Hoofdstuk 14 Nig

In de sportschool
opdracht 1
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBeroepsopleiding

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

In de sportschool
opdracht 1

Slide 1 - Diapositive

inschrijven
speciaal
conditie
waarschijnlijk
meedoen
gewicht

Slide 2 - Diapositive

indirecte rede
Hij zegt dat het regent.
Hij vraagt of het regent.
Hij vraagt waarom het regent.
Het regent.
Regent het?
Waarom regent het?
Hij probeert of het lukt.
Hij vraagt of het lukt.
Hij kijkt of het regent.
Hij wil (niet) weten of het regent.
Hij zegt dat het lukt.
Hij wil dat het lukt.
Hij hoopt dat het regent.
Hij belooft (niet) dat hij komt.
Hij zorgt dat het af is.
Hij weet dat het af is.

Weet u waarom het regent.
hij vraagt hoelang het duurt.
Hij weet niet hoe laat het is.
Hij wil weten wat er gebeurd.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

zullen (3)
opdracht 7
Ze komt nog. → Ze zal nog wel komen

twee werkwoorden
Ze kan het adres wel vinden. → Ze zal het adres wel kunnen vinden.

perfectum
Ze heeft te veel gegeten. → Ze zal wel te veel gegeten hebben/hebben gegeten.

Slide 7 - Diapositive

1. presens + tijdsaanduiding (standaard)

Komende zondag werk ik van 10.30 uur tot 14.00 uur.
Volgende week trouwt mijn broer. 
In augustus word ik 50.
Volgende week zal het rooster op de website staan.

Slide 8 - Diapositive

2. werkwoord gaan + infinitief 

Mark gaat biologie studeren.
Mijn broer gaat trouwen.
Ik ga mijn 60ste verjaardag vieren.

Slide 9 - Diapositive

3. werkwoord zullen + infinitief 

De voorstelling zal om acht uur precies beginnen. 

Volgend jaar zal mijn broer trouwen.
Ik zal mijn verjaardag vieren.
Vergelijk
Volgende week zal het rooster op de website staan.
Volgende week zal het rooster wel op de website staan.

Slide 10 - Diapositive

3. werkwoord zullen + infinitief 
De voorstelling zal om acht uur precies beginnen. 

Volgend jaar zal mijn broer trouwen.
Ik zal mijn verjaardag vieren.
2. werkwoord gaan + infinitief 
Mark gaat biologie studeren.
Mijn broer gaat trouwen.
Ik ga mijn 60ste verjaardag vieren.
1. presens + tijdsaanduiding (standaard)
Komende zondag werk ik van 10.30 uur tot 14.00 uur.
Volgende week trouwt mijn broer. 
In augustus word ik 50.
Volgende week zal het rooster op de website staan.
Vergelijk
Volgende week zal het rooster op de website staan.
Volgende week zal het rooster wel op de website staan.

Slide 11 - Diapositive

Taaltempo 11A

Slide 12 - Diapositive

huiswerk

www.coutinho.nl 
'filmpje' zullen - waarschijnlijkheid
extra materiaal -> grammar
Optioneel: Klare taal les 74 (zou)

Slide 13 - Diapositive


Aantekeningen maken van wat je ziet.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

uitspraak oe - u - uu
Welke klank hoor je?

opdracht 12 en 13

Slide 16 - Diapositive

Als je tijd hebt
Ga naar een sportschool en vraag:
- welke sporten je kunt beoefenen
- welke abonnementen er zijn
- hoe vaak je kunt sporten
- wat je kunt doen om af te vallen / lenig te worden / sterker te worden / uithoudingsvermogen te verbeteren / conditie te verbeteren


Slide 17 - Diapositive

huiswerk
www.coutinho.nl
Zullen – waarschijnlijkheid
Futurum
nieuwe woorden gebruiken

Slide 18 - Diapositive