8 november K3C hoofdstuk 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

 Schrift

Leerboek

Leesboek

Pen

Ga zitten volgens de (nieuwe) plattegrond van jullie mentor!

 Zorg ervoor dat de volgende 4 dingen op je tafel liggen:

Welkom!

Planning vandaag 8 november

• Vorige les tekstdoelen en publiek
• Uitleg over verbanden en signaalwoorden  
• Zelfstandig aan de slag met opdrachten hfst 3
• Evaluatie hoe is het gegaan?

Vragen over tekstdoelen en publiek?

Pak je schrift en pen en schrijf op:

Welke signaalwoorden ken jij?

Lesdoel

Aan het eind van de les weet ik wat signaalwoorden zijn en kan ik deze vinden in een tekst of zin. En zie ik de verbanden in de tekst.

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

VOORBEELD OPSOMMING

herken je aan signaalwoorden zoals:

• ten eerste, ten tweede, ten slotte
• om te beginnen
• ook (nog)
• verder
• en
• dubbele punt (:)
• liggende streepje (-)
• getallen (1, 2, 3)

 VOORBEELD TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

• tegenover
• maar
• hoewel
• echter
• toch
• aan de ene kant ... aan de andere kant

VOORBEELD TOELICHTING

herken je aan signaalwoorden zoals:

• bijvoorbeeld
• zo
• zoals
• denk aan
• neem nou
• onder andere
  

Vragen over tekstverbanden of signaalwoorden?

Pak je leerboek erbij en kijk mee

 Boek Nieuw Nederlands

 vanaf blz. 60

Werken aan opdrachten

Lees	De opdrachten goed.
Maak	Hoofdstuk 3 maken opdrachten "Lezen" 1 t/m 5 in je schrift
Hoe	Met een zachte stem, alleen overleg met je buurman of vraag je vraag aan de docent
Tijd	10 minuten
Klaar?	Maak een samenvatting in je schrift over verbanden en signaalwoorden of vraag je docent om een extra oefentekst.

Huiswerk

• Hoofdstuk 3 onderdeel: “Lezen” online maken opdr. 1 t/m 5 (blz. 60 t/m 41)
• In je schrift schrijf je een samenvatting over verbanden en signaalwoorden
  

Evaluatie: Wat heb je geleerd:

• Je weet wat het woord 'tekstverband' betekent
• Je weet wat het woord 'signaalwoord' betekent
• Je kunt in een tekst een paar signaalwoorden aanwijzen.
• Je herkent dankzij signaalwoorden verschillende tekstverbanden

Geef jezelf een cijfer tussen 0-10 of je dit onderdeel beheerst en hoe de les voor jou is gegaan.