§7.3 Warmtegeleiding

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

§7.3 Warmtegeleiding

Lesplanning

1. Uitleg warmtetransport
2. Uitleg warmtestroom
3. Maken opgave 31, 33, 35, 39 en 41
4. Afsluiting

Donderdag

7.3 warmtetransport

warmtetransport

stroming

straling

geleiding

De temperatuur in een kamer die constant door een kachel wordt verwarmd, blijft niet altijd stijgen. Hoe komt dat?

Warmtestroom

De warmte stroomt het huis uit. Des te beter de isolatie des te kleiner de warmtestroom.

• Temperatuurverschil binnen en buiten
• Materiaal muur
• Dikte muur
• Oppervlakte muur

Warmtetransport door een muur wordt bepaald door ...

warmtestroom door een voorwerp

AANTEKENINGEN:                      

Warmtestroom

Warmtestroom door een glazen ruit

 

Hoe groter de oppervlakte, hoe meer warmte er doorheen kan

Hoe groter de dikte, hoe moeilijker dat wordt

Hoe groter het temperatuurverschil, hoe meer stroming ontstaat

P=​t​​Q​​

P=​d​​A⋅ΔT​​⋅λ

[λ]=​m​2​​⋅K​​W⋅m​​=​m⋅K​​W​​

warmtegeleidingscoëfficiënt = thermische geleidbaarheid

Warmtestroom

Energie die per tijdseenheid door een oppervlakte wegstroomt:

 

P      de warmtestroom in W (of J/s)

Q     de hoeveelheid verplaatste warmte in J

t       de verstreken tijd in s 

P=​t​​Q​​

Voor het isoleren van een muur gebruik je een materiaal met een ...

1. hoge warmtegeleidingscoëfficiënt
2. lage warmtegeleidingscoëfficiënt

Waarom isoleert dubbel glas?

1. Het verdubbeld de temperatuur
2. Glas is een natuurlijke warmtebron
3. Glas is een slechte warmtegeleider
4. De lucht tussen de glaslagen is een slechte warmtegeleider

Aan de slag

§7.3 opgave 31, 33, 35, 39 en 41

Opgave 42

Om dit materiaal op te warmen van -30 tot -15 Graden Celsius is 472 J aan energie nodig. Bepaal de soortelijke warmte.

Voor het verhitten van 500 kg tin van
278˙C tot 478˙C zijn 22000 kJ nodig.
Bereken de soortelijke warmte van tin.