H2.4 Formules maken bij grafieken

Statistiek
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Statistiek

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Som hst 6
  2. Vragen huiswerk 
  3. Doel
  4. theorie
  5. aan de slag
  6. Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Diapositive

Vragen huiswerk?
Huiswerk H2.3 som 34 t/m 40; 41 t/m 44 en 46

Vragen?

Slide 3 - Diapositive

Doel van deze les:
Ik weet wat het stijg- en/of daalgetal is
Ik weet wat het begingetal is
Ik kan een formule maken bij een grafiek met een rechte lijn
Ik weet dat ik ook een letter kan gebruiken voor de horizontale as i.p.v. woorden
Ik weet dat ik deze letter dan ook moet gebruiken in de formule

Slide 4 - Diapositive

Formules maken bij grafieken
Stappenplan
  1. Wat is het begingetal
  2. Wat is het daal of stijggetal
  3. Wat staat er bij de horizontale as
  4. Wat staat er bij de verticale as
  5. Zet alles op de juiste plek

Slide 5 - Diapositive

Voor een stijgende grafiek

Slide 6 - Diapositive

Voor een dalende grafiek

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld som 49 blz. 94

Slide 8 - Diapositive

som 47 blz. 94
kosten in € = 0,79 + 0,14 x afstand in kilometers

Wat is het begingetal?
A
kosten in €
B
0,79
C
0,14
D
afstand in kilometers

Slide 9 - Quiz

som 47 blz. 94
kosten in € = 0,79 + 0,14 x afstand in kilometers

Wat is het daal of stijggetal?
A
kosten in €
B
0,79
C
0,14
D
afstand in kilometers

Slide 10 - Quiz

Zelf aan de slag
som 47 t/m 50

Slide 11 - Diapositive

Formule maken bij een grafiek (2)
Gebruik altijd het volgende:

......................................= ................+ of - .........................x ..........................
Staat bij de verticale as
begingetal
daal- of stijggetal
staat bij de horizontale as

Slide 12 - Diapositive

Hoe reken je het daal of stijggetal uit?
Kijk wat de toename (stijggetal) of afname (daalgetal) is per eenheid.

Bijv. som 52: na ieder uur komt er 2 cm bij.
Het stijggetal is 2

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld som 51
.........................................=.............- .............x.................................................

Slide 14 - Diapositive

Zelf som 52 blz. 96

Slide 15 - Question ouverte

Zelf som 53 blz. 97

Slide 16 - Question ouverte

Formules maken bij grafieken
Op de horizontale as staat vaak: tijd in uren
Je mag dit in de formule ook schrijven als t

Dat scheelt veel schrijfwerk. De formule komt er dan als volgt uit te zien:
Inkomsten in € = 10 + 15t
Hier staat dus: inkomsten in € = 10 + 15 x tijd in uren

Slide 17 - Diapositive

Zelf maken
Som 54, 56, 57, 58 en 59

Slide 18 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 19 - Question ouverte