Grammaire H

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Het bezittelijk
voornaamwoord in het Nederlands

Slide 2 - Carte mentale

Het bezittelijk voornaamwoord (NL)
  • Mijn
  • Jouw
  • Zijn/haar
  • Onze
  • Jullie
  • Hun

Slide 3 - Diapositive


Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord
in het Frans

Slide 5 - Carte mentale

Het bezittelijk voornaamwoord (Frans)
  • Mijn = mon, ma, mes
  • Jouw = ton, ta, tes
  • Zijn/haar = son, sa, ses
  • Onze = notre, notre, nos
  • Jullie = votre, votre, vos
  • Hun = leur, leur, leurs
Uitspraak
We gaan het rijtje eerst rustig uitspreken, maar daarna steeds sneller.

Slide 6 - Diapositive

4

Slide 7 - Vidéo

00:25
Wat krijg je nu te zien denk je?
A
Wat het verschil is tussen mon, ma en mes
B
Wat een bezittelijk voornaamwoord betekent

Slide 8 - Quiz

00:47
Welk verschil is hier uitgelegd?

Slide 9 - Question ouverte

01:20
Maakt het uit of de persoon waarvan iets is een meisje of jongen is?
A
Nee, het object bepaalt!
B
Ja, eigenlijk wel.

Slide 10 - Quiz

02:54
Als een woord begint met een klinker..
A
Gebruik je welke vorm je zelf wilt
B
Gebruik je altijd de mannelijke vorm

Slide 11 - Quiz

Wat is het vrouwelijke bvnw?
A
mon
B
ta
C
son
D
leurs

Slide 12 - Quiz

Wat is het meervouds-bvnw?
A
mon
B
ta
C
son
D
leurs

Slide 13 - Quiz

Wat is het bvnw in deze zin?

Quelle est ta matière préférée
A
Quelle est
B
ta
C
matière
D
préférée

Slide 14 - Quiz

Ma matière préférée c'est l'anglais.

Wat betekent 'ma' ?
A
zijn
B
mijn
C
jouw
D
hem/haar

Slide 15 - Quiz

Mon prof préféré c'est Monsieur Conradie

Wat betekent 'mon' ?
A
hun
B
hem/haar
C
jouw
D
mijn

Slide 16 - Quiz

mijn school (m)
A
ma collège
B
mes collège
C
mon collège
D
tes collège

Slide 17 - Quiz

zijn kamer (v)
A
ses chambre
B
son chambre
C
ton chambre
D
sa chambre

Slide 18 - Quiz

jouw spullen (mv)
A
ton affaires
B
tes affaires
C
ta affaires
D
mes affaires

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Lien