LEZEN / les 2 / H1.2 / Doel en publiek

Lezen 2

Tekstdoelen
Welkom! 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lezen 2

Tekstdoelen
Welkom! 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Hoe vind je het onderwerp in een tekst?
  • Hoe vind je de hoofdgedachte?
Vorige
Keer :

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je vandaag ?

Na deze les ken je de leesstrategieën én kun je het doel van een tekst benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijkste tekstdoelen:

  • Informeren
  • Instrueren
  • Overtuigen
  • Overhalen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekstdoelen
Uitleg Tekstdoelen:

  • informeren : de schrijver geeft de lezer informatie over een onderwerp.
  • Instrueren : de schrijver legt de lezer uit hoe hij iets moet doen of gebruiken.
  • Overtuigen : de schrijver wil dat de lezer het met hem eens is (mening beïnvloeden!)
  • Overhalen :  de schrijver wil dat de lezer iets gaat doen (activeren)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden tekstdoelen:

  • informeren (nieuws, voorlichting, geboortekaartje)
  • instrueren (recept, handleiding)
  • overtuigen (politieke folder, ingezonden brief)
  • overhalen (reclamefolder, advertentie, uitnodiging)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Advertentie op Marktplaats
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwsbericht over de oorlog in Oekraïne.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je schrijft een brief aan de gemeente over de verkeersoverlast in jouw straat. Je stelt oplossingen voor.
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor welk publiek zijn de volgende teksten bedoeld? 

  • Recept voor notenvrije maaltijd
  • Instructie studentenreisproduct
  • Folder informatie reisvaccinatie
  • Bijsluiter paracetamol

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor welk publiek zijn de volgende teksten bedoeld? 

  • Recept voor notenvrije maaltijd > mensen met notenallergie?
  • Instructie studentenreisproduct > reizende student?
  • Folder informatie reisvaccinatie > reizigers?
  • Bijsluiter paracetamol > mensen met griepklachten?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leesstrategieën
Verkennend lezen  -  tekst bekijken (titel/schrijver/afbeeldingen) om snel te kunnen bepalen wat de tekstsoort  (krant- of tijdschriftartikel, advertentie) is en het onderwerp van de tekst is. 

Globaal lezen  -  bedenken wat je al weet over het onderwerp, daarna lees je de eerste (inleiding) en laatste alinea (slot) van de tekst en de eerste en laatste zin van elke alinea (hoofdzaken van een tekst).

Zoekend lezen  -  gebruik je wanneer je naar specifieke informatie op zoek bent.

Slide 12 - Diapositive

In de inleiding van een tekst kondigt de schrijver het onderwerp van de tekst aan. In het slot wordt vaak een samenvatting en conclusie gegeven. De eerste en laatste zin van een alinea bevatten vaak de belangrijkste informatie uit die alinea.
Leesstrategieën
Intensief lezen  -  als je een tekst helemaal wil begrijpen. Je gaat de tekst helemaal lezen en zo nodig zoek je de betekenis van moeilijke woorden op. 

Kritisch lezen  -  als je wil weten of de informatie betrouwbaar en juist is. Je kunt dan kijken naar wie de tekst geschreven heeft. Ook kun je kijken naar hoe actueel de informatie is, of de auteur onpartijdig tegenover het onderwerp staat en of de feiten ook terugkomen in andere bronnen.

Slide 13 - Diapositive

Wie is de schrijver?  Is hij een deskundige?

Iemand die voor landelijke nieuwssites schrijft, is deskundig. Iemand die voor wikipedia schrijft niet, want daar kan iedereen wat in uploaden.
We gaan oefenen!
Socrative ->  Student Login  ->  Room name = WILLEM572  -> Naam invullen en aan de slag. 

Wat heb je nodig?
-  Oordopjes.  Heb je ze niet? Probeer zelf het antwoord te bepalen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions