2v Fictie Tijd & ruimte inclusief proloog VAL

Spanning
Trucs die de schrijver gebruikt:
  • Open plekken: er worden vragen opgeroepen bij de lezer;
  • Informatievoorsprong of informatie wordt achtergehouden (uitstel en vertraging);
  • Dwaalsporen en verkeerde vermoedens;
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spanning
Trucs die de schrijver gebruikt:
  • Open plekken: er worden vragen opgeroepen bij de lezer;
  • Informatievoorsprong of informatie wordt achtergehouden (uitstel en vertraging);
  • Dwaalsporen en verkeerde vermoedens;

Slide 1 - Diapositive

Spanning
  • Meerdere verhaallijnen;
  • Gevaarlijke situaties of gevaarlijke omgeving;
  • Onverwachte gebeurtenissen/wendingen;
  • Inbouwen cliffhangers.

Slide 2 - Diapositive

Soorten spanning
Globale spanning: de vraag die je bezighoudt tijdens het lezen:
  • op het verleden gericht;
  • op de toekomst gericht.
Lokale spanning: spanning die maar even duurt.

Spanningsboog: de periode tussen het begin en het einde van de spanning.

Slide 3 - Diapositive

Spanning ontstaat door...
  • informatie die achtergehouden wordt
  • personage dat verandert tijdens het verhaal
  • versnelling 
  • vertraging
  • een tikkende klok (bom, computer, ...)
  • Cliffhanger
  • open plekken of spannende ruimte
  • actie of karakter/dialoog

Slide 4 - Diapositive

Spanning opbouwen met tijd & ruimte

Verder met fictie

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe een schrijver spanning in zijn verhaal kan brengen; 
- op welke manier een schrijver gebruik kan maken van tijd en ruimte in een verhaal. 

Slide 6 - Diapositive

Spanning in een verhaal
Heb jij enig idee hoe een schrijver zijn tekst spannend kan maken?

Slide 7 - Diapositive

Spanning in een verhaal
Om spanning op te wekken kan een schrijver verschillende trucjes gebruiken: 
- Hij kan de gebeurtenissen in een spannende ruimte af te laten spelen; 
- Hij kan de spanning opbouwen door met de tijd te spelen en belangrijke gebeurtenissen uit te stellen; 
- Hij kan de lezer meer laten weten dan de hoofdpersoon; 

Slide 8 - Diapositive

Spelen met tijd 
Een andere manier om spanning op te bouwen is door te spelen met tijd. Als je niet alle gebeurtenissen op chronologische volgorde laat plaatsvinden, kan een terugblik spanning opwekken. 

Bedenk dus goed in welke volgorde je de gebeurtenissen uit het verhaal wilt laten plaatsvinden. 

Slide 9 - Diapositive

Chronologie
In een verhaal vinden vaak meerdere gebeurtenissen plaats. Vaak kiest de schrijver ervoor om deze gebeurtenissen te beschrijven in de volgorde waarin ze gebeurd zijn: de chronologische volgorde

De schrijver kan deze volgorde ook aanpassen door gebruik te maken van flashbacks en flash forwards. Hierin beschrijft hij de gebeurtenissen niet in de volgorde waarin ze zijn gebeurd. 

Slide 10 - Diapositive

Verteltijd en vertelde tijd
Een andere manier waarop de schrijver met de tijd kan spelen, is door te versnellen of te vertragen. Hierbij is het van belang dat je weet wat de verteltijd en wat de vertelde tijd inhouden. 

Verteltijd: de tijd die je nodig hebt om het verhaal te lezen; 
Vertelde tijd: de tijd die de gebeurtenissen in het verhaal in beslag hebben genomen. 

Slide 11 - Diapositive

Versnellen en vertragen
Als een schrijver versnelt, dan is de vertelde tijd langer dan de verteltijd: er is vaak sprake van tijdsprongen. 

Als een schrijver vertraagt, dan is de vertelde tijd korter dan de verteltijd. Dit gebeurt vaak in spannende passages. 

Slide 12 - Diapositive

Beschrijving van de ruimte
De ruimte waarin de gebeurtenissen zich afspelen kan deze gebeurtenissen versterken. 

Om de ruimte in te zetten om een bijdrage te leveren aan het verhaal, beschrijf je hem zo uitgebreid mogelijk. Denk hierbij aan de temperatuur, de staat van de gebouwen, of het donker of licht is, wat voor weer het is enzovoorts. 

Slide 13 - Diapositive

Opdracht
Geef bij elk van de volgende gebeurtenissen een duidelijke beschrijving wat voor ruimte erbij past --> door je beschrijving, kan iemand anders jouw beschreven ruimte voor zich zien. Denk aan: voorwerpen, geluiden, weer/seizoenen, tijdperken en culturen.

1) een romantisch diner
2) een crematie
3) een riddergevecht
4) een roofoverval
5) een bevalling

timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Beschrijf nu zelf twee ruimtes
Beschrijf nu zelf hoe een verhaalpersonage twee ruimtes kan ervaren. 

De eerste ruimte is een ruimte waarin het personage zich niet op zijn gemak voelt. 

In de tweede ruimte voelt het personage zich ontzettend op zijn gemak. 
Gebruik voor beide beschrijvingen minstens vijf zinnen. 
timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Spelen met tijd
Een andere manier om de tijd te gebruiken om spanning op te wekken, is door spannende passages uitgebreid en in detail te beschrijven. Op deze manier is de tijd die je erover doet om het fragment te lezen (verteltijd) langer dan de gebeurtenissen in werkelijkheid duren (vertelde tijd). 

Hoe zou je dit soort 'slow motion' teweeg kunnen brengen? 

Slide 16 - Diapositive

Proloog
Extra hoofdstuk dat wordt geschreven aan het begin van een boek.  Anders dan het voorwoord, is een proloog een volwaardig onderdeel van het verhaal.  

Een gebeurtenis uit het verleden of de toekomst waar de lezer bekend mee moet zijn voor het daadwerkelijke verhaal begint, soms vanuit een ander perspectief. 

Slide 17 - Diapositive

Proloog
Een schrijver probeert zijn verhaal altijd zo aantrekkelijk mogelijk te maken, bijvoorbeeld door de tekst spannend te maken. 

Hierbij kan hij de lezer manipuleren door trucjes uit te halen met de tijd in het verhaal. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. 

Slide 18 - Diapositive

Val
We lezen nu de proloog van het boek "Val".

Schrijf voor jezelf op welke aspecten jij herkent van 'tijd en ruimte' die zorgen voor spanning.

Slide 19 - Diapositive

Tijd in een verhaal
Een schrijver probeert zijn verhaal altijd zo aantrekkelijk mogelijk te maken, bijvoorbeeld door de tekst spannend te maken. 

Hierbij kan hij de lezer manipuleren door trucjes uit te halen met de tijd in het verhaal. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Val
We kijken nu naar de trailer van het boek 'Val', waarvan we net de proloog hebben gelezen. 

Voldoet deze trailer aan de criteria die we net hebben vastgesteld? Oftewel, wordt de spanning opgebouwd?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo