Letterlijk of figuurlijk

Welkom

Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon uit?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je leesboek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
Lewis Hamilton zou niet verrast zijn als zijn huidige team Mercedes werk zou maken van Max Verstappen. De Nederlander wordt al een aantal dagen in verband gebracht met een transfer naar de Duitse renstal.
"Mijn overstap laat zien dat alles mogelijk is", zei de 38-jarige Hamilton, die onlangs verrassend aankondigde dat hij Mercedes eind dit jaar verruilt voor Ferrari, woensdagavond tijdens een persmoment in Jeddah. "Het komende half jaar wordt heel interessant."
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom

Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon uit?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je leesboek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
Lewis Hamilton zou niet verrast zijn als zijn huidige team Mercedes werk zou maken van Max Verstappen. De Nederlander wordt al een aantal dagen in verband gebracht met een transfer naar de Duitse renstal.
"Mijn overstap laat zien dat alles mogelijk is", zei de 38-jarige Hamilton, die onlangs verrassend aankondigde dat hij Mercedes eind dit jaar verruilt voor Ferrari, woensdagavond tijdens een persmoment in Jeddah. "Het komende half jaar wordt heel interessant."

Slide 1 - Diapositive

Fijn dat je er bent!


Zet je telefoon uit en stop hem in de (telefoon)tas.
Pak je boek, schrift en pen.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze lessen:
- weet je het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
- kun je figuurlijk taalgebruik herkennen.

Slide 3 - Diapositive

- herhalen werkwoordspelling.
- beginnen met letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
- uitleg.
- oefenen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Diapositive

Wat zag je?

Slide 7 - Question ouverte

Letterlijk en figuurlijk

Slide 8 - Diapositive

Voorkennis
Wat weet je al over letterlijk en figuurlijk taalgebruik?
Wie kan er een voorbeeld noemen?

Slide 9 - Diapositive

Uitleg: Letterlijk of figuurlijk?
Als iets letterlijk is zeg je precies wat je bedoelt.
Als iets figuurlijk is zeg je iets met andere woorden.



Als je iets figuurlijks leest alsof het letterlijk is kan je een zin niet begrijpen!

Slide 10 - Diapositive

Bij figuurlijke taal betekent een woord niet precies wat er staat.

Voorbeelden:
Hij woont in het hart van de stad.
Het is een beer van een vent.
Door hem ben ik nu mooi de sigaar.
Natalie staat te springen om op vakantie te gaan.

Slide 11 - Diapositive

LETTERLIJK


- precies zoals het geschreven is
FIGUURLIJK


- bij wijze van spreken
- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat



Slide 12 - Diapositive

Helaas kwam er geen kip naar de voetbal.

LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de voetbalwedstrijd.

Helaas kwam er geen kip naar de voetbal.

FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de voetbal.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Letterlijk of figuurlijk:
We zullen hem eens flink aan de tand voelen.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 15 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk:
‘Ik krijg een punthoofd van je.'
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 16 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk:
In de boom zie ik een kattenkop.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 17 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk:
Joost tikt zijn buurman op zijn rug.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 18 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk:
De jongen is zo sterk als een beer.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 19 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk:
Het meisje snapt de uitleg; het kwartje is gevallen.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 20 - Quiz

Wat betekent deze zin?
De spreekbeurt is supergoed, iedereen hangt aan haar lippen.

Slide 21 - Question ouverte

De kinderen ruilen hun favoriete Pokémon.

Slide 22 - Question ouverte

Oefenen
Ga in tweetallen minimaal 3 uitdrukkingen uitbeelden en maak hier een foto of een tekening van.

Slide 23 - Diapositive

Aan elkaar uitleggen:
Zijn deze zinnen letterlijk of figuurlijk gebruikt?

1: Tijdens de theatervoorstelling zitten de kinderen op het puntje van hun stoel.
2: De juf is boos op de klas, ze zet de kinderen in hun hemd.
3: Ik laat geld op de grond vallen, mijn muntje is gevallen.

Slide 24 - Diapositive

Welke figuurlijke zin heb jij vandaag geleerd?

Slide 25 - Question ouverte

Maak een tekening van één van deze dingen:

Letterlijk de hoogste boom van de buurt.
Figuurlijk je ouders in het zonnetje zetten.
Letterlijk je ouders in het zonnetje zetten.
Letterlijk een stinkend rijke man.

Na de pauze maken we thema 9, les 9 */** opdracht 1, 2 en 3.

Slide 26 - Diapositive

Kan jij nu het verschil uitleggen tussen letterlijke zinnen en figuurlijke zinnen?
Ja!
Nee, nog niet.
Soms wel, soms niet.

Slide 27 - Sondage