Theorie zorgvragers dubbele diagnostiek, chronische aandoeningen en dementie

Theorie 
Lesdag 7/8 BLOK 2
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Theorie 
Lesdag 7/8 BLOK 2

Slide 1 - Diapositive

Wat is dubbele diagnostiek?
A
Een diagnose die alleen door een psychiater gesteld kan worden.
B
Een combinatie van verslaving en psychiatrische problemen.
C
Een diagnose die alleen voorkomt bij ouderen.
D
Een diagnose die twee keer gesteld moet worden.

Slide 2 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van hormonen?
A
Het optimaal houden van je stemming
B
Het produceren van hormonen
C
Het reguleren van lichaamsfuncties
D
Het afbreken van voedingsstoffen

Slide 3 - Quiz

Wat is endocrien weefsel?
A
Weefsel dat voedingsstoffen opslaat en vrijgeeft.
B
Weefsel dat hormonen produceert en afgeeft.
C
Weefsel dat zorgt voor de isolatie van het lichaam.
D
Weefsel dat zuurstof transporteert in het lichaam.

Slide 4 - Quiz

Wat is een veelvoorkomende verschijnsel van een CVA?
A
Hoge bloeddruk
B
Griepachtige symptomen
C
Hoofdpijn
D
Verlamming aan één kant van het lichaam

Slide 5 - Quiz

Wat is een symptoom van een angststoornis?
A
Manische episodes
B
Hallucinaties
C
Hartkloppingen
D
Geheugenverlies

Slide 6 - Quiz

Wat is een kenmerk van schizofrenie?
A
Borderline persoonlijkheidsstoornis
B
Hallucinaties
C
Obsessieve-compulsieve stoornis
D
PTSS

Slide 7 - Quiz

Wat is een mogelijke behandeling voor bipolaire stoornis?
A
Lithiummedicatie
B
Slaapmiddelen
C
Angstmedicatie
D
Antipsychotica

Slide 8 - Quiz

Wat is een risicofactor voor het ontwikkelen van depressie?
A
Chronische stress
B
Ontremming
C
Regelmatige lichaamsbeweging
D
Veel zelfvertrouwen

Slide 9 - Quiz

Wat is multimorbiditeit?
A
De aanwezigheid van meerdere acute ziekten
B
Een chronische ziekte met complicaties
C
De aanwezigheid van meerdere chronische ziekten
D
Het ontbreken van chronische ziekten

Slide 10 - Quiz

Welke rol hebben huisartsen in transmurale zorg?
A
Zij vervullen uitsluitend een adviserende rol.
B
Zij zijn verantwoordelijk voor het ziekenhuismanagement.
C
Zij hebben geen betrokkenheid bij transmurale zorg.
D
Zij spelen een centrale rol in het coördineren van zorg.

Slide 11 - Quiz

Waar in de hersenen gaat het mis bij de ziekte van Parkinson?
A
Grote hersenen, in de voorhoofdskwab
B
In het ruggenmerg
C
Substantia Nigra
D
Kleine hersenen

Slide 12 - Quiz

Binnen welke categorie van DSM 5 valt Alzheimer?
A
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B
Neurocognitieve stoornis
C
Persoonlijkheidsstoornis
D
Depressieve stemmingsstoornis

Slide 13 - Quiz

Verschijnsel van Parkinson = rigiditeit

Wat betekent dit?
A
Trillen
B
Spierstijfheid
C
Maskergelaat
D
Geen van allen

Slide 14 - Quiz

Een patient heeft een hersenbeschadiging in het frontale gedeelte van de hersenen opgelopen. Welke problemen verwacht je bij deze patient?
A
decorumverlies en inzichtsproblemen
B
loopstoornissen en geheugenproblemen
C
visusproblemen en geheugenproblemen
D
loopstoornissen en decorumverlies.

Slide 15 - Quiz

De patient vertelt onwaarheden om zijn eigen fouten/vergissingen te verdoezelen? Wat is de term?
A
facadegedrag
B
decorumverlies
C
confabuleren
D
apathie

Slide 16 - Quiz

Met welke term beschrijf je: de zorgvrager vertelt je verhalen die geheel of gedeeltelijk niet waar zijn.
A
persevereren
B
confabuleren
C
apraxie
D
afasie

Slide 17 - Quiz

Wat is geen oorzaak van een bipolaire stoornis?
A
Erfelijkheid
B
Verslavende middelen
C
Veel stress
D
Opvoeding

Slide 18 - Quiz

Wat zijn kenmerken van een bordeline persoonlijkheidsstoornis? Noem er drie.
A
excentriek gedrag
B
verlatingsangst
C
instabiele relaties
D
zwart-wit denken

Slide 19 - Quiz

Kies 1 onderwerp/thema waarover jij een quiz zou willen?

Slide 20 - Question ouverte