BS 7: Transplantaties en bloedtransfusies MAX

BS 7: Transplantaties en bloedtransfusies (blz. 148)
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BS 7: Transplantaties en bloedtransfusies (blz. 148)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
* Je kunt de problemen beschrijven die het afweersysteem veroorzaakt bij 
   transplantaties en auto-immuunziekten

* Je kunt de rol van bloedfactoren bij bloedtransfusies en de rol van de 
    resusfactor bij zwangerschap beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Planning
Transplantaties
Auto-immuunziekte
Bloedgroepen en antistoffen

Slide 3 - Diapositive

Transplantatie
Een transplantatie is het vervangen van een aangetast weefsel of orgaan. 
Omdat deze organen andere eiwitten bevatten kan het zijn dat je lichaam ze ziet als lichaamsvreemde stof (antigenen)
 

Slide 4 - Diapositive

Transplantatie
Een transplantatie is het vervangen van een aangetast weefsel of orgaan. 
Omdat deze organen andere eiwitten bevatten kan het zijn dat je lichaam ze ziet als lichaamsvreemde stof (antigenen)
 
Er is dan gevaar voor een afstotingsreactie: Je gaat antistoffen maken tegen de eiwitten op het nieuwe orgaan.

Slide 5 - Diapositive

Donor
Om de kans op een afstotingsreactie zo klein mogelijk te maken gaan ze op zoek naar een een persoon (donor) die veel overeenkomstige eiwitten heeft. 

Bij voorkeur iemand uit je familie.

Slide 6 - Diapositive

Auto-immuun reactie
Je lichaam kan ook antistoffen gaan maken tegen je eigen eiwitten, omdat hij ze niet meer herkent : Auto-immuunziekte 


Slide 7 - Diapositive

Auto-immuun reactie
Je lichaam kan ook antistoffen gaan maken tegen je eigen eiwitten, omdat hij ze niet meer herkent : Auto-immuunziekte 

Bij een bepaalde vorm van Reuma
herkent je lichaam de eiwitten op het 
gewrichtskapsel niet meer, en gaat
deze aanvallen.

Slide 8 - Diapositive

BLOEDGROEPEN
Er zijn verschillende bloedgroepen: A, B, AB en O
Welke bloedgroep je hebt is erfelijk bepaald
De bloedgroep wordt bepaald door welke bloedfactor er aanwezig is op de rode bloedcellen.

Slide 9 - Diapositive

BLOEDPLASMA
Bevat antistoffen tegen bloedfactoren die niet op de rode bloedcellen voorkomen

Slide 10 - Diapositive

Maak opdr. 3 en opdr. 4 Transplantatie, auto-immuunziekte en schema van bloedgroepen
Blz. 153 en 154

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Bloedgroepen en transfusies

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Bloedgroep bepalen
P heeft dus bloedgroep A

Q heeft bloed groep B

R heeft bloedgroep AB

S heeft bloedgroep 0

Slide 16 - Diapositive

Resusfactor
  • Los van de bloedfactoren kan er ook een resusfactor (resusantigeen) op je bloedcellen aanwezig zijn

Slide 17 - Diapositive

Resus-negatief
Iemand die resusnegatief is en resuspositieve bloedcellen ontvangt ontwikkelt een afweerreactie en gaat antiresus aanmaken.
Dit bloed zal ook gaan klonteren.




Slide 18 - Diapositive

Resus-negatief
Iemand die resusnegatief is en resuspositieve bloedcellen ontvangt ontwikkelt een afweerreactie en gaat antiresus aanmaken.
Dit bloed zal ook gaan klonteren.

Bij een bloedtransfusie kun je dus geen resus-pos bloed aan een resus-neg persoon geven.




Slide 19 - Diapositive

Resus-baby
Een resus negatieve moeder is zwanger van een resuspositieve baby.
Tijdens de bevalling kan er een klein beetje bloed lekken van het kind naar de moeder. 

Het lichaam van de moeder reageert hierop door Anti-resus te gaan maken




Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag
Maak de opdr. 1 t/m 4 (blz. 152)

Slide 22 - Diapositive