2hv - 3.3 Lezen -formatieve test+tekst1

Talent 3.3 Lezen
In deze paragraaf herhaal je:
• wat een betogende tekst is.
In deze paragraaf leer je:
• argumenten herkennen;
• de leesstrategie kritisch lezen toepassen;
• het tekstverband oorzaak en gevolg herkennen.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Talent 3.3 Lezen
In deze paragraaf herhaal je:
• wat een betogende tekst is.
In deze paragraaf leer je:
• argumenten herkennen;
• de leesstrategie kritisch lezen toepassen;
• het tekstverband oorzaak en gevolg herkennen.

Slide 1 - Diapositive

Wat is het tekstdoel van een betogende tekst?
timer
1:00

Slide 2 - Question ouverte

Hoe probeert de schrijver de lezer te overtuigen van zijn mening?
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

Waaruit bestaat de hoofdgedachte van een betogende tekst?
timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte

Noem twee voorbeelden van een betogende tekst.
timer
1:00

Slide 5 - Question ouverte

Ik weet wat de kenmerken van een betogende tekst zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Sondage

Bekijk tekst Multitasken.
Wat staat er in de inleiding waaraan jij ziet dat dit een betogende tekst is?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de kwestie?

Slide 8 - Question ouverte

Wat verwacht je te lezen in de kern van deze tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Lees de tekst: markeer de argumenten.
Let op: het argument is de kernzin
# vooraan dan is de rest van de alinea uitwerking 
= uitleg, voorbeelden, bewijs.
# achteraan als conclusie, de alinea 
begint dan met uitleg.
timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

Markeer argumenten - 
KLAAR?
controleer samen met je buur je antwoorden:
mening schrijver, want .....(argument).
# Bepaal bij elk argument: FEIT of MENING?
# Bedenk een kritische vraag bij elk argument!


Slide 11 - Diapositive

Bepaal bij elk argument: 
# FEIT of MENING?
# Bedenk bij elk argument een KRITISCHE VRAAG.
KLAAR?
Schrijf het slot van deze tekst met de hoofdgedachte erin.

Slide 12 - Diapositive

EXITVRAAG
Schrijf het slot van deze tekst in één zin!
= hoofdgedachte

Slide 13 - Question ouverte

Ik kan binnen de tijd de tekst lezen en de hoofdzaken begrijpen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage