Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Heute:
-Kapitel 2: Fit durchs leben
Sport & Gesundheit
Slide 1 - Diapositive
Treibst du Sport?
Ja
Manchmal
Nein
Slide 2 - Sondage
Gesundheit & Sport
Slide 3 - Carte mentale
wat gaan wij vandaag doen?
1. video bekijken (sporten in coronatijd)
2. vragen beantwoorden naar aan aanleiding van de video
3. doel: je begrijpt een Duitse video (hören und sehen)
4. je kunt de vragen beantwoorden
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
vraag 1 waar wordt gesport?
A
Auf der Straße
B
zu Hause
C
im Park
D
in einer Halle
Slide 6 - Quiz
vraag 2 volgens het filmpje sport je om
A
nicht dick zu werden
B
Fit zu bleiben
C
Jung zu bleiben
D
weil es Spaß macht
Slide 7 - Quiz
Vraag 3 hoe loop je goed
A
nicht federn
B
Körper nicht nach hinten
C
Fuß völlig belasten
D
So wie die Personal Trainerin
Slide 8 - Quiz
vraag 4 wanneer is het lastig gemotiveerd te blijven voor het sporten
A
Bei schönem Wetter
B
Bei sclechtem Wetter
C
wenn es regnet
D
wenn es schneit
Slide 9 - Quiz
vraag 5 hoe vaak moet je sporten
A
alle 2 oder 3 Tage
B
so wenig wie möglich
C
so viel wie möglich
D
nie
Slide 10 - Quiz
vraag 6 Waarom heeft die meneer geen "Tube" nodig bij de "Liegestütz"?
A
weil er alt ist
B
weil er das nicht will
C
weil er zu schwer ist
D
weil er dumm ist
Slide 11 - Quiz
vraag 7 wat betekent "Muskelkater"
Slide 12 - Question ouverte
Aufgabe 4 t/m 5
Seite 53,54,55
Fertig? WL lernen
Slide 13 - Diapositive
Sterke ww in het Duits.
In de tegenwoordige tijd (t.t) verandert de klinker ook mee. Dit gebeurd alleen bij de sterke werkwoorden met een e of een a in de stam. Deze klinkers veranderen in het volgende:
Slide 14 - Diapositive
Sterke ww in het Duits.
Er zijn 3 opties:
a verandert in ä
en de lettere heeft twee opties: i of ie
Slide 15 - Diapositive
Sterke ww in het Duits.
Wanneer i of ie?
De letter e verandert in een i bij een korte klank (korte optie)
Bij een lange klank verandert de e in een ie (lange optie)
Slide 16 - Diapositive
Waar komt deze verandering?
Alleen bij de personen: du, er, sie en es. Alle andere gaan gewoon via (fe)esttenten
Slide 17 - Diapositive
Verbind de klank met de juiste klinker.
Lange eee klank
klank e
korte è klank
klinker:
ä
Klinker:
i
Klinker: ie
Slide 18 - Question de remorquage
Uitzonderingen
Slide 19 - Diapositive
Bij welke persoonlijke voornaamwoorden veranderd de klinker?
Slide 20 - Question ouverte
Bij welke werkwoorden veranderd de klinker niet? Noem er minimaal 3.
Slide 21 - Question ouverte
Das Verb: helfen (korte-klank) krijgt een klinkerwisseling e - i. Richtig oder falsch?