Jaar 6 introductie - P1 - herhalen kenmerkende aspecten

Deze les
Hoe zitten we erbij? Spannende verhalen?
Wat doen we dit jaar?
Test: wat weet je nog?
enquete
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Deze les
Hoe zitten we erbij? Spannende verhalen?
Wat doen we dit jaar?
Test: wat weet je nog?
enquete

Slide 1 - Diapositive

Jaar 6
Maandag 15 mei 2023 
09:00-12:00
1e tijdvak

Slide 2 - Diapositive

Spannende vakantie verhalen?

Slide 3 - Diapositive

Inhoud VWO-examen
1) 4 historische contexten
A. Steden en burgers in de Lage Landen 1050 - 1700
B. Verlichting 1650-1900
C. China 1842 - 2001
D. Duitsland in Europa 1918 - 1991

2) 10 tijdvakken, 49 kenmerkende aspecten
3) vaardigheden

Slide 4 - Diapositive

Dit jaar 
P1 - De verlichting
P2 - Duitsland
P3- Alles
P4 - Examentraining

Slide 5 - Diapositive

We beginnen makkelijk... hoeveel periodes zijn er in onze indeling van de geschiedenis?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 6 - Quiz

En hoeveel tijdvakken zijn er in onze indeling van de geschiedenis?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 7 - Quiz

Welk tijdvak zien we hier?
A
De tijd van steden en staten
B
De tijd van ontdekkers en hervormers
C
De tijd van monniken en ridders
D
De tijd van pruiken en revoluties

Slide 8 - Quiz

Luther en Calvijn wilden beiden de christelijke kerk veranderen (hervormen). Waar stoorden ze zich het meest aan?
A
Rijkdom van de kerk.
B
Geestelijken hielden zich niet aan de regels (niet trouwen etc.)
C
Fouten in de Bijbel.
D
Aflaathandel.

Slide 9 - Quiz

Welk tijdvak zien we hier?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van ontdekkers en hervormers
D
Tijd van regenten en vorsten

Slide 10 - Quiz

Bij het tijdvak dat je zojuist zag, horen de volgende jaartallen...
A
1000-1500
B
1500-1600
C
1600-1700
D
1700-1800

Slide 11 - Quiz

Hieronder staan twee stellingen. Welke is/zijn juist?

A Door de landbouw konden meer mensen worden gevoed.
B Dorpen groeiden uit tot steden doordat de landbouw op de vruchtbare rivieroevers minder opleverde.

A
Alleen stelling A
B
Alleen stelling B
C
Stelling A en B
D
Geen van beide

Slide 12 - Quiz

Aan de vooravond van WO2 traden Engeland en Frankrijk niet op tegen de herbewapening van Duitsland. Welke reden hadden ze hiervoor?
A
Ze konden niet tegen de Duitsers op.
B
Dat was afgesproken tijdens de Conferentie van München.
C
Ze vonden het Verdrag van Versailles eigenlijk ook te streng.
D
Ze wilden Hitler een plezier doen.

Slide 13 - Quiz

Welke uitspraak/uitspraken over WO2 is/zijn juist?
I. Het Westen deed niets toen Hitler van Oostenrijk een Duitse provincie maakte.
II. Het Westen reageerde pas toen Duitsland Nederland aanviel.
A
Uitspraak I
B
Uitspraak II
C
Uitspraak I en II
D
Geen van beide

Slide 14 - Quiz

De revolutionairen tijdens de Franse Revolutie hanteerden drie motto's, welke zijn dit?
A
Vrijheid, gelijkheid, broederschap
B
Vrijheid, gelijkheid, aristocratie
C
Vrijheid, democratie, gelijkheid
D
De juiste staat er niet tussen.

Slide 15 - Quiz

Welk begrip past bij de foto?
A
Blitzkrieg
B
D-Day
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Stalingrad

Slide 16 - Quiz

In het door nazi-Duitsland bezette Europa kwamen onder de bevolking drie houdingen voor tegenover de nazi's. Welke zijn dit?
A
Opstand, verzet, collaboratie
B
Aanpassing, collaboratie, verzet
C
Aanpassing, opstand, verzet
D
Collaboratie, revolutie en opstand

Slide 17 - Quiz

Koppel op  volgende slide de juiste benamingen aan de juiste tijdvakken.

Slide 18 - Diapositive

tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 19 - Question de remorquage

Koppel op  volgende slide de juiste afbeeldingen aan de juiste tijdvakken.

Slide 20 - Diapositive

Steden en Staten
Grieken en Romeinen
Monniken en ridders
Jagers en Boeren
Regenten en vorsten
Ontdekkers en hervormers
Burgers en stoommachines
Pruiken en revoluties
Wereldoorlogen
Televisie en computer

Slide 21 - Question de remorquage

Nu volgt één open vraag over de Kenmerkende Aspecten.

Slide 22 - Diapositive

Alle tijdvakken hebben een beperkt aantal Kenmerkende Aspecten. Zo bestaat tijdvak 1: "Jagers en boeren" uit 3 kenmerkende aspecten. Welke drie zijn dat? Probeer evt. te beschrijven waar ze over gaan, ook als je niet de exacte definitie kent.

Slide 23 - Question ouverte

Nu volgen een aantal meerkeuzevragen over de kenmerkende aspecten. Er wordt telkens één kenmerkend aspect genoemd, probeer die aan het juiste tijdvak te koppelen. 

Het overzicht van de tijdvakken dat je hiernaast ziet, is op elk gewenst moment te voorschijn te halen door op de "hotspot" te drukken:


Deze hotspot kun je ook vergroten en weer wegdrukken indien gewenst. 

Slide 24 - Diapositive

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als eerste monotheïstische godsdiensten"?
A
Tijdvak 1
B
Tijdvak 2
C
Tijdvak 3
D
Tijdvak 4

Slide 25 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het ontstaan en de verspreiding van de Islam"?
A
Tijdvak 1
B
Tijdvak 2
C
Tijdvak 3
D
Tijdvak 4

Slide 26 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het begin van de Europese overzeese expansie" ?
A
Tijdvak 2
B
Tijdvak 3
C
Tijdvak 4
D
Tijdvak 5

Slide 27 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek" ?
A
Tijdvak 5
B
Tijdvak 6
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 8

Slide 28 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving" ?
A
Tijdvak 5
B
Tijdvak 6
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 8

Slide 29 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid" ?
A
Tijdvak 2
B
Tijdvak 3
C
Tijdvak 4
D
Tijdvak 5

Slide 30 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het streven van vorsten naar absolute macht" ?
A
Tijdvak 5
B
Tijdvak 6
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 8

Slide 31 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De Duitse bezetting van Nederland" ?
A
Tijdvak 7
B
Tijdvak 8
C
Tijdvak 9
D
Tijdvak 10

Slide 32 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De crisis van het wereldkapitalisme" ?
A
Tijdvak 7
B
Tijdvak 8
C
Tijdvak 9
D
Tijdvak 10

Slide 33 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden"?
A
Tijdvak 2
B
Tijdvak 3
C
Tijdvak 4
D
Tijdvak 5

Slide 34 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De eenwording van Europa" ?
A
Tijdvak 7
B
Tijdvak 8
C
Tijdvak 9
D
Tijdvak 10

Slide 35 - Quiz

Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving" ?
A
Tijdvak 7
B
Tijdvak 8
C
Tijdvak 9
D
Tijdvak 10

Slide 36 - Quiz

Dit was een een verkennend lesje over de Kenmerkende Aspecten. Wat heb je geleerd van dit lesje?

Slide 37 - Question ouverte

Enquete
zie classroom - introductie

Slide 38 - Diapositive

Codes
Classroom: mb6cwra

Slide 39 - Diapositive

Einde van deze LessonUp.

Slide 40 - Diapositive