K3B Les Engels 21-3-2022 Herhalen Present Simple - Continuous

Juiste starthouding in de lessen
Ik heb mijn laptop/boeken op tafel.
Je zit volgens de plattegrond.
Je telefoon heb je in je tas en je tas staat op de grond
Eten in de les is niet toegestaan (water drinken mag wel)


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Juiste starthouding in de lessen
Ik heb mijn laptop/boeken op tafel.
Je zit volgens de plattegrond.
Je telefoon heb je in je tas en je tas staat op de grond
Eten in de les is niet toegestaan (water drinken mag wel)


Slide 1 - Diapositive

Today's goals
Herhalen van
- Present Simple
- Present Continuous

Slide 2 - Diapositive

Present Simple
Tegenwoordige tijd
Alleen bij she/he/it krijgt het werkwoord een –s uitgang. Bij de andere vormen/personen doe je niets.

He talks too much
We talk too much



Slide 3 - Diapositive

Wanneer gebruiken?
Bij feiten, gewoonten, regelmatigheden


She sleeps at night
They always talk on the phone
It is never cold in July
We always wear a seatbelt in the car



Slide 4 - Diapositive

Present Continuous
Duurvorm tegenwoordige tijd: Am/are/is + ww+ing
Am bij I
Are bij you/we/they
Is bij she/he/it

I am cleaning my house
She is walking on the street



Slide 5 - Diapositive

Wanneer gebruiken?
Bij dingen die NU gebeuren of als iets je irriteert.

She is shouting at me
We are driving so fast
He is playing a game right now




Slide 6 - Diapositive

Vul de juiste vorm in: Peter can’t come to the phone. He has / is having a bath right now.
A
has
B
is having

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vorm in: He makes / is making his bed every day.
A
makes
B
is making

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm in: Carl is in bed. He sleeps / is sleeping.
A
sleeps
B
is sleeping

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm in: We often (a) __________ (to watch) TV on Saturday nights. This evening, however, we (b) __________ (to have) a party.
A
watch - watch
B
is watching - is watching
C
watch - are watching
D
are watching - watch

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste vorm in: My father (a) __________ (to work) as a bus driver. Today he (b) __________ (to drive) a group of students to Paris.
A
is working - is driving
B
works - is driving
C
works - drives
D
is working - drives

Slide 11 - Quiz

Today's goals
Herhalen hoofdstukken 3 en 4

Stepping Stones online
Magister.me - PTO2: herhalingsweek : Quizlet woordjes hoofdstukken 3 en 4

Slide 12 - Diapositive