampkring

    Slide 16 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 17 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat kan deze fabriek doen om het versterkt broeikaseffect tegen te gaan
    A
    Meer fijnstof uitstoten
    B
    Geen fossiele brandstoffen meer gebruiken.
    C
    De fabrieken laten stoppen.
    D
    In warmere gebieden vestigen.

    Slide 18 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Hoe warm zou het zijn als er geen broeikaseffect was?
    A
    -8 C
    B
    -18 C
    C
    2 C
    D
    -12 C

    Slide 19 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 20 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    het broeikaseffect wordt veroorzaakt door
    A
    koolstofdioxide
    B
    zwaveldioxide
    C
    stikstofoxiden
    D
    drijfgassen/raketbrandstof

    Slide 21 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Waar
    Niet Waar
    Door het broeikaseffect blijft de aarde warm
    Hout is een fossiele brandstof
    Koolstofdioxide is een broeikasgas
    Als het ijs op de polen smelt, stijgt de zeespiegel
    In Nederland hebben we helemaal geen last van klimaatverandering

    Slide 22 - Question de remorquage

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Hoe kun je ervoor zorgen dat je het broeikaseffect minder sterk maakt?
    A
    Fietsen, in plaats van de auto pakken.
    B
    Windturbines gebruiken.
    C
    Meer gebruik maken van zonnepanelen.
    D
    Zuiniger omgaan met energie.

    Slide 23 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Zonder het broeikaseffect zou er geen leven
    op aarde mogelijk zijn.
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 24 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat ontstaat er als je een fossiele brandstof (volledig) verbrand?
    A
    zuurstof
    B
    koolstofdioxide
    C
    water
    D
    biogassen

    Slide 25 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Gevolgen milieuschade
    • aantasten gezondheid (fijnstof)
    • ander, extremer klimaat
    • stijging zeespiegel
    • opwarming aarde
    • uitsterven planten-en diersoorten
    • schaarste grondstoffen en energie
    • minder natuur- en stiltegebieden

    Slide 26 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    • Koolstofmono-oxide (CO)
    • Luchtkwaliteit & fijnstof
    • Aardbevingen in Groningen
    • Thermische verontreiniging
    • Zure regen
    Wat zijn nog meer nadelen aan het gebruik van fossiele brandstoffen?

    Slide 27 - Diapositive

    Fijnstof heeft een belangrijke link met luchtkwaliteit. De lucht in Nederland is een stuk schoner geworden over de jaren, maar we zijn er nog niet.
    Thermische verontreiniging: opwarmen van het oppervlakte water. Warm water kan minder O2 bevatten, hierdoor krijgen vissen en andere waterdieren te weinig zuurstof.

    Slide 28 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Zure regen

    Door de verbranding van fossiele brandstoffen krijg je uitstoot van zwaveldioxide en stikstofoxiden.


    Hierdoor ontstaat er zwavelzuur en saltpeterzuur door contact met waterdamp en zuurstof. Het gevolg is zure regen.


    Regen even zuur als azijn...

    Slide 29 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Bij welke vlam wordt koolstofmonoxide en roet gevormd?
    A
    blauwe vlam
    B
    blauw ruisende vlam
    C
    gele vlam
    D
    alle 3 genoemde vlammen

    Slide 30 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is het gevaar van koolstofmonoxide
    A
    giftig
    B
    het is niet gevaarlijk
    C
    je ziet het niet
    D
    je ruikt het niet

    Slide 31 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    zure regen wordt veroorzaakt door:
    A
    koolstofdioxide
    B
    zwaveldioxide
    C
    stikstofoxiden
    D
    CFK (in spuitbus en koelkast)

    Slide 32 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Welke duurzame manieren kunnen wij nog meer gebruiken om ons huis te verwarmen? 
    • Zonnecollectoren

    • Bodemwarmte -> Warmtepomp

    • Blokverwarming

    Slide 33 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Zonnecollector

    Slide 34 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Warmtepomp
    Een warmtepomp is een apparaat dat warmte verplaatst van de bodemwarmte naar je huis. Koud vloeistof gaat weer de grond in.


    Slide 35 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Verschil aardwarmte en bodemwarmte
    Aardwarmte ontstaat in de kern van de aarde. 

    Bodemwarmte is afkomstig van de zon.

    Slide 36 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Blokverwarming / stadsverwarming 


    Gebruik maken van restwarmte van elektriciteitscentrale / fabriek 

    •  Fabriek en woningen vormen samen een warmtenet

    Slide 37 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is een andere manier om jouw huis van duurzame energie
    te voorzien ?
    A
    Korter douchen
    B
    Zonnepanelen op het dak
    C
    Een warmtepomp
    D
    Het dak isoleren

    Slide 38 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Een zonnecollector zet zonlicht om in.?
    A
    Elektriciteit
    B
    Licht
    C
    Warmte
    D
    Straling

    Slide 39 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is geen duurzame energie?
    A
    Zonne-energie
    B
    Bodemwarmte
    C
    kernenergie
    D
    Windenergie

    Slide 40 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Waar gebruik je een warmtepomp voor?
    A
    De warmte in de lucht gebruiken om de woning af te koelen.
    B
    De warmte in het grondwater gebruiken om de woning te verwarmen.
    C
    De warmte in het grondwater gebruiken om te koken.
    D
    De warmte in de lucht gebruiken om elektriciteit op te wekken.

    Slide 41 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat zijn alternatieven in het verkeer?
    Naast industrie heeft verkeer een groot aandeel in fijnstof en broeikasgassen?
    Wat kan dit verbeteren?

    Slide 42 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Elektrisch rijden: voordelen?


    Elektrisch rijden: nadelen?

    Wat is en oplossing?

    Slide 43 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 44 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Zelfstandig werken ZS

    Maak opdracht 11, 14, 17, 19, 20, 22, 23, 24, 26, 28 op pagina 56
    - Niet klaar? Huiswerk







    timer
    10:00

    Slide 45 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Lesdoelen
    • Waarom wordt het op aarde steeds warmer?
    • Zijn er meer nadelen aan het gebruik van fossiele brandstoffen?
    • Hoe kun je je huis ook verwarmen?
    • Zijn er alternatieven voor het verkeer?

    Slide 46 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions