H3: §1.3, §2.3, §3.3 Lezen quiz

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Een tekst waarin een antwoord wordt gegeven op een feitelijke vraag (bijv. Kun je niezen als je slaapt?) noemen we een..?

1. artikel
2. betoog
3. interview
4. nieuwsbericht

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

Wat is de kernzin?

Noem 3 functies van een inleiding.

En noem 2 functies van een slot.

§2.3 Wat is geen kenmerk van een nieuwsbericht?

1. gaat over een actuele gebeurtenis
2. heeft een driedeling (inleiding-kern-slot)
3. is een informatieve tekst
4. is neutraal geformuleerd

Is hier sprake van objectieve of subjectieve informatie?

Het massaal genegeerde vuurwerkverbod heeft dit jaar veel meer slachtoffers gemaakt dan vorig jaar toen ook een verbod gold. Volgens VeiligheidNL gaat het om 773 mensen.

1. objectieve informatie
2. subjectieve informatie

Is hier sprake van objectieve of subjectieve informatie?

Volgens het Witte Huis zou de Chinese app TikTok een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid, het buitenlandbeleid en de economie van de Verenigde Staten.

1. objectieve informatie
2. subjectieve informatie

Noem 3 dingen waar je op kunt letten als je wil weten voor welk leespubliek een tekst is bedoeld?

Wat is het tekstdoel van een betoog?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Waarmee probeert de schrijver in een betoog zijn mening toe te lichten?

Ik vind TikTok een leuke app, omdat de meeste gebruikers jongeren tussen de 13 en 17 jaar zijn.
Is dit een objectief of een subjectief argument?

1. objectief
2. subjectief

Ik vind TikTok een leuke app, omdat er grappige filmpjes op worden gedeeld.
Is dit een objectief of een subjectief argument?

1. objectief
2. subjectief

Hoe kan de schrijver in een betoog met een tegenargument de lezer overtuigen van zijn standpunt?

Juist of onjuist?: Een betoog heeft meestal een driedeling en een beoordeling een tweedeling.

1. juist
2. onjuist

Welk tekstverband?
Kortom, het is goed als er een vuurwerkverbod komt.

1. concluderend
2. samenvattend
3. middel/doel
4. oorzaak/gevolg

Bedenk een zin met als tekstverband oorzaak/gevolg.

Welk tekstverband?
Als ik een voldoende voor Nederlands haal, trakteer ik mevrouw Vunderink op een reep chocola.

1. middel/doel
2. oorzaak/gevolg
3. redengevend
4. voorwaardelijk