Chemie in het klein H4.3

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Moleculen als bouwstenen
Waar bestaan stoffen uit?

Alle stoffen bestaan uit moleculen.

Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof dat nog alle eigenschappen van die stof heeft.

Als je een molecuul nog verder gaat bekijken bestaat het uit atomen.

Slide 2 - Diapositive

Moleculen



Een molecuul bestaat uit 1 óf meerdere atomen

Slide 3 - Diapositive

Zuurstofmolecuul
Zuurstof atoom heeft als symbool O

Zuurstofmolecuul zijn twee atomen O-O

Je schrijft dit als O2.


Slide 4 - Diapositive

Molecuultekening
Molecuultekening van water
Bestaat uit:
  • 1 atoom zuurstof (O)
  • 2 atomen waterstof (H)
  • 1 molecuul

Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn. 

Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal

Slide 5 - Diapositive

Molecuultekening
Molecuultekening van water
Bestaat uit:
  • 1 atoom zuurstof (O)
  • 2 atomen waterstof (H)
  • 1 molecuul

Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn. 

Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal

Slide 6 - Diapositive

Belangrijke begrippen
Molecuultekening
Molecuultekening van water
Bestaat uit:
  • 1 atoom zuurstof (O)
  • 2 atomen waterstof (H)
  • 1 molecuul

Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn. 

Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal

Slide 7 - Diapositive

Uit hoeveel soorten
moleculen bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24

Slide 8 - Quiz

Uit hoeveel soorten elementen
bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24

Slide 9 - Quiz

Uit hoeveel atomen
bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24

Slide 10 - Quiz


Wat is de molecuulformule 
van glucose (suiker)? (fase is vast)

Slide 11 - Question ouverte


Wat is de molecuulformule 
van ethanol, fase is vloeibaar.
rood = O, wit = H en zwart is C

Slide 12 - Question ouverte


Uit hoeveel atomen bestaat dit molecuul?
HNO3(aq)

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Namen van moleculen
CuBr2  = koper-di-bromide

C2H4 = di-koolstof-tetra-waterstof

Slide 16 - Diapositive

Schrijf de namen van de volgende stoffen op (zie afbeelding hiernaast).

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de molecuulfomule van:
  1. dikoolstoftetrachloride

C2Cl4

Slide 18 - Diapositive

Wat is de molecuulformule van: 1. distiktoftetraoxide
2. koolstoftetrabromide
3. diwaterstofsulfide
4. difosforhexaoxide

Slide 19 - Question ouverte

Triviale namen die je moet kennen. 
Bron 5 boek blz 84
Stoffen hebben vaak meerdere namen. 
  1. Rationele naam = scheikundig
  2. Triviale naam = volksmond

In binas tabel 42 staan er enkele. Tabel hiernaast moet je kennen.

Slide 20 - Diapositive

Molecuulformules 7 niet-ontleedbare stoffen. 
Bron 4 blz 84

Slide 21 - Diapositive

Binas tabel 34 
Blauwe zijn metalen.
Komen altijd alleen voor. 

Slide 22 - Diapositive