H6.3 Bijzondere evenwichten

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

H6.3

Bijzondere evenwichten

(herh1) Chemisch evenwicht

Chemie 4V - 7e editie 

6.3 Evenwichten

Pagina 149

Antwoord

• Niels: Deze stelling kan waar zijn, maar hoeft niet.
    Meestal zal die juist niet zo zijn.
  
  
• Jerome: Deze stelling klopt.
    Als het reactiemengsel het evenwicht heeft bereikt dan
    zijn de reactiesnelheden constant.
  
  
• Nynke: Deze stelling kan waar zijn, maar hoeft niet.
    Lijkt eigenlijk dezelfde stelling als Niels. Als het volume
    constant is, dan zijn de concentraties direct te vergelijken
    met de hoeveelheden.
  
  
• Jetse: Deze stelling kan waar zijn, maar hoeft niet.
    Meestal zal die juist niet zo zijn.
   

(herh2) Rekenen aan evenwichten

Je begint met 4,0 mol NO en 3,0 mol O2. In de evenwichtstoestand is 1,8 mol NO2 ontstaan.

Bereken de concentratie van alle aanwezige stoffen in de evenwichtstoestand.

Rekenen aan evenwichten

Rekenen aan evenwichten

Rekenen aan evenwichten

Rekenen aan evenwichten

Rekenen aan evenwichten

0,22 

0,21 

0,18 

(herh3) Rekenen met K 

Beschouw het evenwicht:

N2O4 ⇌ 2 NO2

In een reactie vat van 1,0 L brengt men 2,0 mol N2O4. 

Bij de heersende temperatuur geldt K = 10.

Bereken de samenstelling van het evenwichtsmengsel.

Rekenen aan evenwichten

Rekenen aan evenwichten

Rekenen aan evenwichten

Rekenen aan evenwichten

Doelen van de vorige les:

Rekenen met de evenwichtsvoorwaarde K

Aan de hand van K iets zeggen over het evenwicht

Doelen van deze les:

Oplosbaarheidsproduct

Verdelingsevenwicht <> verdelingsconstante

Verzadigde oplossing

Maximale hoeveelheid stof is opgelost (T-afhankelijk!). 

(BINAS 45AB)

Verzadigde oplossing zal kristalliseren als T daalt (oververzadigd): opgeloste stof wordt vaste stof.

Verzadigde oplossing

Dynamisch proces! In een verzadigde oplossing is de snelheid naar links even groot als de snelheid naar rechts: EVENWICHT

Er is dus ook een evenwichtsvoorwaarde:

Ks = [Na+].[Cl-]   ([NaCl(s)] doet niet mee!!)

Voor een goed oplosbaar zout als NaCl geldt Ks >>1

maak vraag 2

2,6 . 10-3 mol/L

1,7 . 10-6 mol/L

Verdelingsevenwicht

Stoffen kunnen zich verdelen over 2 fasen: g en aq bijvoorbeeld

Hiervoor geldt ook een evenwichtsvoorwaarde:

Verdelingsevenwicht

Stoffen kunnen zich verdelen over 2 niet mengbare vloeistoffen (water en benzine bijvoorbeeld)

maak vraag 4 blz 144

maak vraag 4 blz 144

Strategie: 

• bereken aantal mol I2
• gebruik Kv voor de molverdeling over de twee fasen
• bereken aantal mol in water en in tetra (NIET 1/85!!)
• bereken []'s

Onthouden:

Oplosbaarheidsproducten en verdelingsevenwichten zijn twee bijzondere vormen van evenwichten 

(maar in principe niet anders..!)

Huiswerk

leren en maken tot en met §6.3