Wat is het verschil tussen het verleden en geschiedenis?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is geschiedenis?
Het doen en denken van mensen in het verleden
(politiek, religie, economie, sociale verhoudingen en cultuur)
Slide 5 - Diapositive
Waarom is geschiedenis relevant voor mij en voor de samenleving waar ik deel van uitmaak?
Slide 6 - Question ouverte
Antisemitisme in WO II
Antisemitisme nu
Slide 7 - Diapositive
Kennis van het verleden is belangrijk om het bewegingen/verschijnselen in het NU te begrijpen
😒🙁😐🙂😃
Slide 8 - Sondage
Slide 9 - Diapositive
Eens of Oneens leg mondeling uit waarom
😒🙁😐🙂😃
Slide 10 - Sondage
Leerdoel
Je herkent periodes en tijdvakken
Je kunt kenmerkende aspecten terugvinden
Slide 11 - Diapositive
Opdracht in twee of drietallen
Noteer van de volgende foto's in welke periode en welk tijdvak ze volgens jou thuishoren
Maak gebruik van je geheugen en van de tijdvakken van de methode op bladzijde 4 en 5.
Slide 12 - Diapositive
1.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Ontwikkelen van historisch bewustzijn
Historisch tijdsbesef
Historische kennis
Historisch redeneren
aanduidingen voor tijd en tijdsindeling;
chronologische volgordes;
de tijdbalk;
kenmerkende aspecten van tijdvakken;
continuïteit en verandering.
periodiseringen, zoals de tien tijdvakken;
kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken;
vijftig vensters van de Canon van Nederland;
verhalen, tradities en verbeelding.
Redeneren over continuïteit en verandering, oorzaken en gevolgen, overeenkomsten en verschillen
hist. vragen stellen
bronnen onderzoeken
contextualiseren
argumenteren
historische begrippen gebruiken
Slide 23 - Diapositive
Verwachtingen
Planner
Je maakt elke week je huiswerk voorafgaande aan de eerste les.
Je mag je huiswerk per periode een keer niet doen.
Bij twee keer: kom je een uur inhalen.
Slide 24 - Diapositive
Koppel op volgende slide de juiste benamingen aan de juiste tijdvakken.
Slide 25 - Diapositive
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines
Slide 26 - Question de remorquage
Koppel op volgende slide de juiste afbeeldingen aan de juiste tijdvakken.
Slide 27 - Diapositive
Steden en Staten
Grieken en Romeinen
Monniken en ridders
Jagers en Boeren
Regenten en vorsten
Ontdekkers en hervormers
Burgers en stoommachines
Pruiken en revoluties
Wereldoorlogen
Televisie en computer
Slide 28 - Question de remorquage
Nu volgt één open vraag over de Kenmerkende Aspecten.
Slide 29 - Diapositive
Alle tijdvakken hebben een beperkt aantal Kenmerkende Aspecten. Zo bestaat tijdvak 1: "Jagers en boeren" uit 3 kenmerkende aspecten. Welke drie zijn dat?
Slide 30 - Question ouverte
Nu volgen een aantal meerkeuzevragen over de kenmerkende aspecten. Er wordt telkens één kenmerkend aspect genoemd, probeer die aan het juiste tijdvak te koppelen.
Het overzicht van de tijdvakken dat je hiernaast ziet, is op elk gewenst moment te voorschijn te halen door op de "hotspot" te drukken:
Deze hotspot kun je ook vergroten en weer wegdrukken indien gewenst.
Slide 31 - Diapositive
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als eerste monotheïstische godsdiensten"?
A
Tijdvak 1
B
Tijdvak 2
C
Tijdvak 3
D
Tijdvak 4
Slide 32 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het ontstaan en de verspreiding van de Islam"?
A
Tijdvak 1
B
Tijdvak 2
C
Tijdvak 3
D
Tijdvak 4
Slide 33 - Quiz
Bij welk tijdvak hoort het kenmerkende aspect "Het begin van de Europese overzeese expansie" ?
A
Tijdvak 2
B
Tijdvak 3
C
Tijdvak 4
D
Tijdvak 5
Slide 34 - Quiz
Afsluiting
Waar heb je de kenmerkende aspecten voor nodig?
Slide 35 - Diapositive
Huiswerk
Maak de opdrachten van de planner: zie Teams en lees de bijbehorende paragraaf