2. De grote Oost-Japanse ramp

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

De grote Oost-Japanse ramp
Deze week:

Op vrijdag 11 maart 2011 werd het noord-oosten van Japan geraakt door zeer krachtige aardbeving. 
 --> Gebied zo groot als  NL werd opgetild! 

Superaardbeving. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Hoe ziet dat eruit?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Aardbevingen
Meten?
Schaal van richter!

De kracht van de aardbeving wordt gemeten. 


Seismoloog: Wetenschapper die de aardbevingen bestudeerd. 
x10
x10
x10
x10
x10
x10

Slide 7 - Diapositive

Aardbeving
Hypocentrum= het diepste punt in de aardkorst, waar de aardbeving ontstaat.

Epicentrum= Het punt aan het aardoppervlak. 

Slide 8 - Diapositive

hypocentrum
  • plek waar de aardbeving begint
  • bijvoorbeeld 5 of 25 km diepte
epicentrum
  • recht boven de bron van de aardbeving.
  • zwaarste aardbevingen komen hier voor

Slide 9 - Diapositive

Dus! Superaardbeving
  • Zeebeving 'Sendai' gevolgd door
      een tsunami, 11 maart 2011
  • Epicentrum 130 km voor de kust
      van Japan
  • Hypocentrum op 30 km diepte
  • Kracht van 9.0 op de schaal van
      Richter
    (!!!)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Fukushima

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Eerst zelfstandig lezen en maken:

Maken:1 tm 5


Volgende les:

Klassikaal: Herhalen P1 en P2. 


Maken: herhaling of verdieping



timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Herhalen Paragraaf 1 en 2!

open LessonUp op je laptop!


Slide 15 - Diapositive

Convergent
Divergent
Transform

Slide 16 - Question de remorquage

Endogene krachten
Exogene krachten
Neerslag
Aardbeving
Tsunami
Lawine
Vulkaanuitbarsting
Gebergtevorming
Tornado
Orkaan

Slide 17 - Question de remorquage

Tsunami
Trog 
zeebeving

Slide 18 - Question de remorquage

Waardoor vinden de convectiestromen plaats
A
Door de platen die drijven
B
Door de afkoeling en opwarming van magma
C
Door vulkanisme in de mantel
D
Door afbreken en opbouwen van magma

Slide 19 - Quiz

Subductie is?
A
Het duiken van een continentale plaat onder een oceanische plaat
B
Het duiken van een oceanische plaat onder een continentale plaat
C
Twee oceanische platen botsen
D
Twee continentale platen botsen

Slide 20 - Quiz

Stelling: Subductie is altijd convergentie, maar convergentie is niet altijd subductie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
200 keer

Slide 22 - Quiz

Sleep A t/m E in juiste volgorde
oorzaak-gevolg keten
Botsende platen
hitte in de kern
bewegende platen
Rondstromend magma
aardbeving

Slide 23 - Question de remorquage

In ondiep water worden de golven afgeremd waardoor ze in hoogte toenemen
Het water komt met een grote kracht op het strand aan
onderzeese aardbeving
In diep water kunnen de golven snelheden behalen van 800 km/h

Slide 24 - Question de remorquage

Waar ligt het hypocentrum in de figuur?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij de linkerpijl
D
Bij de rechterpijl

Slide 25 - Quiz

Hoe zat het ook alweer?
De schaalniveaus

In de volgende dia:
Welke schaalniveau is het?

Slide 26 - Diapositive

Maken: Maak alle opgave van paragraaf 2 af. 

Klaar? Maak een start aan P4.3.
timer
10:00

Slide 27 - Diapositive