Paragraaf 2 - deel 2

Weer & Klimaat
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Weer & Klimaat

Slide 1 - Diapositive

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Een paar vraagjes (10 min)
Nakijken (10 min)
Lezen paragraaf 2, deel 2 / leerdoelen (5 min)
Bespreken paragraaf 2 - deel 2 (15 min)
Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

welk klimaat hoort er bij de foto?
A
woestijnklimaat
B
savanneklimaat
C
steppeklimaat
D
tropischregenwoud klimaat

Slide 3 - Quiz

Een gematigd zeeklimaat heeft:
A
Koele zomers en warme winters
B
Koele zomers en zachte winters
C
Koele zomers en koude winters
D
Warme zomers en zachte winters

Slide 4 - Quiz

Bekijk de kaart over klimaten. Bij welke letter vind je het landklimaat?

Slide 5 - Question ouverte

Zoek een afbeelding die een goed beeld geeft van het Middellandse zeeklimaat

Slide 6 - Question ouverte

Nakijken
Paragraaf 2
Vraag 1 tm 9 (Dus: tot aan 'Klimaatfactoren')
 
Hoe: Klassikaal 
 
Tijd: 15 minuten 
 
Let op: deze vragen heb je nodig voor de toets 

Slide 7 - Diapositive

Lezen
Paragraaf 2: Klimaatfactoren
  • Lezen: klassikaal
  • Tijd: 5 minuten

Leerdoelen:
  1. Je kent de 5 klimaatfactoren en je kunt deze uitleggen.

Slide 8 - Diapositive

Klimaatfactoren
De 5 klimaatfactoren samen bepalen het klimaat van een land.

  1. breedteligging
  2. hoogteligging
  3. afstand tot de zee
  4. windrichting
  5. gesteldheid aardoppervlak

Slide 9 - Diapositive

Breedteligging

Slide 10 - Diapositive

Hoogteligging
  • de ligging van een gebied in hoogte ten opzichte van de zeespiegel
  • elke 1000 meter dat je omhoog gaat daalt de temperatuur 6 graden

Slide 11 - Diapositive

Afstand tot de zee
  • een gebied bij zee krijgt in de zomer een koele wind vanuit zee
  • in de winter krijgt het juist een warme wind vanuit zee
  • zeewind brengt ook vaak vochtige lucht, waaruit neerslag valt
aanlandige wind = zeewind -> brengt koele lucht aan land in zomer, warmere lucht in winter

aflandige wind = landwind -> brengt koude lucht uit oost- en noordeuropa mee in winter, warme lucht in zomer.

Slide 12 - Diapositive

Aanlandige wind
Aflandige wind

Slide 13 - Diapositive

Gesteldheid van het aardoppervlak
  • Zonnestralen verwarmen de aarde
  • Water warmt niet snel op en koelt niet snel af.
  • Land warmt snel op en koelt ook weer snel af.
  • Plekken met veel asfalt, beton en steen zijn vaak iets warmer.

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
Leren paragraaf 1 + 2
Maken paragraaf 2: alle vragen!

Slide 15 - Diapositive