Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar denk je aan bij Parkinson?
Slide 2 - Carte mentale
Doelstelling
Je kunt aan het einde van deze les benoemen wat bij Parkinson de oorzaak is, de verschijnselen, de behandelmethodes en de specifieke verzorgende aspecten
Slide 3 - Diapositive
Heb je ooit een zorgvrager met Parkinson verzorgd?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien maar dan weet ik dat niet (meer)
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
De ziekte van Parkinson is een spierziekte.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Van welke neurotransmitter heeft iemand met Parkinson tekort?
A
Serotine
B
kinine
C
amfetamine
D
dopamine
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Kenmerken van Parkinson?
A
Trillen
B
Zweten
C
Buikpijn
D
Hersenbloeding
Slide 15 - Quiz
In rust is het beven bij Parkinson patienten erger dan bij beweging
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Vidéo
Slide 18 - Vidéo
Verschijnsel van Parkinson = rigiditeit
Wat betekent dit?
A
Trillen
B
spierstijfheid
C
maskergelaat
D
Geen van allen
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
Parkinson is met medicatie te genezen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
"Dhr van der M. (58) heeft de ziekte van Parkinson. Dhr heeft hulp nodig bij het eten en zijn dagelijkse verzorging zoals wassen en aankleden. Hij heeft 24-uurszorg nodig en verblijft in een verpleeghuis. Via welke wet wordt dit geregeld?
A
WGBO
B
WKKGZ
C
WLZ
D
WVGGZ
Slide 22 - Quiz
De levensverwachting bij Parkinson is gelijk aan die van gezonde mensen.