H11 Duurzame energie 2024

Welkom H 11 - Groepjes
1. Nihayet, Rowan, Shirwan
2. Raoul, Justin, Gaia
3. Safara, Dylan, Esmée
4. Fier,  Sietze, Tess, Azize 

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom H 11 - Groepjes
1. Nihayet, Rowan, Shirwan
2. Raoul, Justin, Gaia
3. Safara, Dylan, Esmée
4. Fier,  Sietze, Tess, Azize 

Slide 1 - Diapositive

Energie hoofdstuk 11
Fossiele en Duurzame energie

Slide 2 - Diapositive



In Som en teams staan alle belangrijke documenten welke nog uitgedeeld gaan worden aan jullie, als jullie dat willen kan ik een periodeplanner en na huiswerk-controle de  uitwerkingen erin zetten.

Belangrijk bij 
NaSk

Slide 3 - Diapositive


Benodigdheden:
  • Schrift (alleen NaSk)
  • Boek
  • Rekenmachine
  • Geodriehoek (geen flexibele, die wijkt af)
  • Pen en potlood
  • Snelhechter

Belangrijk bij NaSk

Slide 4 - Diapositive


Huiswerk:
  • Weektaak
  • SOM
  • Berekeningen noteren in je  schrift.
  • Laat alle stappen zien hoe je tot je antwoord komt.
  • Gebruik gegeven gevraagd 

Belangrijk bij NaSk

Slide 5 - Diapositive

planning vandaag
lezen paragraaf 11.1 en 11.2  
uitleg 11.1 en 11.2
maken van introductie 11.1 individueel
Maken 11.1 en 11.2

Slide 6 - Diapositive

leerdoelen
soorten fossiele en duurzame energie
formule energieverbruik
omrekenen van eenheden

Slide 7 - Diapositive

Waarom duurzame energie?
  • Fossiele brandstoffen raken op
  • Fossiele brandstoffen vervuilen enorm
  • Aarde warmt op
  • G20 Afspraak: maximaal 2 graden opwarmen, omschakelen naar duurzame energie.

Slide 8 - Diapositive

Duurzame energie >onbeperkt
Duurzame energie >milieuvriendelijk
Soorten duurzame energie:
  • Biomassa en biogas
  • Energie uit water
  • Zonne-energie
  • Windenergie
  • uranium 
  • Getijden
  • Afval 
  • Geothermie(aardwarmte)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Lesdoelen
  • Wat is elektrisch vermogen?
  • Rekenen met energieverbruik

Slide 11 - Diapositive

Plaats ze in de juiste orde
1
2
3
4
CONDENSOR
GENERATOR
TURBINE
BRANDER

Slide 12 - Question de remorquage

Een ..... maakt van stoom weer water
A
generator
B
verbrandingsketel
C
turbine
D
condensor

Slide 13 - Quiz

Wat is de eenheid van Energie?
A
Watt
B
Joules/sec
C
Joule
D
sec

Slide 14 - Quiz

Elektrische energie gaat nooit verloren

Waar!

Slide 15 - Diapositive

afvalwarmte en thermische verontreining
Thermische verontreiniging is warmte geloosd in een rivier waardoor deze opwarmt en vissen kunnen sterven.

Slide 16 - Diapositive

Vermogen
  • Vermogen: hoeveelheid elektrische energie die per seconde wordt verbruikt of opgewekt
  • De eenheid van vermogen is joule per seconde [J/s].
  • Ookwel, de eenheid is watt [W]
  • 1 W = 1 J/s.
  • Wat betekent 30 watt? = 30 J/s

Slide 17 - Diapositive

Energieverbruik 



P = vermogen in watt [W]
t = tijd in seconden [s]
E = energieverbruik in joule [J]
E=Pt

Slide 18 - Diapositive

kilowattuur


P = vermogen in kilowatt [kW]
t = tijd in uren [h]
E = energieverbruik [kWh]

1 kWh =  3,6 MJ


E=Pt

Slide 19 - Diapositive

Sommetje
Ik speel 1,5 uur elektrische piano,
Wat is het energieverbruik 
na dit 1,5 uur In Joule en kWh?


E=Pt

Slide 20 - Diapositive

Gegevens
t = 1,5 h * 60 * 60 = 5400 s
P = 18 W
Gevraagd 
Energieverbuik E in [J] & [kWh]
Formule
Uitwerking
  • E = P * t = 18 * 5400 = 97.200 J =  97 kJ                                 
  • E = P * t = 0,018 kW * 1,5h = 0,027 kWh                                   of                                                     E = 97.200 / (3,6*106) =          = 0,027 kWh

E=Pt

Slide 21 - Diapositive

Samenvatting
  • Vermogen: Hoeveelheid elektrische energie die per seconde word verbruikt/opgewekt
  • energieverbruik: E = P * t

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive

Zure regen
Zure regen ontstaat wanneer zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOX), ammoniak(NH3) of gasvormige organische stoffen oplossen in regenwolken. 

Deze stoffen kunnen afkomstig zijn van uitlaatgassen van auto’s of van de verbranding van stookolie en bruinkool. Samen met water vormen zij in de regenwolken zuren: zwavelzuur (H2SO4) en salpeterzuur (HNO3). Ook de intensieve veeteelt is met ammoniak een belangrijke uitstoter.

Slide 28 - Diapositive

Fijnstof
Fijnstof is een vorm van luchtvervuiling. Fijnstof zijn zwevende deeltjes kleiner dan 10 micrometer. Deze deeltjes zijn van verschillende grootte, herkomst en chemische samenstelling. Uit onderzoek blijkt dat fijnstof bij inademing schadelijk is voor de gezondheid.

Slide 29 - Diapositive

Smog
Bij smog zit er teveel fijnstof in de lucht. 

In Nederland wordt er een smogwaarschuwing gegeven bij 70 microgram fijnstof per m3 in de lucht en een smogalarm als er meer dan 100 microgram fijnstof per m3.

Slide 30 - Diapositive

11.2 
via het boek of lesson-up?

Slide 31 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 32 - Diapositive

Hoe werkt nou zo'n zonnecel?

Slide 33 - Diapositive

Zonnepaneel
Een zonnepaneel bestaat uit vele zonnecellen 

Stralingsenergie -> elektrische energie

Slide 34 - Diapositive

Spanningsbronnen- zonnepanelen
1

Slide 35 - Diapositive

Zonnecellen:
  • Gelijkspanning, duur, je kan ze tientalle jaren gebruiken.
  • Je hebt een omvormer nodig om wisselspanning te krijgen.

Slide 36 - Diapositive

Zonnepanelen
1
Zon valt op dak, energie wordt omgezet

2
Gelijkstroom wordt geproduceerd

3
Omvormer maakt wisselstroom

4
Meter voor opgewekte elektriciteit
5
Levering elektriciteit aan energienet

6
Levering elektriciteit van energienet

7
Gebruikte elektriciteit

Slide 37 - Diapositive

Rendement van een zonnepaneel

Slide 38 - Diapositive

Hoe reken je met rendement?





Rendement is altijd uitgedrukt in %

Slide 39 - Diapositive

Het rendement van een zonnepaneel
Op een zonnepaneel valt 3000 J aan zonne-energie, hiervan ontstaat 450J elektrische energie. Hoe groot is het rendement van het zonnepaneel?


Slide 40 - Diapositive

Het rendement van een zonnepaneel
Op een zonnepaneel valt 3000 J aan zonne-energie, hiervan ontstaat 450J elektrische energie. Hoe groot is het rendement van het zonnepaneel?

Gegeven:   Totaal = 3000 J
                    Nuttig = 450 J
Gevraagd:   Rendement
Formule:      Nuttig vermogen : totaalvermogen = rendement
Berekening:  (450 : 3000) x 100 = 15 %

Slide 41 - Diapositive

huiswerk deze les
afhebben 11.1 tot en met 11.2

Slide 42 - Diapositive