Ontkenning

Plan de clase
- La hora
- Negaciones (ontkenningen)
- Verbo Ir (gaan)
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Plan de clase
- La hora
- Negaciones (ontkenningen)
- Verbo Ir (gaan)

Slide 1 - Diapositive

Les in twee delen 
Wat is een ontkenning?
  • Mevrouw de Wit is nergens te bekennen.
  • Ze is niet in de klas vandaag. 
  • Maar er is geen uitval.
  • Dit gebeurt nooit.
  • Niemand had dit kunnen weten.

Slide 2 - Diapositive

Ik heb op het bord wat voorbeelden van ontkenningen in het Nederlands geformuleerd. 

De ontkenning binnen de zin heb ik met rood aangegeven.
Negación Ontkenning
Om een zin ontkennend te maken, 
zet je het woord 'no' vóór het werkwoord:


WEL
NIET
Vivo en una ciudad.
No vivo en una ciudad.
Aquí hay una farmacia.
Aquí no hay una farmacia.
Tú bebes una coca cola.
no bebes una coca cola.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere ontkenningen
  • Nada = Niets
  • Nadie = Niemand
  • Nunca = Nooit



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nada = niets > dubbele ontkenning

Nada altijd in combinatie met no
-no staat vóór en nada staat achter het werkwoord

Voorbeelden:
Ana no dice nada > Ana zegt niets.
Juan no quiere nada > Juan wil niets.
Manuel no come nada > Manuel eet niets

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Nunca y Nadie
staan altijd vóór de persoonsvorm (werkwoord)

No voy al supermercado.        Ik ga niet naar de supermarkt.
Nunca voy al supermercado.       Ik ga nooit naar de supermarkt.
Nadie va al supermercado      Niemand gaat naar de supermarkt.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Nunca 
mag ook in combinatie met NO gebruikt worden
dan krijg je NO vóór en NUNCA  achter het werkwoord

No voy nunca  al supermercado 
Ik ga nooit naar de supermarkt.



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ER IS NIEMAND
vertaal je met 

NO hay NADIE

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak ontkennend
1. Mi amigo habla español           Mi amigo .......
2. Soy holandesa                             .........
3. Vivimos en Hilversum              ........
4. Mi madre se llama Felicia       Mi madre .........

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het juiste woord in.
Miguel (niet) _______ va al instituto los domingos.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de juiste woorden in.
Miguel (niets) ________ comprende _________ de matemáticas.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het juiste woord in.

En el instituto (niemand) _______ lleva uniforme.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

no - nunca - nadie - nada
  • 1 En mi casa (niemand) ______________come carne.
  • 2 El autobús (niet) ____________va al instituto.
  • 3 En mi instituto los profes (nooit) ______________ son duros.
  • 4 Después de las 20.00 Juan (niets)______ hace __________.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Preguntas 
¿PREGUNTAS?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertaal de volgende zinnen
1. Mijn zus gaat niet naar de film
2. Ik hou niet van dansen
3. Jij bent niet je huiswerk aan het maken
4. Wij slapen niet in een hotel
5. Mijn vriendinnen werken niet
6. Jullie spelen geen voetbal
7. Ik eet geen vlees
8. Jij kijkt geen televisie
9. Mijn vader en ik houden niet van hardlopen 
10. De meisjes zijn niet aan het studeren
Tekst

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions