Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhaling Mol en Molariteit
Herhaling Mol en Molariteit
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Herhaling Mol en Molariteit
Slide 1 - Diapositive
Bereken hoeveel gram water overeenkomt met 3,6 mol water. Gebruik BINAS 98.
Slide 2 - Question ouverte
Antwoord
Molmassa H
2
0 = 18,015 g/mol
3,6 x 18,015 = 65 gram H
2
0
(twee significante cijfers)
Slide 3 - Diapositive
Bereken hoeveel gram koolstofdioxide overeenkomt met 2,14 mol koolstofdioxide. Gebruik BINAS 98.
Slide 4 - Question ouverte
Antwoord
Molmassa CO
2
= 44,010 g/mol
2,14 x 44,010 = 94,2 gram CO
2
(drie significante cijfers)
Slide 5 - Diapositive
Bereken hoeveel mol water overeenkomt met 9,42 gram water. Gebruik BINAS 98.
Slide 6 - Question ouverte
Antwoord
Molmassa H
2
0 = 18,015 g/mol
9,42 / 18,015 = 0,523 mol H
2
0
(drie significante cijfers)
Slide 7 - Diapositive
Bereken hoeveel mol koolstofdioxide overeenkomt met 8,44 gram koolstofdioxide. Gebruik BINAS 98.
Slide 8 - Question ouverte
Antwoord
Molmassa CO
2
= 44,010 g/mol
8,44 / 44,010 = 0,192 mol CO
2
(drie significante cijfers)
Slide 9 - Diapositive
Je lost 1,30 mol keukenzout op in 6,0 liter water. Bereken de molariteit van de oplossing die ontstaat.
Slide 10 - Question ouverte
Antwoord
Molariteit = 1,30 mol / 6,0 L = 0,21 M
(twee significante cijfers)
Slide 11 - Diapositive
Je lost 1,42 mol glucose op in 2,50 liter water. Bereken [ C6H12O6 ].
A
0,6 M
B
1,8 M
C
0,568 M
D
1,76 M
Slide 12 - Quiz
Je lost 0,056 mol NaCl op in 1,500 liter water.
De molverhouding tussen NaCl en Na+ = 1 : 1.
Bereken [ Na+ ].
Slide 13 - Question ouverte
Antwoord
Uit 0,056 mol NaCl ontstaat ook 0,056 mol Na
+
[Na
+
] = 0,056 mol / 1,500 L = 0,037 M
(2 significante cijfers)
Slide 14 - Diapositive
Je lost 0,056 mol Na2SO4 op in 1,500 liter water. De molverhouding tussen Na2SO4 en Na+ = 1 : 2. Bereken [ Na+ ].
Slide 15 - Question ouverte
Antwoord
Uit 0,056 mol Na
2
SO
4
ontstaat dus 0,112 mol Na
+
[Na
+
] = 0,112 mol / 1,500 L = 0,075 M
(2 significante cijfers)
Slide 16 - Diapositive
Je lost 0,348 mol Na3PO4 op in 4,20 liter water. De molverhouding tussen Na3PO4 en Na+ = 1 : 3. Bereken [ Na+ ].
Slide 17 - Question ouverte
Antwoord
Uit 0,348 mol Na
3
PO
4
ontstaat dus 1,044 mol Na
+
[Na
+
] = 1,044 mol / 4,20 L = 0,249 M
(3 significante cijfers)
Slide 18 - Diapositive
Well Done!
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Oefenen voor Examen 4
Mars 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
H5.5 - Rekenen met Molariteit
Janvier 2022
- Leçon avec
47 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
5H - Les 4 _ H7.3 - Molariteit
Octobre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H7.2 - Oplosbaarheid en Molariteit
Janvier 2024
- Leçon avec
51 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H4.4 - Oplosbaarheid en Molariteit
Janvier 2023
- Leçon avec
51 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Molariteit
Octobre 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
7.3 Molariteit
Octobre 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
H3 Herhaling Mol en Rekenen aan reacties
Mars 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4