§4.2 brandstof en milieu

§4.2 brandstoffen en milieu
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

§4.2 brandstoffen en milieu

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog van fotosynthese?
A
zuurstof + koolstofdioxide --> water + glucose
B
glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water
C
koolstofdioxide + water --> zuurstof + glucose
D
water + zuurstof --> glucose + koolstofdioxide

Slide 2 - Quiz

Planten gebruiken de voedingsstof/brandstof glucose om andere stoffen van te maken.

(eiwitten, vetten, zetmeel, houtstof, vitamines.......)
glucose

Slide 3 - Diapositive

Bij de verbranding van planten worden weer koolstofdioxide en water gevormd.

Slide 4 - Diapositive

Als je 1 C-atoom gaat volgen, dan zit deze in een kringloop.

De snelle koolstofkringloop

Slide 5 - Diapositive

Langzame/trage koolstofkringloop.

Door gebruik van fossiele brandstoffen.

Aardolie
Aardgas
Steenkool

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Fossiele brandstoffen zijn meestal voor de dinosaurus ontstaan.

trage koolstofkringloop want miljoenen jaren opgeslagen in de bodem.

Slide 8 - Diapositive

Gebruik van fossiele brandstoffen

CO2 concentratie in de lucht is toegenomen.
Versterkt broeikaseffect.
Opwarming van de aarde.
Klimaat crisis

Slide 9 - Diapositive

Biobrandstoffen

Door het gebruik van plantaardig materiaal (biomassa) is er alleen een snelle koolstofkringloop.

bio-alcohol
bio-diesel

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

1
3
2
4
5
klimaatcrisis (veranderingen in het plaatselijke klimaat)
verbranding fossiele brandstoffen
toename CO2 in atmosfeer
opwarming van de aarde
het broeikas effect versterkt

Slide 12 - Question de remorquage

waterstof
Verbranding van waterstof:

  H2 + O2 --> ?

Voordeel: geen CO2 uitstoot.
Hoe wordt waterstof geproduceerd?

Slide 13 - Diapositive

Vorige zomer:
Meer dan een miljoen kilo kalk uitgestort over de Ginkelse Heide in Ede om de schade van zure regen te herstellen.



Slide 14 - Diapositive

Waarom kalk uitstorten?
Zure regen zorgt ervoor dat er teveel kalk oplost en verdwijnt in het grondwater
-> huisjes slak

-> koolmees

-> biodiversiteit




Slide 15 - Diapositive

Stikstofoxide
Zwaveloxide

Slide 16 - Diapositive

verzuring van de bodem door zure regen.

  • zwaveldioxide: reactieproduct van de verbranding van fossiele brandstoffen
  • stikstofoxiden: NOx ontstaan bij gebruik van verbrandingsmotoren (auto's (verkeer) en machines (bouw))
  • NH3, ammoniak, stikstofverbinding uit de landbouw

Slide 17 - Diapositive

Stikstofverbindingen
 
  • minder hard rijden
  • minder mest
  • bouwstop

Slide 18 - Diapositive

 havo 3 deze niet meer/vorige les
fossiele brandstoffen en biobrandstoffen
versterkt broeikas effect

deze les:  pH, zuur, neutraal en basisch

Slide 19 - Diapositive

Zure stoffen

  • azijn, citroensap, maagzuur, cola
  • kunnen worden gebruikt om kalk op te lossen

Slide 20 - Diapositive

Basische stoffen
  • het tegenovergestelde van zuur
  • zeep-achtig
  • zeep, ammonia, ovenreiniger, gootsteen ontstopper, soda
  • kunnen worden gebruikt om vetten op te lossen

Slide 21 - Diapositive

de pH schaal van 0 tot 14
De pH is een maat voor hoe zuur, of basisch een oplossing is. (of neutraal)

Slide 22 - Diapositive


Doe een gok:
wat is de pH van cola?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

De pH van een vloeistof kun je op 3 manieren onderzoeken. (practicum)

  • rode koolsap
  • lakmoes papier
  • universeel indicator papier

Slide 25 - Diapositive

rode koolsap       
zuur             neutraal               base

Slide 26 - Diapositive

Rood lakmoes
papier


Kleurt blauw bij een base.
Blijft rood bij een neutrale of zure oplossing
Blauw lakmoes papier

Kleurt rood bij een zure oplossing.
Blijft blauw bij een neutrale of basische oplossing.

Slide 27 - Diapositive

Tekst
universeel indicator papier

Je kunt gewoon de pH aflezen.


Slide 28 - Diapositive

Accuzuur is een sterk zuur.
Wat zie je als je wat toevoegt aan rode koolsap?
A
rode koolsap wordt rood
B
rode koolsap wordt groen
C
rode koolsap wordt kleurloos
D
rode koolsap wordt blauw

Slide 29 - Quiz

Wasmiddel is een zwakke base
wat zie je als je de lakmoesproef doet?
2 antwoorden zijn goed.
A
Blauw lakmoes wordt rood
B
rood lakmoes wordt blauw
C
rood lakmoes blijft rood
D
blauw lakmoes blijft blauw

Slide 30 - Quiz

Koffie is een zwak zuur.
Wat kan de pH zijn van koffie?
A
7
B
8 of 9
C
1 of 2
D
5 of 6

Slide 31 - Quiz

Schoonmaak azijn is een sterk zuur met een pH van 2.
Wart gebeurt er met de pH als je schoonmaak azijn gaat verdunnen met water.
A
Die wordt lager dan 2.
B
Die wordt hoger dan 2, maar komt nooit boven de 7 uit.
C
Die wordt hoger dan 2 en kan ook boven de 7 uitkomen.
D
Die blijft hetzelfde.

Slide 32 - Quiz

Schoonmaak middelen
en hun risico's

Zure stoffen ontkalken  = verwijderen kalkaanslag
schoonmaak azijn
kalkreiniger

Slide 33 - Diapositive

Schoonmaak middelen
en hun risico's

Basische  stoffen   =   vetten lossen erin op
zeep
soda
ovenreiniger    

Slide 34 - Diapositive

Schoonmaak middelen
en hun risico's

Bleekmiddelen   =   chloorbleekloog
= zuurstofbleekmiddel

kleurstof verwijderen
    
Bevat chloor. Nooit mengen , want als het reageert ontstaat chloorgas

Slide 35 - Diapositive

Schoonmaak middelen
en hun risico's
              Spiritus (ruiten ontvetten)
               Aceton (nagellakremover)

Wasbenzine
Vettige vloeistof om vetvlekken mee uit kleding te halen.   

Slide 36 - Diapositive