Denken in taal, Hoe zit een taal in elkaar? dl 2

Hoe zit een taal in elkaar?
Hoi!
De vorige keer hebben we vooral naar taal van dieren gekeken.
Ik heb van twee kinderen antwoorden ontvangen!
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoe zit een taal in elkaar?
Hoi!
De vorige keer hebben we vooral naar taal van dieren gekeken.
Ik heb van twee kinderen antwoorden ontvangen!

Slide 1 - Diapositive

Dank je wel, Antonia, voor jouw bijdragen!

Slide 2 - Diapositive

Dank je wel, Felien, voor jouw bijdragen!
Er wordt ook veel informatie gegeven in het tweede filmpje!

Slide 3 - Diapositive

Talen van mensen
Vandaag gaan we verder met de talen van mensen.

Bekijk het volgende filmpje.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Germaanse woorden
Het Nederlands , Duits en Engels zijn dus voortgekomen uit het Germaans. Daarom lijken veel woorden op elkaar. 
Voorbeeld: muis, Maus, mouse 
(in het Duits schrijf je zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter.)

Probeer vijf woorden te vinden die zowel in het Engels als in het Duits erg op de Nederlandse taal lijken. Kies een Nederlands woord uit en controleer via Google translate wat de Duitse en Engelse vertaling is. 

Slide 6 - Diapositive

Germaanse woorden
Tik op de volgende slides de gevonden woorden. Tik eerst het Nederlandse woord, dan het Duitse en dan het Engelse woord. Zet er komma's tussen met daarachter een spatie. 

Vergeet de hoofdletter in het Duits niet bij zelfstandig naamwoorden. 

Je hoeft niet alleen zelfstandig naamwoorden te gebruiken!

Bij elke invulmogelijkheid geef ik ook nog een voorbeeld van mijzelf.

Slide 7 - Diapositive

Tik hieronder het eerste woord dat je gevonden hebt, met de Duitse en de Engelse vertaling.
Voorbeeld:
boek, Buch, book

Slide 8 - Question ouverte

Tik hieronder het tweede woord dat je gevonden hebt, met de Duitse en de Engelse vertaling.
Voorbeeld:
rood, rot, red

Slide 9 - Question ouverte

Tik hieronder het derde woord dat je gevonden hebt, met de Duitse en de Engelse vertaling.
Voorbeeld:
slapen, schlafen, sleep

Slide 10 - Question ouverte

Tik hieronder het vierde woord dat je gevonden hebt, met de Duitse en de Engelse vertaling.
Voorbeeld:
ik, ich, I

Slide 11 - Question ouverte

Tik hieronder het vijfde woord dat je gevonden hebt, met de Duitse en de Engelse vertaling.
Voorbeeld:
wanneer, wann, wenn

Slide 12 - Question ouverte

Pas vanaf de zestiende eeuw zijn er spellingregels opgesteld. Wat vind jij de stomste spellingregel?

Slide 13 - Question ouverte

Verander deze spellingregel zoals jij het graag zou willen en verwoord hem hieronder:

Slide 14 - Question ouverte

Jiddische woorden
In het Amsterdams komen veel Jiddische woorden voor. Zoek uit wat Jiddisch betekent. Wie spraken er "echt" Jiddisch?

Vul dit in op de volgende slide.

Zoek daarna enkele Jiddische woorden op.

Slide 15 - Diapositive

Zoek op!
Wat betekent gein?

Slide 16 - Question ouverte

Zoek op!
Wat betekent kapsones?

Slide 17 - Question ouverte

Zoek op!
Wat betekent goochem?

Slide 18 - Question ouverte

Zoek op!
Wat betekent habbekrats?

Slide 19 - Question ouverte

Zoek op!
Wat betekent mazzel?

Slide 20 - Question ouverte

Zoek op!
Wat betekent bajes?

Slide 21 - Question ouverte

Zoek op!
Wat betekent penoze?

Slide 22 - Question ouverte

Zoek op!
Wat betekent stiekem?

Slide 23 - Question ouverte

Jiddische woorden
Sommige van de woorden uit het Jiddisch kende je vast al. Het waren soms wel woorden die inmiddels als iets veranderd zijn ten opzichte van het "echte" Jiddisch.

Op de volgende slide hoor je Jiddisch in een lied. Dan hoor je hoe de oorspronkelijke taak klinkt. Als je genoeg gehoord heb, ga je verder.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Er zijn ook veel Franse woorden in het Nederlands.
Sommigen zul je herkennen uit specifieke spellingscategorieën.
Bijvoorbeeld de trottoir-woorden:

reservoir
accessoires
dressoir
urinoir
memoires


Slide 26 - Diapositive

Zoek op!
Wat betekent abattoir?

Slide 27 - Question ouverte

Zoek op!
Wat betekent boudoir?

Slide 28 - Question ouverte

Er zijn nog meer Franse woorden in het Nederlands.
Die zul je ook herkennen uit specifieke spellingscategorieën.
Bijvoorbeeld de militair-woorden:

culinair
autoritair
elitair
populair
sanitair


Slide 29 - Diapositive

Zoek op!
Wat betekent precair?

Slide 30 - Question ouverte

Zoek op!
Wat betekent vulgair?

Slide 31 - Question ouverte

Volgende week gaat het een stuk ingewikkelder worden....

Ik hoop dat je veel nieuwe dingen geleerd hebt.

Maak het werkboekje van de vorige keer af als dat nog niet gelukt was.

Fijne dag.

Slide 32 - Diapositive