stijlfiguren Caesar

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

noem zoveel mogelijk
stijlfiguren

Slide 2 - Carte mentale

Gallia est omnis divisa in partes tres, quarum unam incolunt Belgae, aliam Aquitani, tertiam qui ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur.
A
trikolon
B
asyndeton
C
polysyndeton
D
antithese

Slide 3 - Quiz

Hi omnes lingua, institutis, legibus inter se differunt. Gallos ab Aquitanis Garumna flumen, a Belgis Matrona et Sequana dividit.
A
parallellie
B
sententia
C
asyndeton
D
chiasme

Slide 4 - Quiz

Belgae ab extremis Galliae finibus oriuntur, pertinent ad inferiorem partem fluminis Rheni, spectant in septentrionem et orientem solem.
A
anafoor
B
alliteratie
C
ironie
D
assonantie

Slide 5 - Quiz

aut, si sunt plures pares
A
chiasme
B
alliteratie
C
anafoor
D
assonantie

Slide 6 - Quiz

Disciplina in Britannia reperta atque inde in Galliam translata esse existimatur,
A
abl. abs.
B
participia perfectum passief
C
A.C.I.
D
deponens

Slide 7 - Quiz

In primis hoc volunt persuadere, non interire animas, sed ab aliis post mortem transire ad alios, atque hoc maxime ad virtutem excitari putant metu mortis neglecto.
A
Druïden leren alles uit hun hoofd
B
Druïden geloofden alleen in de zon en in de maan als goden
C
zielsverhuizing
D
Druïden zijn niet bang voor de dood

Slide 8 - Quiz

Druides a bello abesse consuerunt neque tributa una cum reliquis pendunt; militiae vacationem omniumque rerum habent immunitatem.
A
Druïden hebben veel privileges
B
Druïden zijn belangrijk in de oorlog
C
Druïden zorgen voor de belasting
D
Druiden betalen veel contributie

Slide 9 - Quiz

Wie deden er aan mensenoffers?
A
de Romeinen
B
de Kelten
C
de Germanen
D
niemand

Slide 10 - Quiz

Wat was de aanleiding van de burgeroorlog tussen Caesar en Pompeius?
A
Caesar veroverde Italië
B
C. stak de Rubicon over met zijn leger
C
Caesar benoemde zichzelf consul
D
Het driemanschap viel

Slide 11 - Quiz

Waarom werd Caesar vermoord?
A
hij werd dictator, imperator en consul voor altijd
B
hij dacht dat hij een god was
C
hij wilde koning worden
D
hij had veel vijanden

Slide 12 - Quiz

Wat is geen uitspraak van Caesar?
A
Alea iacta est
B
Veni, vidi, vici
C
Divide et impera
D
Amor omnia vincit

Slide 13 - Quiz

Wat is geen uitspraak van Caesar?
A
Et tu, Brute?
B
Horum omnium fortissimi sunt Belgae
C
Pecunia non olet
D
Aut Caesar aut nullus

Slide 14 - Quiz