2h Fictie h22/23 Tijd & ruimte 2 lessen

Spanning opbouwen met tijd & ruimte
Fictie H22/23
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spanning opbouwen met tijd & ruimte
Fictie H22/23

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning 


- Theorie + korte schrijfoefening






Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe een schrijver spanning in zijn verhaal kan brengen; 
- op welke manier een schrijver gebruik kan maken van tijd en ruimte in een verhaal. 

Slide 3 - Diapositive

SO recensie in week 4 (eind januari)
Tijdens de les schrijf je een recensie over het door jou gelezen boek.
- Een korte beschrijving geven van het verhaal (zonder al te veel
prijs te geven , houd het spannend voor de lezer!)
- Kort iets zeggen over de belangrijkste personen
- Welk genre is je boek?
- Waar gaat het vooral over (het thema)?
- Zit er spanning in het verhaal en hoe komt dat tot uiting?
- Voor welk publiek is je boek geschikt en waarom? Of juist niet?
- Geef 2 goede punten van het verhaal en 1 minder geslaagd
punt of tip of advies voor de auteur.

Slide 4 - Diapositive

Hoe pak je dit aan?
- Je boek goed en aandachtig lezen
- Schrijf belangrijke aspecten op (met bladzijdenummer)
- Kennis over het schrijven van een recensie
- Recensies lezen en beoordelen
- Oefen!

Hier gaan we de komende weken ook tijdens de lessen mee aan de slag

Slide 5 - Diapositive

Black Stories
We beginnen met een black story. 

Slide 6 - Diapositive

Spanning in een verhaal
Heb jij enig idee hoe een schrijver zijn tekst spannend kan maken?


Slide 7 - Diapositive

Spanning in een verhaal
Om spanning op te wekken kan een schrijver verschillende trucjes gebruiken: 
- Hij kan de gebeurtenissen in een spannende ruimte af te laten spelen; 
- Hij kan de spanning opbouwen door met de tijd te spelen en belangrijke gebeurtenissen uit te stellen; 
- Hij kan de lezer meer laten weten dan de hoofdpersoon; 
- Hij kan gebruikmaken van open plekken. 

Slide 8 - Diapositive

Spelen met tijd 
Een andere manier om spanning op te bouwen is door te spelen met tijd. Als je niet alle gebeurtenissen op chronologische volgorde laat plaatsvinden, kan een terugblik spanning opwekken. 

Bedenk dus goed in welke volgorde je de gebeurtenissen uit het verhaal wilt laten plaatsvinden. 

Slide 9 - Diapositive

Chronologie
In een verhaal vinden vaak meerdere gebeurtenissen plaats. Vaak kiest de schrijver ervoor om deze gebeurtenissen te beschrijven in de volgorde waarin ze gebeurd zijn: de chronologische volgorde

De schrijver kan deze volgorde ook aanpassen door gebruik te maken van flashbacks en flash forwards. Hierin beschrijft hij de gebeurtenissen niet in de volgorde waarin ze zijn gebeurd. 

Slide 10 - Diapositive

Verteltijd en vertelde tijd
Een andere manier waarop de schrijver met de tijd kan spelen, is door te versnellen of te vertragen. Hierbij is het van belang dat je weet wat de verteltijd en wat de vertelde tijd inhouden. 

Verteltijd: de tijd die je nodig hebt om het verhaal te lezen; 
Vertelde tijd: de tijd die de gebeurtenissen in het verhaal in beslag hebben genomen. 

Slide 11 - Diapositive

Versnellen en vertragen
Als een schrijver versnelt, dan is de vertelde tijd langer dan de verteltijd: er is vaak sprake van tijdsprongen. 

Als een schrijver vertraagt, dan is de vertelde tijd korter dan de verteltijd. Dit gebeurt vaak in spannende passages. 

Slide 12 - Diapositive

Tijdreisdagboek.. een korte schrijfoefening
De opdracht:
Schrijf een kort verhaal (max. 300 woorden) over jouw tijdreis. Het verhaal bevat in ieder geval drie van onderstaande punten:

- Een flashback (die bijvoorbeeld uitlegt waarom ze deze reis wilden maken).
- Een flashforward (die bijvoorbeeld uitlegt hoe jouw toekomst eruit ziet)
- Een versnelling (sneller door tijd gaan, bijvoorbeeld "De week vloog voorbij").
- Een vertraging (bijvoorbeeld een gebeurtenis die in detail wordt beschreven, zoals een spannende ontmoeting in het verleden).
- Een cliffhanger waarbij de lezer wil weten wat er verder gebeurt.
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Tijdreisdagboek.. een korte schrijfoefening
Dag 1 – De ontdekking: Ik had nooit gedacht dat ik een tijdmachine zou vinden in oma’s oude schuur. Tussen de spinnenwebben en stoffige dozen stond een apparaat met een groot, glanzend wiel. "Gebruik met zorg," stond erop geschreven. Natuurlijk deed ik dat niet.
Dag 2 – Flashback: Het was twee maanden geleden dat ik te horen kreeg dat ik gezakt was voor mijn wiskunde-examen. Mijn ouders waren teleurgesteld, en ik voelde me een mislukkeling. Als ik deze machine kon gebruiken om terug te gaan en beter te leren... misschien kon ik alles rechtzetten.
Dag 3 – De eerste reis: De week voor het examen vloog voorbij. Ik zette alles op alles om beter te leren, maar nu, terug in het verleden, voelde ik de zenuwen weer opkomen. Ik besloot nog één hoofdstuk door te nemen. (Versnelling)
Dag 4 – Flashforward: Plotseling flitste een beeld door mijn hoofd, alsof de tijdmachine me iets wilde laten zien. Ik zag mezelf jaren later, glimlachend op een universiteitscampus, een diploma in mijn hand. Maar daarachter doemde een schaduw op. Een man in een donker pak stapte naar voren. "Jij had hier nooit mogen zijn," zei hij dreigend. Ik voelde een rilling, en het beeld verdween even plotseling als het was gekomen. Wat bedoelde hij? (Flashforward)
Dag 5 – Vertraging: Toen ik het wiel instelde op "toekomst", begon de machine te trillen. Een flits vulde de kamer, en ik voelde de tijd om me heen bevriezen. Ik keek naar mijn handen en zag dat ze transparant werden. De seconde voelde als een eeuwigheid. Zou ik ooit weer vast in de tijd terechtkomen? Mijn adem stokte toen de wereld om me heen in duizend kleuren explodeerde. (Vertraging)

Dag 6 – Cliffhanger
Toen ik mijn ogen opende, zag ik geen toekomst waarin ik mijn fouten had hersteld. In plaats daarvan zag ik... mezelf. Maar niet zoals ik me herinnerde. Deze ik was ouder. "Je had dit niet moeten doen," zei mijn toekomstzelf. En toen werd alles zwart.

Slide 14 - Diapositive

Tijdreisdagboek.. een korte schrijfoefening

Dag 5 – Vertraging: Toen ik het wiel instelde op "toekomst", begon de machine te trillen. Een flits vulde de kamer, en ik voelde de tijd om me heen bevriezen. Ik keek naar mijn handen en zag dat ze transparant werden. De seconde voelde als een eeuwigheid. Zou ik ooit weer vast in de tijd terechtkomen? Mijn adem stokte toen de wereld om me heen in duizend kleuren explodeerde. (Vertraging)

Dag 6 – Cliffhanger: Toen ik mijn ogen opende, zag ik geen toekomst waarin ik mijn fouten had hersteld. In plaats daarvan zag ik... mezelf. Maar niet zoals ik me herinnerde. Deze ik was ouder. "Je had dit niet moeten doen," zei mijn toekomstzelf. En toen werd alles zwart.

Slide 15 - Diapositive

Spanning opbouwen met tijd & ruimte
Fictie H22/23

Slide 16 - Diapositive

Deze les

Fictie Tijd & Ruimte

Lezen leesboek
--> vandaag H23: ruimte
Stukje theorie / voorbeeld / oefenen



Slide 17 - Diapositive

Lezen leesboek!

Slide 18 - Diapositive

Wat weten we nog over tijd & spanning?

Tijd
Verteltijd en vertelde tijd
flashback en flashforward
Cliffhanger


Slide 19 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe een schrijver spanning in zijn verhaal kan brengen; 
- op welke manier een schrijver gebruik kan maken van tijd en ruimte in een verhaal. 

Slide 20 - Diapositive

Beschrijving van de ruimte
* Ruimte is de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt, waarin personages zich bewegen.

* Onder ruimte verstaan we niet alleen fysieke ruimtes, zoals een slaapkamer of een park, maar alle omschrijvingen over de omgeving. 

Slide 21 - Diapositive

Beschrijving van de ruimte
Voorwerpen: flikkerende lampen, een kerstboom, een ambulance voor de deur.
Geluiden: geraas van verkeer, een tikkende klok, een glas dat kapot valt.
Weer en seizoenen: stralende zon, miezer, bittere vrieskou.
Tijdperken: het heden, een jaar (1940), een verre toekomst.
Culturen: typische Japanse gerechten, personages met een dialect, jongerencultuur. 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Beschrijving van de ruimte

Hoe wordt de ruimte beschreven?
Welke details maken de scène enger, mysterieuzer of spannender?

Slide 24 - Diapositive

Maak nu zelf een ruimtebeschrijving
Stap 1: Kies een van deze vier locaties:
- Een verlaten school in het donker.
- Een klein bootje midden op een stormachtige oceaan.
- Een eindeloze tunnel met alleen een zaklamp.
- Een verlaten ziekenhuis

Stap 2: Beschrijf deze ruimte in 150-200 woorden, maar gebruik alleen beschrijvingen (geen actie of dialoog). Richt je op hoe het voelt, ruikt, klinkt, en eruitziet. Denk aan details die spanning oproepen, zoals schaduwen, geluiden of iets wat net niet helemaal klopt.

Klaar? Deel je verhalen met elkaar!
timer
15:00

Slide 25 - Diapositive

Voorbeeld
Het oude treinstation lag gehuld in een waas van grijze mist, alsof de wereld buiten langzaam werd opgeslokt. Het perron was verlaten, op een enkele, kapotte koffer na die schuin tegen een muur stond, alsof iemand hem haastig had achtergelaten. De klinkers van het perron glinsterden van het vocht, en ergens klonk een zacht druppelend geluid dat maar niet ophield.

De stationsklok hing scheef en wees tien over drie aan, maar de secondewijzer bewoog niet. Een verroeste fiets stond tegen een hek, zijn banden leeggelopen en zijn ketting gebroken. De geur van nat hout en oud metaal hing in de lucht, doordringend en onontkoombaar.

Boven het perron flikkerde een enkele TL-lamp, zijn zwakke licht liet schaduwen dansen die nét niet klopten met de contouren van de ruimte. Vanuit de donkere ingang van een tunnel kwam een geluid, een soort geritsel, nauwelijks hoorbaar. Het was alsof de ruimte zelf ademde, wachtend.

Slide 26 - Diapositive

Volgende les
Donderdag 
Geen les i.v.m studiedag

Vrijdag
Sinterklaasles

Slide 27 - Diapositive

Beschrijf nu zelf twee ruimtes
Beschrijf nu zelf hoe een verhaalpersonage twee ruimtes kan ervaren. 

De eerste ruimte is een ruimte waarin het personage zich niet op zijn gemak voelt. 

In de tweede ruimte voelt het personage zich ontzettend op zijn gemak. 
Gebruik voor beide beschrijvingen minstens tien zinnen. 
timer
15:00

Slide 28 - Diapositive

Spelen met tijd
Een andere manier om de tijd te gebruiken om spanning op te wekken, is door spannende passages uitgebreid en in detail te beschrijven. Op deze manier is de tijd die je erover doet om het fragment te lezen (verteltijd) langer dan de gebeurtenissen in werkelijkheid duren (vertelde tijd). 

Hoe zou je dit soort 'slow motion' teweeg kunnen brengen? 

Slide 29 - Diapositive

Tijd in een verhaal
Een schrijver probeert zijn verhaal altijd zo aantrekkelijk mogelijk te maken, bijvoorbeeld door de tekst spannend te maken. 

Hierbij kan hij de lezer manipuleren door trucjes uit te halen met de tijd in het verhaal. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. 

Slide 30 - Diapositive

Lesplanning 


- Proloog & trailer "Val" van Cis Meijer
- Maken van een opdracht
- Lezen eigen leesboek


Slide 31 - Diapositive

Val
We lezen nu de proloog van het boek "Val".

Schrijf voor jezelf op welke aspecten jij herkent van 'tijd en ruimte' die zorgen voor spanning.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Lien

Val
We kijken nu naar de trailer van het boek 'Val', waarvan we net de proloog hebben gelezen. 

Voldoet deze trailer aan de criteria die we net hebben vastgesteld? Oftewel, wordt de spanning opgebouwd?

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Val

Voldoet deze trailer aan de criteria die we net hebben vastgesteld? Oftewel, wordt de spanning opgebouwd?
ZO ja, hoe? tijd/ruimte

Slide 36 - Diapositive

Aan de slag..
1) lees de theorie op p.94 nog zelf even door. Begrijp je alles wat er staat?

2) Maak vervolgens opdracht 1. Omschrijf uitgebreid de ruimtes; wat zien we allemaal? Omschrijf de voorwerpen, geluiden, weer/seizoenen, tijdperken en culturen.

3) Maak tot slot opdracht 5

Klaar? lezen in je eigen leesboek
timer
1:00

Slide 37 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe een schrijver spanning in zijn verhaal kan brengen; 
- op welke manier een schrijver gebruik kan maken van tijd en ruimte in een verhaal. 

Slide 38 - Diapositive

Volgende les
Maandag

Start grammatica woordsoorten
Leesboek mee!

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo