paragraaf 1.1

Programma van deze les:
Lesdoel: Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het verschil is tussen vrije en schaarse goederen. Ook kun je uitleggen wat je nodig bent om in je behoeften te voorzien.
Wat weet je al?
Weet je het nog?
Uitleg paragraaf 
Zelfstandig aan het werk met paragraaf 
beantwoorden lesdoel
Wat leren we de volgende les?
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma van deze les:
Lesdoel: Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het verschil is tussen vrije en schaarse goederen. Ook kun je uitleggen wat je nodig bent om in je behoeften te voorzien.
Wat weet je al?
Weet je het nog?
Uitleg paragraaf 
Zelfstandig aan het werk met paragraaf 
beantwoorden lesdoel
Wat leren we de volgende les?

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al van het lesdoel?
"Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het verschil is tussen vrije en schaarse goederen. Ook kun je uitleggen wat je nodig bent om in je behoeften te voorzien."

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel soorten behoeften kennen we binnen de economie?
A
1
B
2
C
5
D
8

Slide 3 - Quiz

Wat is geen schaars goed?
A
brood
B
auto
C
zonlicht
D
geld

Slide 4 - Quiz

wat is marketing?
A
Goed personeel in dienst hebben
B
Veel winst maken
C
Alles wat een bedrijf doet om meer te verkopen
D
reclame maken

Slide 5 - Quiz

Waarvoor staan de 6 P's?

Slide 6 - Question ouverte

Wat leren we vandaag en waarom leren we dat?
Vandaag leren we iets over de behoeften die consumenten hebben en hoe bedrijven hierop inspelen. 
Het is belangrijk om dit te weten, zodat je weet hoe marketing werkt als jij een aankoop doet in de winkel.

Slide 7 - Diapositive

weet je het nog?
Huiswerk:
2 A
4 C
6 A
8 B
10 Ja, want Suzanne heeft recht op een deugdelijk product. Van een wasmachine mag je verwachten dat hij langer dan een jaar mee gaat.
12 Een keurmerk zorgt ervoor dat meer mensen het product willen kopen en dat zij er een hogere prijs voor willen betalen.
14 a. niet verplicht                b. verplicht

Slide 8 - Diapositive

§1.1: Waar kies je voor?
  • Behoeften
  • middelen
  • schaarse goederen
  • vrije goederen
  • zelfvoorziening
  • marketing
  • commerciele reclame
  • ideele reclame

Slide 9 - Diapositive

Behoeften:
mensen hebben behoefte aan goederen en diensten, dit noemen we behoeften.
Er zijn basisbehoeften (primaire behoeften) en luxebehoeften (secundaire behoeften). Normale behoeften die je niet nodig bent om in leven te blijven horen ook bij de secundaire behoeften.

Slide 10 - Diapositive

Middelen:
Om in je behoeften te kunnen voorzien, heb je middelen nodig. Voorbeelden van middelen zijn tijd, geld en bezittingen die je (al) hebt.
Over het algemeen kun je niet in al je behoeften voorzien. Je moet keuzes maken; prioriteiten stellen.

Slide 11 - Diapositive

schaarse goederen:
De producten die je graag wilt hebben, vind je meestal niet zo op straat. Je bent middelen nodig om ze te kunnen krijgen. Producten waarvoor je middelen nodig bent noemen we schaarse goederen.

Slide 12 - Diapositive

Vrije goederen:
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.

Slide 13 - Diapositive

Schaarse goederen:
Dit zijn goederen die


Slide 14 - Diapositive

Zelfvoorziening: Je produceert zelf wat je voor eigen gebruik nodig hebt.

Slide 15 - Diapositive

Iemand die zelfvoorzienend is, regelt alles zelf en is de maatschappij niet nodig om te kunnen leven. (komt in Nederland zeer weinig voor)

Slide 16 - Diapositive

Marketing:
Bedrijven willen graag producten verkopen. Alles wat zij eraan doen om hun producten te verkopen, noemen we marketing.
Hiervoor gebruiken ze de Marketinginstrumenten: de 6 P's.
De 6 P's staan voor: product, prijs, plaats, personeel, presentatie en promotie.
Door marktonderzoek te doen, kan de producent of verkoper er achter komen wat de consument wil (consumentengedrag), en hierop inspelen. Zo richt de producent/verkoper zich beter op zijn doelgroep.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Samen aan het werk:
Als jij alles snapt van de uitleg dan ga je nu aan het werk met de opdrachten van paragraaf 1.1.
Vind je het nog lastig? Doe dan mee met de inoefening.
Samen maken we opdracht 4 en opdracht 8.

Slide 20 - Diapositive

Inoefening: opdracht 8
a. Formule:      (nieuw - oud)
                                       oud              x 100 =
(€105 - €89) : 89 x 100 =            16 : 89 x 100 = 18,0 %

b. €105 x 850.000 = €89.250.000

Slide 21 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk:
Je gaat nu aan het werk met: paragraaf 1.1 opdracht 1 t/m 13.
Dit is huiswerk voor de volgende les.

Slide 22 - Diapositive

Evaluatie
Wat zijn schaarse goederen en wat zijn vrije goederen?
Maak twee rijtjes in je schrift en schrijf de volgende goederen in het juiste rijtje.

brood - zonlicht - drinkwater - lesboek - spijkerbroek - diamanten - frisse lucht - koffie - regenwater

Slide 23 - Diapositive

Evaluatie
Wat moet je doen als je met jouw middelen niet in al je behoeften kunt voorzien?

Slide 24 - Diapositive

Evaluatie
Wat moet je doen als je met jouw middelen niet in al je behoeften kunt voorzien?


Prioriteiten stellen!

Slide 25 - Diapositive



Huiswerk??

Slide 26 - Diapositive